Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023 (Asiel en migratie) (Kamerstuk 32317-862)
32 317 JBZ-Raad
Nr. 864 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 5 december 2023
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 24 november 2023
over de geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023 (Asiel en migratie) (Kamerstuk
32 317, nr. 862), over de brief van 17 oktober 2023 Antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde
agenda JBZ-Raad 19 en 20 oktober 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 855) (Kamerstuk 32 317, nr. 860) en over de brief van 3 november 2023 over het verslag van de Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken van 19 en 20 oktober 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 861).
De vragen en opmerkingen zijn op 27 november 2023 aan de Ministers van Justitie en
Veiligheid en voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
voorgelegd. Bij brief van 1 december 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Kat
Adjunct-griffier van de commissie, Burger
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
2
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersonen
2
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie en reactie van de bewindspersonen
0
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie en reactie van de
bewindspersonen
0
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie en reactie van de bewindspersonen
0
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie en reactie van de bewindspersonen
0
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersonen
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 4 en 5 december 2023. Zij hebben
hierover enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de voortgang die gemaakt wordt op externe
migratiedeals, maar zien dit beperkt geagendeerd staan voor deze JBZ-Raad. Wat is
de actuele stand van zaken rond de Tunesië-deal? Welke acties worden door de Europese
Commissie (EC) en lidstaten ondernomen om de deal alsnog werkend te krijgen? Deelt
de Staatssecretaris de mening dat hier meer inspanningen door de EC en de lidstaten
voor nodig zijn? Zo ja, voor welke aanvullende inzet zet de Staatssecretaris zich
in? Daarnaast vragen voornoemde leden aan welke aanvullende deals actief wordt gewerkt.
Dit zijn namelijk juist de maanden om migratie-afspraken te maken met herkomst- en
doorreislanden om nog effectief te kunnen zijn als in het voorjaar de instroom naar
Europa weer toeneemt. Is de Staatssecretaris bereid te pleiten om ook visabeperkingen
en andere negatieve maatregelen aan landen op te leggen die niet bereid zijn om migratie-afspraken
te maken?
Antwoord
Het kabinet is van mening dat brede en wederkerige partnerschappen met derde landen
van belang zijn om de Nederlandse belangen te behartigen, bijvoorbeeld om irreguliere
migratie tegen te gaan, terugkeer te bevorderen en migranten te beschermen. In dat
verband verwelkomt het kabinet de bespreking van de voortgang van de Commissie-inzet
op de externe dimensie op de JBZ-Raad, en verwelkomt het kabinet de inzet van de Commissie
om brede partnerschappen te ontwikkelen met landen als Tunesië en Egypte. De Commissie
en Tunesië zijn over de uitwerking van de afspraken gemaakt in de vijf pilaren van
het MoU van 16 juli jl. doorlopend in gesprek. Voorts blijft de Commissie inzetten
op het ontwikkelen van brede migratiesamenwerking in verschillende landen in Noord-Afrika,
Sub-Sahara Afrika en het Midden-Oosten; zo presenteerde de Commissie onlangs haar
Actieplan voor migratie-inzet langs de Oostmediterrane route. Het kabinet roept de
Commissie op in alle relevante gremia, waaronder de aanstaande Europese Raad en de
JBZ-Raad, om ambitieuze voortgang te blijven boeken ten aanzien van brede partnerschappen.
De inzet van het kabinet is gericht op gelijkwaardige partnerschappen op basis van
wederzijds belang. Wanneer noodzakelijk zal het kabinet de inzet van alle instrumenten
bepleiten, inclusief visa en andere maatregelen.
Verder kijken de leden van de VVD-fractie met interesse naar de deal die gemaakt is
tussen Italië en Albanië. Kan de Staatssecretaris een nadere toelichting geven op
deze voorgenomen samenwerking? Welke effecten zijn van deze deal te verwachten? Ziet
de Staatssecretaris aanvullende mogelijkheden om vergelijkbare deals te sluiten?
Antwoord
Op 6 november 2023 ondertekenden Italië en Albanië een overeenkomst, die voorziet
in de mogelijkheid voor Italië om asielcentra op Albanees grondgebied te beheren met
een maximale capaciteit van 3.000 personen. De overeenkomst is gericht op door de
Italiaanse kustwacht op zee geredde migranten. Albanië en Italië hebben aangegeven
de details van de afspraken de aankomende tijd verder uit te werken. De Europese Commissie
heeft aangegeven er van uit te gaan dat de uitvoering van de afspraken buiten EU-wetgeving
valt en te wachten op de uitwerking van de afspraken voordat er gekeken kan worden
naar een verdere juridische appreciatie. Voor die juridische appreciatie is bijvoorbeeld
van belang of het gaat om personen die binnen of buiten de territoriale wateren van
de EU worden aangetroffen.
