Schriftelijke vragen : De tekortkomingen in de geboortezorg voor asielzoekers
Vragen van de leden Paulusma en Podt (beiden D66) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de tekortkomingen in de geboortezorg voor asielzoekers (ingezonden 11 januari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het promotieonderzoek en de daaruit volgende berichtgeving inzake
de geboortezorg voor asielzoekers in Nederland?1 2
Vraag 2
Wat is uw reactie op de onderzoeksuitkomsten waarin nogmaals wordt aangetoond dat
zwangere asielzoekers meer kans hebben om hun kind te verliezen rond de bevalling,
waar eerder naar is gevraagd door het lid Kuzu?3 Welke lessen kunnen er uit dit onderzoek getrokken worden ten opzichte van uw beantwoording
destijds?
Vraag 3
Zijn er maatregelen genomen om deze verontrustende resultaten tegen te gaan sinds
uw beantwoording destijds? Zo ja, welke en in hoeverre hebben deze resultaat gehad?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Bent u nog steeds van mening dat de toegang tot de medische zorg voor asielzoekers
voldoende is geborgd, zoals u in de eerder genoemde beantwoording heeft gesteld? Zo
ja, hoe verhoudt zich dit tot de conclusies van dit promotieonderzoek? Zo nee, welke
stappen kunnen genomen worden?
Vraag 5
Hoe verhoudt deze berichtgeving zich tot de inhoud van uw eerder naar de Kamer gestuurde
brief «Tolken in de zorg»,4 gezien het feit dat het onderzoek stelt dat onder meer de taalbarrières deze percentages
veroorzaken?
Vraag 6
Bent u bereid om, naast de eerder aangekondigde onderzoeken en verkenningen inzake
(structurele financiering voor) tolkenvoorzieningen, zoals naar gevraagd in de door
de Kamer aangenomen motie Paulusma en Bikker,5 te bezien hoe meer tolken ingezet kunnen worden in de geboortezorg voor asielzoekers
en hoe dit structureel gefinancierd kan worden?
Vraag 7
Bent u bereid om, zoals een van de aanbevelingen stelt, zwangere vrouwen (met hun
gezin) op specifieke plekken op te vangen en daar alle geboortezorg te concentreren,
zodat er minder verplaatsingen van zwangere vrouwen plaatsvinden (prenatale groepszorg)?
Zo nee, waarom niet indien dit de geboortezorg, omstandigheden en communicatie tussen
zorgverleners verbetert en het aantal verplaatsingen beperkt?
Vraag 8
Kunt u separaat reageren op de overige aanbevelingen en conclusies zoals genoemd in
het onderzoek, zoals de communicatieproblemen tussen zorgverleners?
Indieners
-
Gericht aan
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Gericht aan
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Indiener
Wieke Paulusma, Kamerlid -
Medeindiener
Anne-Marijke Podt, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.