Schriftelijke vragen : Viruswaarheid
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over Viruswaarheid (ingezonden 1 december 2023).
Vraag 1
            
Waarom werden meerdere inlichtingendiensten ingezet om groepen zoals Viruswaarheid
               te monitoren? Waarom gebeurde dit al vanaf medio juni 2020, wat was de directe aanleiding
               hiervoor?1
Vraag 2
            
Waren de uitingen en initiatieven van Viruswaarheid, te weten petities, uitzendingen,
               demonstraties en rechtszaken de reden voor het monitoren van deze organisatie? Zo,
               hoe rijmt u dat met de rechten die burgers en organisaties hebben in onze democratische
               rechtsstaat om dergelijke dingen binnen de grenzen van de wet te doen?
            
Vraag 3
            
Wat was de aanleiding voor en rechtvaardiging van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
               (AIVD) om in de Whatsapp-groepen van Viruswaarheid mee te kijken en op basis daarvan
               mensen te benaderen en te interviewen?
            
Vraag 4
            
Waarom weigert het Openbaar Ministerie (OM) tot op heden om de siterep van de demonstraties
               van 21 en 28 juni die de politie en het OM hebben gemaakt toe te voegen aan de strafzaak?
               Erkent u dat het achterhouden van bewijsmateriaal onacceptabel is?
            
Vraag 5
            
Waar zijn de activiteiten van het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC), na de
               opheffing van dit orgaan, ondergebracht? En worden de activiteiten van groepen zoals
               Viruswaarheid nog steeds gemonitord? Zo ja, door wie, waarom en op welke schaal?
            
Vraag 6
            
Wat was de juridische grondslag in 2020 om Viruswaarheid te monitoren? Zijn er ooit
               criminele activiteiten geconstateerd? Zo nee, waarom werd de monitoring dan toch doorgezet?
            
Vraag 7
            
Wat is de juridische grondslag van de vergaarbak? Op basis waarvan mocht deze bevoegdheid
               worden ingezet?
            
Vraag 8
            
Welke juridische grondslag was er voor het bijhouden van de mappen met «bekende Nederlanders»?
Vraag 9
            
Welke juridische grondslag is er voor het bijhouden van een lijst van 20 verspreiders
               van desinformatie, die de onderstroom zouden aanjagen? Wie stelde deze lijst samen?
            
Vraag 10
            
Is de afdeling ondermijning van de politie en OM, bedoeld voor georganiseerde misdaad,
               ingezet bij het bestrijden van «desinformatie»? Is deze afdeling ingezet om groepen
               demonstranten in kaart te brengen en om zicht te krijgen op Viruswaarheid in het bijzonder?
            
Vraag 11
            
Bent u, terugkijkend op de gebeurtenissen van 2020–2022, het eens met de stelling
               dat er grove schendingen hebben plaatsgevonden, met name aangaande artikel 8, artikel 10,
               artikel 11 en artikel 14 EVRM (art 1, art 7, art 9 en art 10 Grondwet)? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 12
            
Is het met deze wetenschap niet heel logisch dat burgers grote en terechte argwaan
               hebben tegenover bepaalde onderdelen van de overheid? Is de term «anti-institutioneel
               extremisme» dan ook geen onrechtmatige vorm van criminalisering van deze burgers en
               een voortdurende schending van artikel 8 EVRM (art 10 GW)? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Waarom weigert u communicatie te delen over de strafzaak Engel, omdat het nog onder
               de rechter zou zijn, terwijl de verdachte zelf toestemming heeft gegeven om alle communicatie
               openbaar te maken? Waarom beroept u zich op de stelling dat de communicatie geen betrekking
               heeft op de inhoud van de zaak, terwijl dit geen belemmering zou moeten zijn voor
               openbaarmaking?
            
Vraag 14
            
Kunt u uitleggen waarom «het belang van de Staat» de openbaarmaking van communicatie
               in de weg staat en hoe dit zich verhoudt tot het belang van de verdachte in zijn eigen
               zaak? Is er hierdoor geen sprake van een schending van artikel 6 EVRM, equality of
               arms?
            
Vraag 15
            
Snapt u dat de Kamervragen die zij stelde in haar rol als Kamerlid, op 9 februari
               2021, de indruk geven dat deze zaak persoonlijk is voor haar?
            
Vraag 16
            
Heeft de raadpleging van de gegevens van Engel van de afdeling extra judiciële taken
               (702701) van het OM op 21 en op 23 maart 2022 er niet alle schijn van dat deze raadpleging
               is gedaan in het kader van de strafvervolging van de heer Engel, samenvallend met
               de afstemming tussen verschillende onderdelen in de rechtspraak die allen op 23 maart
               2022 tot een besluit kwamen om een zaak aangaande demonstraties van 21 en 28 juni
               2020 af te wijzen, om een artikel 12 procedure af te wijzen aangaande een aangifte
               tegen een officier, om de aanvaller van Engel niet te vervolgen en een schikking aan
               te bieden, om Engel zijn VOG af te wijzen?
            
Vraag 17
            
Zou u alle communicatie met Twitter en Facebook van alle betrokken departementen –
               Defensie, Binnenlandse Zaken, VWS en J&V, aangaande de heer Engel openbaar willen
               maken? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 18
            
Onderschrijft u dat het vervolgen van Engel politiek gemotiveerd is? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 19
            
Hoe rechtvaardigt het OM dat zij meerdere uitingen heeft veranderd en daarmee beeldvorming
               bewust heeft beïnvloed en feiten heeft verdraaid, om daarmee de kans op veroordeling
               te vergroten? Erkent u dat dit niet alleen onacceptabel is, maar dat het OM daarmee
               een misdrijf heeft gepleegd? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 20
            
Erkent u dat de onrechtmatigheden in de zaak Engel passen in het patroon van een criminele
               overheid, gezien de vele flaters van het OM, zoals het afluisteren van journalisten,
               het verkeerd onrechtmatig gebruik van bewijsmateriaal zoals in de zaak Stibbe, het
               inzetten van vervolging voor lidmaatschap van en/of betrokkenheid bij een criminele
               organisatie als politiek wapen in de zaak De Mos? Zo nee, waarom niet?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