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld en in lijn met de motie van het lid Eerdmans, heeft
het kabinet meermaals gesproken over het verplaatsen van asielopvang en procedures
naar derde landen met andere lidstaten, waaronder met Denemarken. Het kabinet blijft
deze gesprekken voeren1. Dergelijke partnerschappen moeten wat het kabinet betreft altijd binnen de kaders
van het Europees en internationaal recht blijven. Het kabinet meent dat een verkenning
van dergelijke partnerschappen moet worden bezien in relatie tot verdere beleidsontwikkeling
op dit terrein door zijn ambtsopvolgers.
Algemene staat van het Schengengebied
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de voortgang van de pilots in
Roemenië en Bulgarije op het gebied van snelle asielprocedures en terugkeer, maar
lezen hierover niks terug in de geannoteerde agenda. Kan de Staatssecretaris een stand
van zaken geven van deze pilots? Kunnen er lessen getrokken worden uit deze pilots
voor het Europese asielsysteem?
Antwoord
In het verslag van de JBZ-Raad van 19-20 oktober jl. is uw Kamer geïnformeerd over
de voortgang ten aanzien van de pilots aan de buitengrenzen in Roemenië en Bulgarije.2 Deze pilots zijn in maart opgezet om te werken aan versterking van de Europese buitengrenzen
n.a.v. de Conclusies van de Europese Raad in februari 2023. Nederland heeft hier mede
op aangedrongen. Voor de pilots werken de betreffende lidstaten nauw samen met de
Commissie en de relevante EU-agentschappen, waarbij zowel het grensbeheer als asiel(grens)-
en terugkeerprocedures versterkt worden. De Commissie publiceerde in oktober twee
voortgangsrapporten. Deze zijn op de website van de Commissie te raadplegen.3 Hieronder worden enkele ontwikkelingen benoemd.
Bulgarije heeft operationele stappen gezet met EUAA, Frontex en Europol op het vlak
van grensbeheer, terugkeer en tegengaan van mensensmokkel. Zo heeft de regering een
wetswijziging voorgesteld om tegelijk met een negatief besluit over internationale
bescherming een terugkeerbesluit uit te kunnen vaardigen. Ook werken de Bulgaarse
autoriteiten aan digitalisering van het asiel- en terugkeerstelsel, met steun van
de Commissie.
Bulgarije heeft verder de samenwerking met Frontex geïntensiveerd. Vanaf begin 2024
wordt een nieuwe regeling voor begeleide vrijwillige terugkeer en re-integratie ingevoerd,
met meer financiële prikkels voor personen die dienen terug te keren.
Roemenië heeft in mei zijn asielwetgeving gewijzigd, waardoor het nu mogelijk is om
negatieve besluiten over internationale bescherming samen met een terugkeerbesluit
uit te vaardigen. Dit heeft bijgedragen aan een efficiëntere terugkeerprocedure. De
Roemeense autoriteiten hebben de samenwerking met de EUAA verder versterkt: EUAA experts
kunnen nu volledig deelnemen aan de registratie en beoordeling van asielaanvragen.
Wat grensbeheer en internationale samenwerking betreft, heeft Roemenië het beheer
van de buitengrenzen met Servië met succes voortgezet. Op basis van activiteiten voor
de preventie van illegale migratie met de Servische autoriteiten werden sinds de start
van de pilot in maart meer dan 400 gezamenlijke patrouilles en ad-hocpatrouilles uitgevoerd.
Roemenië heeft tevens een financiële bijdrage ontvangen om video-surveillance te versterken
aan de landsgrens met Servië, voor Bulgarije betreft dat een bijdrage voor additionele
staf op de Bulgaars-Turkse grens.
De pilots zijn nog niet afgerond. Het kabinet zal na afronding van de pilots aandringen
op EU-brede evaluatie ervan, inclusief de door de leden van de VVD-fractie genoemde
geleerde lessen.
Ten aanzien van het Schengen-acquis juichen de leden van de VVD-fractie toe dat er
gesproken wordt over terugkeer. Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris voor
lidstaten om terugkeerbesluiten op een efficiëntere en effectievere manier van elkaar
over te nemen? Is de Staatssecretaris bereid hiervoor te pleiten? Zou een eerder terugkeerbesluit
van een andere lidstaat gebruikt kunnen worden om via een zeer korte (schriftelijke)
procedure een aanvraag af te wijzen en in te zetten op terugkeer, zoals ook bij herhaalde
aanvragen in Nederland gebeurt? Zo nee, welke Europese richtlijnen of verordeningen
zitten hierbij in de weg?
Antwoord
Het kabinet is het met de leden van de VVD-fractie eens dat het positief is dat in
Schengenraad-verband gesproken wordt over het verbeteren van terugkeer. Het kabinet
zet in op een effectief en duurzaam Europees terugkeerbeleid. In lijn daarmee ondersteunt
Nederland dan ook de denkrichting van de Europese Commissie zoals uiteengezet in de
aanbeveling ten aanzien van de wederzijdse
erkenning van terugkeerbesluiten en het versnellen van terugkeer4. In het schriftelijk overleg over de JBZ-Raad van 28 september jl. is uw Kamer geïnformeerd
over de voortgang op het wederzijds erkennen van terugkeerbesluiten evenals over de
juridische en praktische vragen die nog in de weg staan van een onmiddellijke implementatie.
