Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het opnieuw verlengen van de gedoogperiode voor de garnalenvisserij op de Waddenzee en de Noordzeekust zone
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het opnieuw verlengen van de gedoogperiode voor de garnalenvisserij op de Waddenzee en de Noordzeekust zone (ingezonden 1 november 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 30 november 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 503.
Vraag 1
Welk perspectief denkt u te bieden met het wederom verlengen van de gedoogperiode,
aangezien er vanuit de sector op wordt gewezen dat het verlengen van de gedoogperiode
geen perspectief biedt voor de lange termijn?
Antwoord 1
De leverantie- en installatietijden van de katalysatoren belemmeren momenteel in praktische
zin de ingezette verduurzaming. Met de langere periode van gedogen biedt ik de vissers
extra ruimte om die verduurzaming toch door te zetten, juist ook door met de gecontinueerde
visserij voldoende inkomsten voor die investering te genereren.
Ik wil in de loop van 2024 vervolgens overgaan op besluitvorming op de vergunningaanvragen.
Mij is bekend dat deze visserijsector van diverse kanten nog andere bedreigingen voor
haar bedrijfsvoering en bestaansrecht ziet. Mede in dat verband werkt de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, samen met de sector en betrokken natuurorganisaties,
aan een Toekomstperspectief Garnalenvisserij voor de langere termijn.
Vraag 2
Wanneer verwacht u een definitief antwoord te kunnen geven op het verzoek vanuit de
visserij waarin wordt verzocht om de visserij onder bestaand recht te laten vallen?
Antwoord 2
Ik heb reeds eerder inhoudelijk aangegeven op welke wijze de garnalenvissers eventueel
een beroep op een bestaand recht zouden kunnen onderbouwen. Zonder daarbij te kunnen
garanderen dat een dergelijk beroep juridisch ook stand zou kunnen houden.
Tot op heden is vanuit deze visserijsector nog geen dusdanige juiste danwel volledige
documentatie aangeleverd om een beroep op een bestaand recht te kunnen doen. Uiteraard
blijft het de individuele vissers vrij staan om hierop gecontinueerd inzet te plegen.
Vraag 3
Verwacht u dat er een juridisch houdbare route is om de visserij onder bestaand recht
te laten vallen?
Antwoord 3
Ik moet en wil hierop flinke slagen om de arm houden; dat is de sector ook bekend.
Eerder berichtte ik uw Kamer over de voorziene juridische houdbaarheid op 11 mei 2023
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2564).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.