Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dijk over de doorlevering van F-35-onderdelen naar Israël
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over F-35’s voor Israël (ingezonden 1 december 2023).
Antwoord van Minister Van Leeuwen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
en van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 december 2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichten waaruit blijkt dat Israël de F-35 heeft gebruikt
voor bombardementen in Gaza?1
Antwoord 1
Het kabinet is bekend met de genoemde berichten.
Vraag 2
Is het juist dat daarbij ook zeer zware bommen van 2.000 pond zijn gebruikt? Zo nee,
hoe zijn dan de feiten?
Antwoord 2
Het kabinet beschikt niet over geverifieerde informatie over de specifieke bommen
die Israël gebruikt bij zijn F-35-inzet.
Vraag 3 en 4
Is u inmiddels bekend dat de F-35 meermaals is ingezet in Gaza? Zo ja, waar en wanneer?
Monitort u het gebruik van de F-35 door Israël, zoals in Nota 1 wordt beschreven?
Zo ja, hoe doet u dat en wat levert deze monitoring op? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 3 en 4
Het kabinet beschikt niet over geverifieerde informatie over de Israëlische F-35-inzet.
Openbare bronnen, waaronder het bericht waarnaar u verwijst, wijzen er wel op dat
Israël de F-35 heeft ingezet boven Gaza, in elk geval toen de grondtroepen de Gazastrook
in gingen.
Om een beeld te vormen van de F-35-inzet door Israël, worden verschillende bronnen
gebruikt. Deze informatie is meegewogen in de geïntegreerde buitenlandpolitieke en
veiligheidsafweging op basis waarvan is besloten om niet in te grijpen in de doorlevering
van F-35-onderdelen naar Israël. Dit besluit is onder andere op 23 november toegelicht
in antwoord op uw Kamervragen (Kamerstuk 2023Z19578).3 Het beeld van de Israëlische F-35-inzet is sindsdien niet significant veranderd waardoor
er geen aanleiding is om het genomen besluit te herzien.
Vraag 5 en 6
Kunt u bevestigen dat ook onderdelen van de F-35I worden geleverd via het European
Regional Warehouse (ERW) in Woensdrecht?4 Zo nee, wat zijn de feiten?
Worden er vanaf de vliegbasis in Woensdrecht onderdelen van de andere wapensystemen
die daar zijn opgeslagen (zoals bijvoorbeeld de F-16, de Apache-, de NH-90- en Chinookhelikopter)
aan Israël doorgevoerd? Zo ja, op basis van welk beleid gebeurt dat? Zijn dat ook
speciale regelingen? Kunt u dat toelichten?5
Antwoord 5 en 6
Vanuit het European Regional Warehousein Woensdrecht worden onder de Regeling Algemene Vergunning NL009 Amerikaanse F-35-onderdelen
doorgeleverd aan alle Europese gebruikers van de F-35, waaronder Israël. Jaarlijks
wordt uw Kamer middels het jaarrapport exportcontrole strategische goederen geïnformeerd
over de waarde van de doorlevering onder de algemene vergunning NL009. Daarbij wordt
ook aangegeven dat er onder de NL009 transacties plaatsvinden naar Israël. Uw Kamer
heeft dit jaarrapport het meest recent in september 2023 ontvangen (Kamerstuk 22 054 nr.396).
De algemene vergunning NL009 kan niet gebruikt worden voor de uitvoer van (onderdelen
van) andere wapensystemen. Hiervoor moet een bedrijf beschikken over een andere exportvergunning.
Sinds 7 oktober 2023 zijn er geen vergunningen verleend voor de levering van onderdelen
voor de genoemde andere wapensystemen naar Israël.
Vraag 7 en 8
Behoort het ERW in Woensdrecht tot het Nederlands grondgebied? Waarom is dan besloten
om de goederen die daar passeren buiten het Nederlands wapenexportbeleid te plaatsen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Waarin verschilt het «stroomlijnen van het exportcontroleproces» van het afschaffen
van exportcontroles?6 Onder welke omstandigheden wordt doorvoer niet toegestaan?