Asiel- en migratiepact
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de vorderingen die gemaakt worden
op de trilogen over de verschillende wetsvoorstellen uit het Asiel- en migratiepact.
Deze leden vragen of er vastgehouden wordt aan de rode lijnen zoals verplichte screenings-
en buitengrensprocedures, effectieve Dublinafspraken en de toepassing van het veilige
land concept. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat hij op dit punt geen substantiële
concessies zal accepteren, om te voorkomen dat de Europese Unie (EU) voor de komende
jaren een ineffectief migratiesysteem overeenkomt en het sluiten van migratiedeals
met derde landen wordt bemoeilijkt?
Antwoord
De trilogen tussen het Europees Parlement (EP) en de Raad zijn op de verschillende
wetsvoorstellen van het Asiel- en Migratiepact in volle gang, zowel op technisch als
politiek niveau. Het Voorzitterschap onderhandelt op basis van het mandaat van de
Raadsposities. Die bevatten – conform Nederlandse inzet – belangrijke elementen om
grip op asielmigratie aan de EU-buitengrenzen te versterken en secundaire migratie
binnen de EU te verminderen, met name door de voorgestelde verplichte screening, en
gesloten asiel- en terugkeerprocedures aan de EU-buitengrenzen. Het kabinet zet zich
er actief voor in dat de bereikte resultaten op deze elementen overeind blijven. Het
kabinet zet zich daarnaast in voor het behoud van de extra waarborgen voor monitoring
en naleving van het asielacquis, de in de Raadsposities bereikte verbeteringen in
het Dublin-stelsel, het zoveel mogelijk voorkomen van prikkels om kwetsbare migranten
vooruit te sturen, duidelijke en goed uitvoerbare regelgeving, en het beperkt houden
van administratieve lasten voor lidstaten. Ook de afspraken over veilige derde landen
zullen onderdeel uitmaken van de uiteindelijke weging van het eindakkoord.
Volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in Bulgarije en Roemenië
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de vorderingen rond de Schengen-toetreding
van Roemenië en Bulgarije. Zij constateren dat op de aankomende JBZ-Raad nog geen
besluitvorming is voorzien en er nog een factfinding missie naar Bulgarije zal plaatsvinden.
Los van de vordering rondom rechtstaat en anti-corruptie, hebben deze leden een belangrijke
vraag ten aanzien van secundaire migratie. Zij vragen wat het effect van toetreding
van Roemenië en Bulgarije zal zijn op secundaire migratie vanuit Griekenland naar
West-Europa (in het bijzonder Nederland). Een migrant die van Griekenland naar Nederland
wil reizen, zou na toetreding van Roemenië en Bulgarije vrij door de Schengenzone
kunnen reizen, in plaats van minimaal drie buitengrenzen passeren. Welk effect verwacht
de Staatssecretaris dat dit heeft op secundaire migratie naar Nederland, in het bijzonder
voor asielzoekers die via Griekenland reizen?
Antwoord
Voor het kabinet staat voorop dat lidstaten pas kunnen toetreden tot het Schengengebied
op moment dat vaststaat dat aan alle voorwaarden van het Schengenacquis wordt voldaan.
Eén van die voorwaarden is dat er sprake moet zijn van effectief buitengrensbeheer
conform wet- en regelgeving en in lijn met fundamentele rechten. Effectief buitengrensbeheer
houdt o.a. in dat het niet mogelijk is ongezien het Schengengebied in te reizen, maar
dat aan de buitengrenzen er systematische controles worden uitgevoerd, de nodige registratie
plaatsvindt, en dat toegang geboden wordt tot de asielprocedure wanneer relevant.
Dit kan helpen secundaire migratie tegen te gaan. Vanwege het belang van effectief
buitengrensbeheer is het kabinet van mening dat recente informatie nodig is over de
huidige toepassing van het Schengenacquis in Bulgarije voordat een besluit over toetreding
tot het Schengengebied genomen wordt, om er zo van verzekerd te zijn dat het acquis
correct wordt toegepast. Het kabinet kijkt dan ook uit naar de resultaten van de fact-findingmissie naar Bulgarije, waar buitengrensbeheer een belangrijk te toetsen aspect is. Ten aanzien
van Roemenië heeft het kabinet al eerder aangegeven (in zijn brief van 2 december
2022) dat Roemenië voldoet aan alle voorwaarden voor toetreding tot het Schengengebied.
Eenmaal toegetreden tot het Schengengebied zal het schengenevaluatiemechanisme, dat
is vastgelegd in een EU-verordening, van toepassing zijn op Roemenië en Bulgarije.
