Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over het bericht ‘Universiteit Leiden keurt demonstratie locatie Wijnhaven af’
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Universiteit Leiden keurt demonstratie locatie Wijnhaven af» (ingezonden 14 november 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 18 december
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Universiteit Leiden keurt demonstratie locatie Wijnhaven
af»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u ook dat het zonder toestemming demonstreren in gebouwen of op terreinen van
een universiteit bij gevoelige onderwerpen als de situatie in Israël en Gaza tot sterke
gevoelens van onveiligheid bij studenten kan leiden, in dit geval bij Joodse studenten?
Welke middelen heeft de universiteit om te voorkomen dat studenten en personeelsleden
bij herhaling tot zulke ontoelaatbare acties overgaan?
Antwoord 2
Ik kan mij voorstellen dat demonstraties in gebouwen of op terreinen van een universiteit
gevoelens van onveiligheid kunnen oproepen bij studenten en medewerkers, en in het
geval van de situatie op de Universiteit Leiden bij Joodse studenten en medewerkers.
Laat ik voorop stellen dat iedereen zich veilig moet kunnen voelen in het onderwijs
en op de onderwijsinstelling. Antisemitisme, moslimhaat en elke andere vorm van discriminatie
is volstrekt onacceptabel.
Hoger onderwijsinstellingen dragen zorg voor het borgen van een veilige omgeving voor
al hun studenten en medewerkers. Universiteiten hebben, passend bij de context van
hun instelling, nadere regels over de wijze waarop er demonstraties kunnen plaatsvinden
op hun campussen. Bij demonstraties in gebouwen of op terreinen van onderwijsinstellingen
is het van belang dat deze plaatsvinden binnen de grenzen van de wet en met inachtneming
van de huisregels en gedragscodes van de instelling. Huisregels en gedragscodes dienen
bij te dragen aan een veilige leer- en werkomgeving waarbinnen geen plaats is voor
welke vorm van discriminatie dan ook.
Bij het overtreden van huisregels kunnen zowel tijdens als nadien maatregelen worden
genomen, die afhangen van de ernst van de overtreding en de relatie met de universiteit.
Het is aan de universiteit om dergelijke casuïstiek proportioneel af te handelen,
waar nodig daarbij de daartoe bevoegde partijen in te schakelen en bij strafbare feiten
aangifte te doen bij de politie.
Daarbij is het ook van belang dat instellingen zich nadrukkelijk uitspreken tegen
alle vormen van discriminatie, racisme, antisemitisme en moslimhaat. Voorts kunnen
zij open en verbindende gesprekken stimuleren en ondersteunen. Diverse universiteiten
en hogescholen hebben bijeenkomsten georganiseerd en initiatieven genomen om het moeilijke
gesprek over het conflict in Israël en de Palestijnse gebieden te faciliteren. Ik
vind het belangrijk dat we deze moeilijke gesprekken over het conflict op een respectvolle
wijze op de instellingen blijven voeren. De academische gemeenschap heeft daarin tevens
een belangrijke rol om dit conflict van context en duiding te voorzien door middel
van haar wetenschappers en hun inzichten.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat door Students for Palestine eerder flyers zijn verspreid waarin
solidariteit werd betuigd met de terreuraanslagen van Hamas in Israël («Al-Aqsa Flood»)
en dat daarbij ook gewraakte teksten over de «bevrijding» van Palestina zijn gebruikt
en deelt u de opvatting van het bestuur van de universiteit dat geen tolerantie kan
bestaan voor bijeenkomsten waar haat en terreur gesteund worden?
Antwoord 3
Ik ben ermee bekend dat deze flyers zijn verspreid. Alle universiteiten staan voor
een veilige leer- en werkomgeving. Daarom kan er op geen enkele instelling tolerantie
bestaan voor bijeenkomsten waar haat en terreur worden gesteund.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat het bestuur van de universiteit Leiden in vervolg op het websitebericht
heeft gedaan om onacceptabele uitingen daadwerkelijk te stoppen en te voorkomen en
bent u bereid in overleg te treden met het bestuur om te bezien wat nodig is om herhaling
effectief te voorkomen?
Antwoord 4
De voorzitter van het College van Bestuur heeft aangegeven dat het uitdelen van pamfletten
waarin geweld wordt verheerlijkt niet is toegestaan op de universiteit en dat het
concrete maatregelen neemt tegen het verspreiden ervan. Zo heeft de beveiliging van
de universiteit de opdracht gekregen om scherp op te letten dat dit niet gebeurt en
mocht iemand het toch proberen, diegene dan direct te sommeren om daarmee te stoppen.