Antwoord 7 en 8
Het ERW behoort tot het Nederlands grondgebied. De reservedelen die er opgeslagen
liggen, zijn eigendom van de Amerikaanse overheid. Omdat er veel transacties plaatsvinden
vanuit het ERW is besloten om dit proces te stroomlijnen middels de Regeling Algemene
Vergunning NL009 die sinds 2016 van kracht is. Deze algemene vergunning regelt dat
bedrijven, na eenmalige registratie, F-35-goederen kunnen doorleveren. Het bestaan
van deze vergunning geeft aan dat er geen sprake is van een afschaffing van exportcontroles.
Het onderzoek naar de mogelijkheden om in te grijpen in de werking van de Regeling
Algemene Vergunning NL009 is nog niet afgerond (zie ook antwoord vraag 26).
Artikel 8 van de algemene vergunning NL009 biedt de Minister de bevoegdheid om geregistreerde
gebruikers of beschikkingsbevoegden in kennis te stellen dat geïntegreerde buitenlandpolitieke-
of veiligheidsafwegingen zich verzetten tegen voortgezet gebruik van de algemene vergunning.
Vraag 9
Waarom is de Regeling Algemene Vergunning NL0009 op 31 juli 2021 veranderd nadat de
regeling in 2016 werd ingesteld?7 Wat hield de verandering in en waarom is deze doorgevoerd?
Antwoord 9
De Regeling Algemene Vergunning NL009 is in 2021 aangepast om rekening te houden met
een wijziging in de Amerikaanse regelgeving voor exportcontrole (ITAR-regelgeving)
van 19 april 2019, te weten: § 126.4 van de Federal Regulations. De wijziging behelst overdrachten van militaire goederen door of ten behoeve van
de Amerikaanse Federale Overheid uit te zonderen van de Amerikaanse exportvergunningplicht.
Een nadere toelichting op de wijziging is te vinden in Staatscourant 2021 Nr. 36915 (d.d. 30 juli 2021).
Vraag 10
Is het juist dat ook onderdelen van Nederlandse producenten nog steeds deel uitmaken
van de F-35?8 Waarom vallen deze onderdelen niet onder de regels van de exportcriteria?
Antwoord 10
Het klopt dat Nederlandse producenten betrokken zijn bij het productieproces van de
F-35. Uitvoer ten behoeve van het productieproces vindt eveneens plaats onder de Regeling
Algemene Vergunning NL009 waarmee invulling wordt gegeven aan exportcontrole op transacties
in het kader van het F-35 Lightning II programma.
Vraag 11
Hoeveel Nederlandse bedrijven nemen deel aan het F-35-programma? Hoeveel zijn onder
dit programma geregistreerd?
Antwoord 11
Momenteel rapporteren 21 Nederlandse bedrijven aan het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat dat ze eindverantwoordelijk zijn voor de levering van onderdelen
en producten aan de Amerikaanse Original Equipment Manufacturers. Deze bedrijven kunnen zelf weer onderaannemers hebben, maar daar heeft het kabinet
geen inzicht in.
Vraag 12
Leveren Nederlandse bedrijven aan het ERW, waarna deze goederen Amerikaans eigendom
worden? Ofwel, worden via het ERW ook door Nederlandse producenten gemaakte wapenonderdelen
gedistribueerd?
Antwoord 12
Nederlandse bedrijven leveren niet rechtstreeks aan het ERW, maar aan fabrikanten
binnen het F-35-programma die in de VS gevestigd zijn. Vervolgens kunnen deze goederen
via de logistieke ketens van het F-35-programma op verschillende plekken in de wereld
terechtkomen, waaronder in het ERW in Nederland. Binnen het logistiek netwerk van
het F-35-programma en tijdens de opslag in het ERW zijn de goederen Amerikaans eigendom.
Vraag 13
Leveren Nederlandse bedrijven ook wapenonderdelen aan Israël buiten het ERW om, maar
wel binnen regeling NL009?
Antwoord 13
Nee.