Voorts blijft het kabinet zich continu inzetten om secundaire migratie binnen het
Schengengebied tegen te gaan. Bijvoorbeeld door zich in te spannen voor het spoedig
afronden van de wijziging van de Schengengrenscode met daarin een versteviging van
de maatregelen die binnen het Schengengebied genomen kunnen worden om secundaire migratie
tegen te gaan, en uiteraard de doorlopende intensieve inzet van Nederland voor een
versterkt Dublinstelsel en verplichte screening- en asielgrensprocedures onder het
Asiel- en Migratiepact.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie en reactie van de bewindspersonen
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
Volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in Bulgarije en Roemenië
De leden van de D66-fractie constateren dat Bulgarije en Roemenië voldoen aan alle
voorwaarden voor volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis. Zij
dringen er daarom bij het kabinet op aan om steun uit te spreken voor toelating.
Antwoord
In de geannoteerde agenda die uw Kamer ontving is het kabinetsstandpunt uiteengezet.5 Het kabinet wacht op de resultaten van de fact-findingmissie om te kunnen beoordelen of aan de voorwaarden voor Schengentoetreding van Bulgarije
is voldaan. Het kabinet zal zijn appreciatie van de uitkomsten van de fact-findingmissie delen met uw Kamer.
Asiel- en migratiepact
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris of hij de geschetste deadline
nog haalbaar acht, gezien het nog ontbreken van compromisteksten en de grote verschillen
die nog bestaan tussen de lidstaten.
Antwoord
Gezien de omvang en reikwijdte van de wetsteksten is het streven van het Voorzitterschap
om vóór het einde van het jaar een akkoord te bereiken ambitieus. Het Voorzitterschap
zet zich hier echter wel volop voor in.
Voor het kabinet is van belang dat de voorstellen uiteindelijk een gebalanceerd resultaat
opleveren op de punten zoals genoemd in het eerdere antwoord op de vraag van de leden
van de VVD-fractie.
Het kabinet schrijft in de geannoteerde agenda dat zij prikkels om kwetsbare migranten
– waaronder alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) – vooruit te sturen zoveel
mogelijk wil voorkomen. Kan de Staatssecretaris schetsen welke prikkels het kabinet
ziet in zowel huidige als nieuwe regelgeving en op welke manier hij die prikkels zou
willen wegnemen? Eerder heeft de Staatssecretaris toegezegd wetenschappelijk onderzoek
te laten doen naar de motivatie en drijfveren van amv’s om vast te stellen of dergelijke
prikkels er zijn en of het wegnemen van dergelijke prikkels de kwetsbaarheid niet
juist vergroot. Wanneer wordt dit onderzoek verwacht? Kan de Staatssecretaris toezeggen
geen onomkeerbare stappen te zetten voordat dit onderzoek er is?
Antwoord
De inzet van het kabinet is er in algemene zin op gericht om te voorkomen of te verminderen
dat uitzonderingen voor kwetsbare groepen er toe kunnen leiden dat er prikkels ontstaan
om deze kwetsbare groepen vooruit te sturen. Een voorbeeld hiervan is dat het kabinet
inzet is op invoering van de regel (in de AMMR) dat ook een alleenstaande minderjarige
kan worden teruggeleid naar de Dublin-lidstaat waar hij of zij eerder al een asielprocedure
startte of doorliep, tenzij uit individuele omstandigheden zou blijken dat dat niet
in zijn belang zou zijn. Onder de huidige Dublinregels is dat, anders dan bij een
meerderjarige asielzoeker, niet mogelijk. Over het tijdstip van publicatie van het
in deze vraag aangehaalde onderzoek kan – omdat het een onafhankelijk onderzoek betreft –
geen harde toezegging worden gedaan. Het is wel de verwachting dat de Staatsecretaris
van Justitie en Veiligheid uw Kamer daar vóór het Kerstreces over kan berichten. De
inzet van het kabinet zoals in het eerdere antwoord op de vraag van de leden van de
VVD-fractie toegelicht (en waar ook de inzet op dit onderdeel vanuit maakt) is conform
de eerder vastgestelde lijn in de BNC-fiches. Het kabinet hecht groot belang aan de
voortgang van de onderhandelingen en is indachtig dat belang niet voornemens besluitvorming
over een gebalanceerd eindakkoord te pogen te vertragen.
Asiel en migratie: externe dimensie
De leden van de D66-fractie vragen of de Staatssecretaris kan toezeggen in de gesprekken
over migratiepartnerschappen met derde landen altijd ook afspraken over tijdelijke
studie- en arbeidsvisie te betrekken.
Antwoord
De Europese Commissie wil de EU aantrekkelijker maken voor werkzoekenden van buiten
de EU. Dit zou moeten helpen bij het oplossen van tekorten op de Europese arbeidsmarkten,
maar ook bij het verbeteren van de migratiesamenwerking met derde landen, het bevorderen
van terugkeer en het tegengaan van irreguliere migratie. Zo zet de Europese Commissie
in op het ontwikkelen van Talentpartnerschappen met een aantal sleutellanden van herkomst
en transit, en vinden deze ook hun weg in de brede partnerschappen met bijvoorbeeld
Tunesië. Deelname van Lidstaten aan deze Talentpartnerschappen blijft een nationale
competentie; een besluit over Nederlandse deelname is aan het volgende kabinet. Nederland
sluit wel aan als waarnemer bij de overleggen die plaatsvinden in het kader van de
Talentpartnerschappen met Tunesië, Marokko, en Egypte.
