Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Eerdmans over de straf- en verblijfsrechtelijke consequenties van misdrijven door asielzoekers
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de straf- en verblijfsrechtelijke consequenties van misdrijven door asielzoekers (ingezonden 10 januari 2024).
Mededeling van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 31 januari
            2024).
         
Vraag 1
            
Hoeveel van de 5.695 geregistreerde misdrijven door personen in locaties van het Centraal
               Orgaan opvang asielzoekers (COA) (waaronder 2.320 unieke verdachten) in 2022 hebben
               geleid tot gedwongen uitzetting/terugkeer van de personen in kwestie? En om welke
               aantallen ging het in 2023?
            
Vraag 2
            
Kunt u een uitsplitsing maken per type misdrijf?
Vraag 3
            
In hoeveel gevallen ging het hierbij om personen die in 2022 verdacht werden van meer
               dan één misdrijf, te weten de helft van het totale aantal verdachten op COA-locaties?
               Om welke aantallen ging het in 2023?
            
Vraag 4
            
Hoeveel procent van de personen die in 2022 van meer dan vijf misdrijven werden verdacht
               (conform de gehanteerde categorieën in het WODC-onderzoek «Incidenten en misdrijven
               door bewoners van COA- en crisisnoodopvanglocaties 2017–2022») is uitgezet en hoeveel
               procent niet? Hoe liggen deze verhoudingen in 2023?
            
Vraag 5
            
Hoeveel asielzoekers (en/of andere personen die op COA-locaties verbleven) werden
               de afgelopen vijf jaar veroordeeld voor de delicten aanranding, verkrachting, zware
               mishandeling, doodslag en moord? Hoeveel van hen zijn uitgezet (en op welke wijze)
               en hoeveel niet?
            
Vraag 6
            
Hoe kan het dat het aantal intrekkingen en afwijzingen van verblijfsvergunningen op
               grond van de openbare orde is afgenomen van respectievelijk 40 en 30 naar 20 en 10
               tussen 2020 en 2022 terwijl zowel het aantal personen op COA-locaties als het aantal
               incidenten en misdrijven in die periode juist is toegenomen? Heeft deze trend zich
               in 2023 voortgezet?
            
Vraag 7
            
Hoeveel vreemdelingen met een (aanvraag voor) een verblijfsvergunning asiel zijn in
               2022 op grond van het Vreemdeling in de Strafrechtketen (VRIS)-protocol overgedragen
               aan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), hoeveel van hen zijn in totaal aantoonbaar
               vertrokken en hoeveel van hen zijn aantoonbaar gedwongen vertrokken? Om welke aantallen
               ging het in 2023?
            
Vraag 8
            
In hoeverre strekt uw wetsvoorstel «Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband
               met aanscherping van het openbare ordebeleid voor criminele vreemdelingen» zich tot
               intrekken of weigeren van verblijfsvergunningen asiel?
            
Vraag 9
            
Blijven de grenzen voor het afwijzen of intrekken van een verblijfsvergunning asiel
               op grond van de openbare orde ook onder dit wetsvoorstel op zes maanden (bij subsidiaire
               bescherming) en tien maanden (bij een vluchtelingenstatus)?
            
Vraag 10
            
Zo ja, deelt u de mening dat de drempel om verblijfsvergunningen asiel op grond van
               de openbare orde te kunnen weigeren of intrekken fors omlaag moet en welke stappen
               gaat u hiertoe ondernemen?
            
Vraag 11
            
Bent u bekend met de recente casus (waarover ik benaderd ben) van een asielzoeker
               uit Budel die onlangs voor een dubbele aanranding werd veroordeeld tot zes weken voorwaardelijke
               gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar, nadat hij eerder (als bewoner van
               een ander asielzoekerscentrum) ook al was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf
               voor een zedendelict?
            
Vraag 12
            
Zo nee, bent u bereid van deze casus kennis te nemen?
Vraag 13
            
Deelt u de mening dat het onverteerbaar is indien een asielzoeker drie aanrandingen
               kan plegen zonder daarvoor één dag vast te zitten – laat staan er verblijfsrechtelijke
               consequenties van te ondervinden? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 14
            
Deelt u tevens de mening dat het onverteerbaar is dat slachtoffers van dergelijke
               vergrijpen in hun eigen dorp met angst over straat moeten in de gedachte dat zij de
               dader opnieuw tegen het lijf kunnen lopen, aangezien deze geen enkele verblijfsrechtelijke
               consequentie ondervindt van zijn gedrag? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 15
            
Deelt u de mening dat dergelijke zaken het logischerwijs toch al zeer geringe draagvlak
               voor het huidige asielbeleid alleen maar verder ondergraven? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 16
            
Deelt u het uitgangspunt dat voor asielzoekers die misdrijven zoals aanrandingen en
               erger plegen geen seconde langer plaats zou moeten zijn in Nederland? Zo nee, waarom
               niet? Zo ja, welke stappen gaat u hiertoe ondernemen?
            
Mededeling
            
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Eerdmans (JA21), van
               uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de straf- en verblijfsrechtelijke
               consequenties van misdrijven door asielzoekers (ingezonden 10 januari 2024) niet binnen
               de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde
               informatie is ontvangen.
            
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