Vraag 14
Waaruit blijkt dat de doorlevering van F-35-onderdelen naar alle F-35-partnerlanden
die gebruik maken van het ERW aan een individuele vergunning wordt onderworpen als
levering aan een enkel land wordt opgeschort of beëindigd?
Antwoord 14
Artikel 8 van de Regeling Algemene Vergunning NL009 is zodanig geformuleerd dat alleen
geregistreerde gebruikers uitgesloten kunnen worden van voortgezet gebruik van de
algemene vergunning. Omdat geregistreerde gebruikers aan alle via het ERW bevoorrade
landen kunnen leveren, zijn al deze transacties niet langer mogelijk zodra geregistreerde
gebruikers zijn uitgesloten van voortgezet gebruik.
Artikel 8 van de Regeling Algemene Vergunning NL009 biedt geen mogelijkheid om landen
uit te sluiten als bestemming van doorlevering. Voor een dergelijke wijziging is een
aanpassing van de regeling nodig (zie antwoord op vraag 22).
Vraag 15
Onderhoudt de F-35-motorenonderhoudsfaciliteit ook motoren van Israëlische gevechtsvliegtuigen?
Is dit afgelopen maanden gebeurd?
Antwoord 15
De motoronderhoudsfaciliteit onderhoudt F-135-motormodules die worden aangeboden vanuit
het internationale F-35-programma, waaronder ook Israël.
In het F-35-programma geldt dat uitgebouwde onderdelen, ook motormodules, Amerikaans
eigendom zijn zodra deze zijn aangeboden in de logistieke keten van het internationale
programma. Deze onderdelen worden vervolgens uitgewisseld – na onderhoud – tussen
alle partnerlanden. Er is dus geen sprake van motormodules die aan een specifiek land
toebehoren. Het komt vaak voor dat een uitgebouwd onderdeel uiteindelijk in een ander
toestel, in een ander partnerland weer wordt ingebouwd.
Vraag 16
Hoe is de Tweede Kamer, in 2016 of daarvoor, geïnformeerd dat exporttransacties onder
regeling NL009 niet worden getoetst aan de acht criteria van het EU-wapenexportbeleid?
Antwoord 16
In de Staatscourant 2016, nr. 44509 is de Regeling Algemene Vergunning NL009 gepubliceerd, waarin haar werking is toegelicht.
Sinds de Regeling Algemene Vergunning NL009 van kracht is, wordt uw Kamer ieder jaar
middels het jaarrapport exportcontrole strategische goederen geïnformeerd over de
uit- en doorvoer onder deze algemene vergunning. Dit vond voor het eerst plaats in
het jaarrapport over 2016 (Kamerstuk 2017D16822).
Vraag 17 en 18
Kunt u de Kamer informeren over de omvang van de wapenexport vanuit Nederland aan
Israël sinds 7 oktober dit jaar? Zo nee, waarom niet?
Zijn er sinds 7 oktober dit jaar wapenexportverzoeken afgewezen? Zo ja, hoeveel en
waarom?
Antwoord 17 en 18
Sinds 7 oktober 2023 zijn er geen vergunningen afgegeven of afgewezen voor de uitvoer
van militaire goederen met als eindbestemming Israël.
Vraag 19 en 20
Bent u (los van 13 oktober waarover u de Kamer schrijft) nogmaals geïnformeerd over
het mogelijk plaatsvinden van een specifieke doorlevering van F-35-onderdelen die
Amerikaans eigendom zijn vanuit Nederland naar Israël? Zo ja, hoe vaak en wanneer?
Is het gebruikelijk dat u hierover wordt geïnformeerd of bestaat hiertoe geen verplichting?
Antwoord 19 en 20
De aard van de Regeling Algemene Vergunning NL009 is dusdanig dat deze een voortdurende
doorlevering in het kader van het F-35 programma mogelijk maakt. Over individuele
transacties onder de NL009 wordt het ministerie niet geïnformeerd. Wel zijn wij in
de context van het sinds 7 oktober opgelaaide conflict tussen Israël en Hamas gewezen
op de mogelijkheid dat F-35 onderdelen via het ERW kunnen worden doorgeleverd naar
Israël. Medio november heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
op basis van een geïntegreerde buitenlandpolitieke en veiligheidsafweging besloten
om niet in te grijpen in de werking van de Regeling Algemene Vergunning NL009.