Dit kabinet ziet arbeidsmigratie uit derde landen, met uitzondering van kennismigratie,
als sluitstuk voor het oplossen van tekorten op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het kabinet
onderschrijft dat partnerschappen met prioritaire migratielanden, mits goed vormgegeven,
kunnen bijdragen aan een integrale benadering op migratiesamenwerking met derde landen,
waaronder het tegengaan van irreguliere migratie en het verbeteren van effectieve
terugkeersamenwerking voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Deze opzet sluit aan bij
wens om meer grip te krijgen op migratie. Tijdelijke, kleinschalige en circulaire
arbeidsmigratie via pilots kunnen onderdeel vormen van bilaterale migratiepartnerschappen
op basis van strikte wederzijdse afspraken.
Daarnaast vragen deze leden of de Staatssecretaris de steun voor de Tunesiëdeal wil
intrekken en zo niet, in ieder geval erop wil aandringen dat binnen deze afspraken
ook oog komt voor opvang en integratie in Tunesië en hervestiging van kwetsbare vluchtelingen
naar de EU.
Antwoord
Het kabinet steunt de Commissie in haar inzet om brede, wederzijdse partnerschappen
te ontwikkelen, en in dat kader de afspraken die de Commissie maakte met Tunesië.
Hervestiging van vluchtelingen naar de Europese Unie is geen onderdeel van de door
de Commissie gemaakte afspraken.
Voor het kabinet is het van belang dat de uitwerking van de afspraken plaatsvindt
binnen internationaal rechterlijk kader en met respect voor mensenrechten. Tevens
zet het kabinet in op het duurzaam verbeteren van asiel- en migratiemanagement in
Tunesië, inclusief het versterken van bescherming van migranten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie en reactie van de
bewindspersonen
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de geannoteerde agenda niets over
de afspraken tussen Italië en Albanië over de external processing van asielverzoeken.
Vindt de Staatssecretaris de afspraken juridisch toegestaan? Vindt de Staatssecretaris
dat het Unierecht van toepassing is in de voorgestelde Italiaanse opvangcentra en
de Italiaanse procedures in Albanië? Heeft Albanië nationale wetgeving ter implementatie
van het Verenigde Naties (VN)-Vluchtelingenverdrag? Zo ja, wordt deze wetgeving adequaat
uitgevoerd? Ziet de Staatssecretaris een rol weggelegd voor de EC om de naleving van
het VN-Vluchtelingenverdrag in Albanië – zowel binnen de voorgestelde Italiaanse opvangcentra
als daarbuiten – te waarborgen?
Antwoord
Het kabinet verwijst naar het antwoord op een gelijksoortige (deel)vraag van de leden
van de VVD-fractie over de juridische verenigbaarheid. In aanvulling daarop kan worden
toegelicht dat Albanië het VN-vluchtelingenverdrag heeft geratificeerd en dat het
verdrag in werking is. Daarnaast is Albanië kandidaat-lidstaat is van de Europese
Unie en in die hoedanigheid werkt Albanië aan de implementatie van het EU asielacquis.
De Commissie assisteert daarbij, onder andere door middel van pre-accessiesteun. Het
kabinet acht het van belang dat onder andere in het kader van het toetredingsproces,
Albanië ook verder stappen zet in het implementeren van de asielwetgeving, toegang
tot asiel en de praktijk van de asielprocedures verder in lijn brengt met het EU-acquis
en andere internationale verdragen. Op 8 november jl. presenteerde de Europese Commissie
de jaarlijkse landenrapportages over de tien (potentiële) kandidaat-lidstaten waaronder
Albanië. De appreciatie van deze mededeling van de Europese Commissie komt uw Kamer
op korte termijn toe.
EU-Westerse Balkan Ministerieel Forum te Skopje (26-27 oktober 2023)
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat tijdens
het EU-Westerse Balkan Ministerieel Forum te Skopje van 26-27 oktober 2023 de eerbiediging
van de rechtsstaat aan bod is gekomen. Vindt de Staatssecretaris dat migranten in
een rechtsstaat asiel zouden moeten kunnen aanvragen? In hoeverre is het volgens de
Staatssecretaris theoretisch én praktisch mogelijk om in Servië asiel aan te vragen?
