Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Claassen over het bericht 'Ziekenhuistop Maastricht declareert: yoga op het strand van San Diego en het land door met privéchauffeurs'
Vragen van het lid Claassen (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Ziekenhuistop Maastricht declareert: yoga op het strand van San Diego en het land door met privéchauffeurs» (ingezonden 21 december 2023).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 januari
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 755.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ziekenhuistop Maastricht declareert: yoga op het strand
van San Diego en het land door met privéchauffeurs»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw mening over het in dit artikel opgenoemde declaratiegedrag van deze bestuurders?
Keurt u dit gedrag ook af? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het is niet aan mij om te oordelen over het individuele declaratiegedrag van bestuurders
van zorginstellingen. In het algemeen vind ik dat bestuurders van zorginstellingen
bij de aanwending van publieke middelen de maatschappelijke belangen voorop moeten
stellen. De vergoeding van onkosten gemaakt door leden van raden van bestuur van zorginstellingen
is een aangelegenheid tussen raad van toezicht en raad van bestuur. Ik vind het daarbij
belangrijk dat zorginstellingen laten zien dat zij zich bewust zijn van hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid en daar ook transparantie over bieden. Tegen die achtergrond
vind ik het positief dat de raad van bestuur van het MUMC+ heeft aangegeven het eigen
declaratiebeleid kritisch onder de loep te nemen.
Vraag 3
Is dit gedrag in strijd met afspraken over hoe bestuurders omgaan met publieke middelen?
Zo nee, vindt u dat hierover duidelijkere kaders moeten worden afgesproken?
Antwoord 3
Zoals gezegd in het antwoord op vraag 2 geef ik geen oordeel over individuele casuïstiek.
Wel merk ik op dat het MUMC+ is aangesloten bij de NFU en daarmee de Governancecode
Zorg onderschrijft. Hierin is onder andere bepaald dat de raad van toezicht beleid
opstelt omtrent onkosten die gemaakt worden door de raad van bestuur en toeziet op
de naleving en openbaarmaking van dit beleid.
Vraag 4
Indien dit wel indruist tegen gemaakte afspraken, hetzij wettelijke kaders dan wel
andersoortige afspraken bent u bereid de bestuurders hierop publiekelijk aan te spreken?
Antwoord 4
Zoals hierboven aangegeven is het de verantwoordelijkheid van de raad van toezicht
van zorginstellingen om beleid te maken over de vergoeding van onkosten en de raad
van bestuur aan te spreken op de naleving hiervan.
Vraag 5 en 6
Deelt u de mening dat dit soort signalen afbreuk doen aan alles waar de zorg voor
zou moeten staan?
Deelt u de mening dat dit soort signalen, waarin iedere euro telt om de juiste zorg
te kunnen geven aan mensen, afbreuk doen aan het vertrouwen in zorgbestuurders om
het juiste te doen voor zorg?
Antwoord 5 en 6
Ik ben van mening dat bestuurders en toezichthouders bij de aanwending van publieke
middelen het maatschappelijk belang te allen tijde voorop dienen te stellen. Het declaratiegedrag
van bestuurders valt hier ook onder. Het bieden van transparantie over de gemaakte
onkosten biedt de mogelijkheid om ook publiekelijk verantwoording af te leggen. Binnen
de NFU en in de Governancecode Zorg is afgesproken om transparant te zijn over de
declaraties van bestuurders.
Vraag 7, 8 en 9
Bent u als Minister bereid een onderzoek te laten uitvoeren naar declaratiegedrag
van deze bestuurders?
Bent u op de hoogte of dit soort declaratiegedrag ook voorkomt bij andere zorgbestuurders?
Zijn daarover signalen en of meldingen bij u bekend? Zo ja, welke maatregelen heeft
u genomen?
Bent u bereid in bredere zin het declaratiegedrag van zorgbestuurders te onderzoeken?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer zou dit onderzoek kunnen starten en wanneer zou
de kamer over de uitkomsten kunnen worden geïnformeerd?
Antwoord 7, 8 en 9
Het ligt niet op mijn weg hier een onderzoek naar in te stellen. Zorginstellingen
die aangesloten zijn bij hun brancheorganisatie en daarmee de Governancecode Zorg
onderschrijven, hebben afgesproken hun onkostenvergoedingen openbaar te maken. Dat
geldt dus ook voor de Universitair Medische Centra. De Governancecommissie Gezondheidszorg
en de brancheorganisaties kunnen zorginstellingen aanspreken op het niet naleven van
de code. De onkostenvergoedingen zijn dus voor iedereen inzichtelijk en er kan publiekelijk
verantwoording over worden afgelegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.