Vraag 21
Kunt u aangeven of, en zo ja, waar in de EU-wapenexportcriteria en het Wapenhandelsverdrag
staat dat export onder omstandigheden uitgesloten kan worden van controle, zoals gebeurt
via regeling NL009?
Antwoord 21
Zowel het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport als het Wapenhandelsverdrag
laten respectievelijk de lidstaten en de verdragspartijen de vrijheid om te bepalen
in welke gevallen een uitvoervergunning is vereist, en daarmee de vrijheid om in door
de Staat te bepalen gevallen te kiezen voor een algemene vergunning.
Het Wapenhandelsverdrag stelt slechts dat verdragspartijen nationale controlesystemen
dienen in te stellen ten behoeve van de controle op de uitvoer van munitie en van
onderdelen en componenten van conventionele wapens, waarbij het verdragspartijen vrij
laat hoe dit vorm te geven. In artikel 1 lid 2 van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
wordt uitdrukkelijk bepaald dat de wetgeving van de lidstaten bepaalt in welke gevallen
een uitvoervergunning voor aanvragen is vereist.
Vraag 22
Klopt het dat er een methode is waarbij het kabinet de Regeling Algemene Vergunning
NL009 zelf aanpast, zodat Israël als bestemming onder de algemene vergunning wordt
uitgezonderd? Wat is hiervoor nodig?
Antwoord 22
Het is mogelijk om de Regeling Algemene Vergunning NL009 aan te passen om deze van
toepassing te laten zijn op specifieke landen. Dit kan bijvoorbeeld door de regeling
te voorzien van een lijst met landen van eindbestemming waarnaar uitdrukkelijk wel
of uitdrukkelijk niet geleverd mag worden onder de algemene vergunning. Het kabinet
acht een dergelijke aanpassing momenteel niet wenselijk.
Vraag 23 en 24
Deelt u de opvatting dat uw verlangen een betrouwbare bondgenoot te willen zijn in
dit geval haaks staat op het internationaal bevorderen van de mensenrechten? Indien
nee, waarom niet?
Deelt u de opvatting dat een eventuele «negatieve weerslag op het Nederlandse aandeel
in het F-35-programma» niet kan opwegen tegen mogelijke medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden?
Indien nee, kunt u dat toelichten?
Antwoord 23 en 24
In antwoord op uw Kamervragen is op 23 november jl. uitgebreid toegelicht waarom is
besloten niet in te grijpen in de werking van de Regeling Algemene Vergunning NL009
(Kamerstuk 2023Z18976). Dit besluit is genomen op basis van een geïntegreerde buitenlandpolitieke- en veiligheidsafweging,
waarin de genoemde elementen zijn meegenomen.
Over de zienswijze op het concept van medeplichtigheid in deze context wordt uw Kamer
nog apart geïnformeerd, volgend op een toezegging hierover tijdens het Commissiedebat
«Situatie in Gaza» van 23 november jl.
Vraag 25
Deelt u de opvatting dat de wapenexport op basis van de ervaringen in de oorlog in
Gaza moet worden geëvalueerd? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 25
Vraagstukken rondom wapenexportcontrole zijn standaard aan voortdurende evaluatie
onderhevig om recht te doen aan actuele ontwikkelingen. De context van de huidige
oorlog in Gaza wordt dan ook meegenomen bij exportcontrolevraagstukken in relatie
tot Israël of andere landen in de regio.
Vraag 26
Wat is de stand van het onderzoek naar wapenexport (zoals toegezegd in het commissiedebat
Situatie in Gaza van 23 november jongstleden)? Wanneer verwacht u dat het gereed is?
Antwoord 26
In het Commissiedebat heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
toegezegd om in de volgende rapportage over exportcontrole strategische goederen (in
2024) nader in te gaan op de mogelijkheden om in te grijpen in de werking van de Regeling
Algemene Vergunning NL009. Dit onderzoek is nog niet afgerond.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.