Antwoord
Ook Servië is kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. De Europese Commissie concludeerde
in de jaarlijkse landenrapportage over Servië onder andere dat de wetgeving op het
gebied van asiel grotendeels in lijn is met het EU-acquis. Toegang tot asiel is onderdeel
van de EU wetgeving op asiel. Het kabinet vindt het noodzakelijk dat in het kader
van het toetredingsproces Servië de wetgeving verder in lijn brengt en dat Servië
de toegang tot asiel, inclusief de registratie van asielzoekers, verbetert.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat de geannoteerde agenda niets
bevat over de EU Facility for Refugees in Turkey (FRIT). Kan de Staatssecretaris inzage
geven of er in de Raad unaniem wordt gedacht over de noodzaak tot voortzetting van
de financiering? In hoeverre zetten EC en Raad zich actief in om financiering te richten
op specifieke kwetsbare groepen zoals mensen op de vlucht met een handicap en alleenstaande
vrouwen? Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris voor het additioneel ondersteunen
van Turkije in de vorm van complementary pathways voor vluchtelingen die in Turkije
verblijven?
Antwoord
De noodzaak tot continuering van de financiering voor de opvang van vluchtelingen
in Turkije wordt in de Raad breed gedeeld. Ook het kabinet is hier voorstander van
en is van mening dat de Commissie hiervoor binnen de kaders van het huidige MFK de
benodigde middelen beschikbaar moet stellen. Binnen de programmering van het FRIT
is aandacht voor de meest kwetsbare vluchtelingen. Zo prioriteert het Emergency Social
Safety Net (ESSN) de verschaffing van cash assistance aan kwetsbare vluchtelingen
zoals grote families, ouderen, alleenstaande vrouwen, eenoudergezinnen en mensen met
een handicap.
Het kabinet is voorts voorstander van de volledige implementatie van de EU-Turkijeverklaring
– waar hervestiging onderdeel van is –, en roept andere LS er toe op om hier een bijdrage
aan te leveren. Ten aanzien van het nationale hervestigingsbeleid onder de EU-Turkije
verklaring is uw Kamer op 18 september 2023 geïnformeerd.6
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de toezegging van
de EC dat er een audit zou komen van de afgelopen financiering van het FRIT. Kan de
Staatssecretaris inzage geven in het proces omtrent de voorgestelde audit en wanneer
de resultaten hiervan gedeeld gaan worden met de Kamer?
Antwoord
De Europese Rekenkamer is begin juni naar Turkije gegaan voor een audit van het FRIT.
Het rapport van de Europese Rekenkamer wordt begin volgend jaar verwacht en zal in
Europees verband besproken worden.
Kan de Staatssecretaris in dit kader reflecteren op het Second Türkiye-EU High Level
Dialogue on Migration and Security die heeft plaatsgevonden op 23 november 2023?
Antwoord
Het kabinet staat achter de Raadsconclusies uit 2021 waarin wordt aangegeven dat de
EU bereid is op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze samen met Turkije
op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang de samenwerking te versterken.
De high-level dialogen tussen Turkije en de Europese Commissie geven uitvoering aan
deze positieve agenda, waarbij migratie een dossier is van wederzijds belang. Ylva
Johansson, de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken, besprak met de Turkse Minister
van Binnenlandse Zaken, Ali Yerlikaya, onder andere het voorkomen van irreguliere
migratie, grensbewaking, de strijd tegen mensensmokkel en de samenwerking tussen de
migratieagentschappen van de EU en Turkije.
Eind 2022 kwam Human Rights Watch met het rapport «Turkey: Hundreds of Refugees Deported
to Syria». Kan de Staatssecretaris reageren op de aanbevelingen voor de EC, die genoemd
zijn in dit rapport?
Antwoord
Het kabinet heeft kennisgenomen van het rapport van Human Rights Watch en de daarin opgenomen aanbevelingen. Op basis van Turkse wetgeving wordt Syrische
vluchtelingen, maar ook vluchtelingen uit andere herkomstlanden, internationale bescherming
geboden en hebben zij rechten die grotendeels in lijn zijn met het VN Vluchtelingenverdrag,
inclusief opvang, gezondheidszorg en onderwijs. Ook is Turkije gehouden aan het principe
van non-refoulement, zowel op basis van het Vluchtelingenverdrag als de eigen wetgeving.
Het kabinet is van mening dat terugkeer van Syriërs vanuit Turkije alleen op basis
van de door UNHCR gestelde voorwaarden kan plaatsvinden: veilig, vrijwillig en waardig.
Het kabinet onderstreept dit ook steeds in gesprekken met de Turkse autoriteiten en
kaart zorgen in dit kader bij hen aan.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met verbazing kennisgenomen dat Turkse
autoriteiten de Nederlandse journalist Reber Dosky enige tijd hebben vastgehouden
op verdenking van terrorisme. Kan het demissionaire kabinet op deze zaak reageren?
Heeft het demissionaire kabinet de Turkse regering hierop aangesproken?
Antwoord
Het kabinet is bekend met de aanhouding van betrokkene en diens terugkeer naar Nederland.
Door medewerkers van de ambassade in Ankara is onmiddellijk na zijn aanhouding tot
aan zijn vertrek uit Turkije steeds contact met hem en zijn naasten geweest en is
consulaire bijstand verleend. Op individuele zaken kan niet worden ingegaan. Het is
eerst aan de lokale autoriteiten om toelichting te geven op de reden van aanhouding
en eventuele juridische vervolgstappen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris wanneer de Kamer
de kabinetsappreciatie van het rapport van de Commissie Meijers over de status van
Oekraïense vluchtelingen in de EU zal ontvangen.