Daarbij heeft het College van Bestuur mij laten weten dat de universiteit, als gevolg
van de toegenomen spanningen, de beveiliging op de locaties heeft verscherpt. Ook
heeft de universiteit een taskforce ingesteld die kennisdeling over het conflict zal
stimuleren en coördineren, en docenten een helpende hand zal reiken wanneer zij het
conflict in hun colleges bespreken, waarvoor ook een webpagina is ingericht2. De Universiteit Leiden heeft tevens laten weten de gang van zaken te evalueren en
ik ga er vanuit dat de universiteit opvolging zal geven aan de bevindingen die hieruit
naar voren zullen komen en dat de universiteit zich blijft inzetten om respectvolle
gesprekken en samenkomsten over ingewikkelde en gevoelige thema’s te bevorderen in
haar gebouwen. Ik zie op dit moment in het handelen van het bestuur van de universiteit
in deze casus en de follow-up daarvan geen aanleiding voor een nader overleg.
Vraag 5
Is het mogelijk om personen of organisaties die aan universiteiten tijdens bijeenkomsten
steun betuigen aan terroristische organisaties de mogelijkheid te ontzeggen verdere
activiteiten te ontplooien en bent u bereid te verkennen wat nodig is om universiteiten
hierin verder te ondersteunen?
Antwoord 5
Universiteiten hanteren huisregels en gedragscodes om zo een veilige leer- en werkomgeving
te borgen en te voorkomen dat individuen of groepen zich onveilig voelen op de instelling.
Als daar aanleiding voor is, kunnen en zullen universiteiten hun huisregels en gedragscodes
aanpassen. Indien huisregels en gedragscodes worden overtreden kunnen instellingen
daar op verschillende manieren tegen optreden. Dit is afhankelijk van de situatie
en de relatie die personen of organisaties met de universiteit hebben. Het is aan
de instellingen om casuïstiek proportioneel af te handelen, waar nodig de daartoe
bevoegde partijen hierbij in te schakelen en bij (vermoedens van) strafbare feiten
aangifte te doen bij de politie. Universiteiten zijn bekend met deze procedures.
In het hoger onderwijs werken universiteiten en hogescholen samen aan een veilige
leer- en werkomgeving via het Platform Integrale Veiligheid Hoger Onderwijs en via
het netwerk van integrale veiligheidsadviseurs van de Universiteiten van Nederland
(UNL). Langs die weg ondersteunen zij elkaar door het ontwikkelen en delen van expertise,
het bespreken van casuïstiek en het opstellen van methodieken en handreikingen op
de vele aspecten van veiligheid. Momenteel voer ik actief het gesprek met onder meer
studenten, docenten, wetenschappers en onderwijsbestuurders over de impact van het
conflict en hoe zij daarmee omgaan. Ook langs die weg worden kennis en ervaringen
onderling gedeeld.
Vraag 6
Klopt het dat de groep Students for Palestine opnieuw organisator is van een serie
bijeenkomsten aan de universiteit Leiden en hoe waarborgt de universiteit dat, in
overeenstemming met de huisregels, geen overlast ontstaat voor Joodse studenten?
Antwoord 6
Ja, navraag bij de Universiteit Leiden leert dat dit het geval is. De universiteit
staat bijeenkomsten toe die volgens haar huisregels worden aangevraagd. De universiteit
houdt een vinger aan de pols en zal ingrijpen indien daarvoor aanleiding is. Dat kan
ertoe leiden dat vervolgbijeenkomsten geen doorgang meer kunnen vinden. Het College
van Bestuur van universiteit Leiden heeft aangegeven erop toe te zien dat er ruimte
blijft voor constructieve discussies en dat dergelijke samenkomsten rustig verlopen,
en er geen onveilige situatie ontstaat voor individuen of groepen.
Een onderwijsinstelling is bij uitstek ook de plaats waar ruimte moet zijn en blijven
voor gesprekken en debatten over gevoelige en complexe thema’s. Ik roep daarom docenten
en instellingen op om het gesprek over het conflict te blijven faciliteren en zo te
zorgen voor verbinding.
Vraag 7
Vindt u ook dat bij het waarborgen van de veiligheid van studenten de locatie van
demonstraties een relevant gegeven is en bent u bereid te bevorderen dat demonstraties
als die van Students for Palestine in ieder geval niet plaatsvinden in gebouwen waar
veel Joodse studenten verblijven of wonen?
Antwoord 7
Het staat buiten kijf dat iedereen zich veilig moet kunnen voelen in het onderwijs.
Er is binnen het onderwijs geen enkele plek voor antisemitisme, moslimdiscriminatie
en elke andere vorm van discriminatie. Bij het waarborgen van de veiligheid is het
aan de Universiteit Leiden in dit geval om te wijzen op de huisregels en zorg te dragen
voor de handhaving hiervan en om met organisatoren van bijeenkomsten afspraken te
maken over het verloop.
Vraag 8
Bent u bereid deze vragen met het oog op de urgente veiligheidssituatie van de Joodse
studenten zo spoedig mogelijk te beantwoorden?
Antwoord 8
Ik heb getracht aan uw verzoek te voldoen. Met het verzamelen van de benodigde gegevens
ging echter enige tijd gemoeid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.