Antwoord
Het kabinet informeert u voor het einde van dit jaar over de voorlopige resultaten
uit de verkenning verblijfsrecht en terugkeer van ontheemden uit Oekraïne. Daar neemt
het kabinet de inzichten en aanbevelingen uit het rapport van de Commissie-Meijers
in mee.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen aandacht voor de onderhandelingen over
de uitvoering van het EU-Tunesië Memorandum of Understanding. Heeft de Associatieraad
reeds plaatsgevonden of is deze al gepland? Hoe staat het met de uitwerking van het
voornemen voor Tunesische wetgeving ter implementatie van het VN-Vluchtelingenverdrag?
Antwoord
Het kabinet heeft van de Commissie vernomen dat het niet meer haalbaar is om de Associatieraad
met Tunesië voor het einde van 2023 te houden en dat nu wordt ingezet op de eerste
helft van 2024. Het kabinet roept de Commissie op om dit zo snel mogelijk te realiseren.
Het kabinet roept de Commissie op tot het versterken van asiel- en migratiemanagement
in Tunesië, met het oog op bescherming van fundamentele rechten van migranten. Een
asielwet ter implementatie van internationale afspraken zoals het VN Vluchtelingenverdrag
en het Global Compact on Migration is vooralsnog niet doorgevoerd door Tunesië. Nederland hecht eraan dat hier prioriteit
aan wordt gegeven.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie en reactie van de bewindspersonen
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben
de volgende opmerkingen en vragen.
Asiel- en migratiepact
De leden van de SP-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat er mogelijk nog dit
jaar een akkoord wordt bereikt over het Pact. In november 2020 sprak de Kamer met
het kabinet af dat er geen onherroepelijke stappen zouden worden gezet voordat de
Kamer erover heeft kunnen debatteren. Deze leden stellen nogmaals vast hoe intransparant
dit proces van de triloog is en roepen het kabinet op om dit te verbeteren en de Kamer
nauwer bij dit proces te betrekken.
Antwoord
In de geannoteerde agenda heeft het kabinet uw Kamer gemeld wat belangrijke elementen
zijn waar het Europees Parlement op lijkt in te zetten, evenals wat de prioriteiten
zijn waar Nederland – conform de inzet uit de BNC-fiches – aan vasthoudt.7 Naarmate het proces vordert zullen eventueel openstaande punten steeds verder concretiseren.
Het kabinet zal uw Kamer daarover via de gebruikelijke routes (het JBZ-verslag en
de Geannoteerde Agenda) informeren. Over het eindresultaat van de trilogen zal een
formeel besluitvormingsmoment plaatsvinden tijdens een vergadering van de Raad. Uw
Kamer zal voorafgaand aan deze besluitvorming geïnformeerd worden. Het staat uw Kamer
vrij om aanvullende momenten van informatievoorziening of debat te organiseren, naast
de hiervoor genoemde gebruikelijke momenten.
Asiel en migratie: externe dimensie
Graag ontvangen de leden van de SP-fractie een update van de Staatssecretaris over
de implementatie van de Tunesiëdeal. Ondanks de zeer zorgwekkende signalen antwoordde
de Staatssecretaris eerder dat de deal nog niet dood zou zijn en dat de EC met de
Tunesische regering spreekt over de uitwerking. Graag ontvangen voornoemde leden een
update op dit punt. Hoe staat het met het opzetten van een functioneel Tunesisch asielsysteem?
Antwoord
Het kabinet verwijst de leden van de SP-fractie naar de antwoorden op gelijkluidende
vragen van de leden van de fracties van de VVD, D66 en Groenlinks/PvdA.
Dit laatste is ook relevant in het licht van de uitspraak van het Britse Hooggerechtshof,
waarin (kort samengevat) wordt gesteld dat het Rwandese asielsysteem onvoldoende waarborgen
biedt tegen refoulement, zodat verplaatsing van asielzoekers naar Rwanda vooralsnog
niet rechtmatig is. Deelt de Staatssecretaris deze opvatting?
Antwoord
Het kabinet heeft kennisgenomen van de uitspraak van het Britse Hooggerechtshof. Het
beginsel van non-refoulement – vreemdelingen die gegronde vrees voor vervolging in
hun land van herkomst hebben, mogen niet naar dat land worden teruggestuurd – is sterk
verankerd in het Europese en internationale recht, zoals in het VN Vluchtelingenverdrag,
het Europees verdrag voor de rechten van de Mens (EVRM) en het Handvest van de grondrechten
van de Europese Unie.
Het kabinet meent dat migratie-gerelateerde partnerschappen met andere landen binnen
de kaders van dit Europees en internationaal recht moeten blijven met het oog op bescherming
van fundamentele rechten van migranten.
Verder hebben de leden van de SP-fractie kennisgenomen van de overeenkomst tussen
Italië en Albanië. Het standpunt van het kabinet dat afspraken over migratie met derde
landen zowel bilateraal als Europees kunnen en moeten worden gemaakt, is bekend. Maar
vindt de Staatssecretaris het wenselijk wat Italië doet op dit punt? Immers, hoe de
Albaniëdeal uitpakt, heeft ook gevolgen voor de rest van Europa. Zo is bijvoorbeeld
onduidelijk wat er gebeurt met afgewezen asielzoekers in de Albanese opvangcentra.
Kunnen deze mensen nogmaals in de EU asiel aanvragen, als ze die centra verlaten?
Hoe staat de Staatssecretaris in het algemeen tegenover extraterritorial processing
c.q. de toepassing van Nederlands asielrecht in een land buiten de EU? Daarnaast,
wordt er in de JBZ-Raad nagedacht over opvangcentra buiten de EU waar over asielaanvragen
wordt beslist op basis van Europees asielrecht door Europese ambtenaren? Hoe staat
de Staatssecretaris daar tegenover?
Antwoord
Het kabinet verwijst naar het antwoord op een zelfde (deel)vraag van de leden van
de VVD-fractie.
Arbeidsmigratie
De leden van de SP-fractie zijn bezorgd dat de EC toch weer gewoon doorgaat met het
bevorderen van arbeidsmigratie. De Commissievoorstellen van 15 november 2023 zijn
verpakt in alarmistische termen, zoals «critical labour shortages» (de Eurocommissaris
koppelde zelfs het slagen van de energietransitie eraan). Is de EC zich ook bewust
van de maatschappelijke weerstand? Erkent de Staatssecretaris dat nieuwe arbeidsmigranten
hiernaartoe halen zich slecht verenigt met het enorme woningtekort?
Antwoord
Het kabinet ziet arbeidsmigratie van buiten de EU, met uitzondering van kennismigratie,
als sluitstuk voor de aanpak van tekorten op de arbeidsmarkt. Arbeidsmigratie biedt
maar in beperkte mate een oplossing voor krapte en dient te worden afgezet tegen effecten
op beleidsterreinen zoals huisvesting, zorg, onderwijs, openbare orde en veiligheid,
(irreguliere) migratie, terugkeer en overname, maar ook tegen grote maatschappelijke
en sociaaleconomische vraagstukken, waaronder integratie en sociale cohesie. Bovendien
krijgen arbeidsmigranten nog te vaak te maken met uitbuiting en misstanden, zoals
slechte woon- en werkomstandigheden. Dit is ook aangegeven in het BNC-fiche in reactie
op de Mededeling van de Commissie van 27 april 2022.8 Het kabinet draagt dit standpunt actief uit richting de Commissie. Momenteel bestudeert
het kabinet de Commissievoorstellen van 15 november 2023. Binnen de gebruikelijke
termijn van zes weken volgt een kabinetsreactie in de vorm van een BNC-fiche.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie en reactie van de bewindspersonen
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken ten aanzien van de onderwerpen asiel- en
vreemdelingenzaken.
De leden van de ChristenUnie-fractie zouden daarover nog willen vragen of ook de Staatssecretaris
nog zal vragen naar de stand van zaken met betrekking tot het door de EC aangekondigde
brede partnerschap met Egypte en de uitwerking van de afspraken met Tunesië. Deze
leden zouden daarover met name willen weten, naar aanleiding van de motie van het
lid Drost c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1963), hoe de feitelijke naleving van mensenrechten van migranten, zoals die zijn vastgelegd
in internationale verdragen, in het geval van de overeenkomst met Tunesië gegarandeerd
en gecontroleerd wordt. Is de Staatssecretaris van oordeel dat de naleving van mensenrechten
van migranten voldoende is?
Antwoord
Tijdens de Europese Raad van okt. jl. kondigde president van de Europese Commissie
Von der Leyen aan voornemens te zijn een breed strategisch partnerschap te ontwikkelen
met Egypte Dit onderwerp kwam ook aan de orde tijdens het bezoek van president Von
der Leyen aan Cairo op 18 november jl. Wat het kabinet betreft dienen dergelijke brede
partnerschappen, die onder andere als doel hebben om irreguliere migratie tegen te
gaan en terugkeer te bevorderen, gelijkwaardig en duurzaam van aard te zijn, binnen
van het internationaal rechterlijk kader en met inachtneming van bescherming van mensenrechten.
Zoals door het kabinet reeds aangegeven bij de appreciatie van de motie Drost zijn
de afspraken die de Commissie met Tunesië maakte in lijn met internationale verdragen.
Op dit moment worden de afspraken tussen de Commissie en Tunesië uitgewerkt, waarbij
het kabinet van mening is dat de fundamentele rechten van migranten te allen tijde
gerespecteerd dienen te worden, en dat de Commissie in dient te zetten op het verbeteren
van asiel- en migratiemanagement in Tunesië om bescherming van migranten te bevorderen.
Het kabinet draagt dat consequent uit in EU-verband.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
H. Kat, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.C. Burger, adjunct-griffier