Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de Nederlandse vlag
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister-President over de Nederlandse vlag (ingezonden 3 oktober 2023).
Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 29 november 2023).
Vraag 1
Erkent u dat de Nederlandse vlag (en in het verlengde hiervan de provincievlag en
de gemeentevlag) de meest inclusieve vlag van het land is? Zo nee, waarom niet? Kunt
u deze vraag inhoudelijk beantwoorden en niet op procedurele wijze?1
Antwoord 1
Het is niet aan mij om uitspraken te doen over welke vlag de meest inclusieve vlag
van het land is.
Vraag 2
Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, waarom is het dan nog nodig om speciale
vlaggen te laten wapperen die volgens u de inclusiviteit benadrukken?
Antwoord 2
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Wekt dat niet de indruk dat de Nederlandse vlag zelf niet inclusief genoeg is?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Indien vraag 1 ontkennend wordt beantwoord, wat is volgens u in dat geval eigenlijk
de betekenis van de Nederlandse vlag?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 5
Op vraag 3 antwoordt u onder meer dat er geen vlaginstructies en geen algemene wettelijke
regels zijn voor het vlaggen met andere dan de Nederlandse (provincie of gemeente)
vlag; betekent dit dat men op publieke gebouwen willekeurig elke vlag kan laten wapperen?
Antwoord 5
De vlaginstructie heeft alleen betrekking op het uitsteken van de Nederlandse vlag.
Voor andere vlaggen geldt de vlaginstructie niet. Er zijn geen algemene wettelijke
regels voor het vlaggen met andere vlaggen. Dit is de verantwoordelijkheid van de
eerstverantwoordelijke Minister ten aanzien van overheidsinstellingen, respectievelijk
de verantwoordelijkheid van de provinciebesturen en de gemeentebesturen.
Vraag 6
Zou het bijvoorbeeld toegestaan zijn om een communistische vlag op een stadhuis of
ministerie te laten wapperen? Zou men een PvdA-vlag mogen hijsen? Een VVD-vlag wellicht?
Of misschien een FVD-vlag? Een vlag van een religieuze beweging of een kerkgenootschap?
Een vlag van een sportvereniging?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
U hebt geen antwoord gegeven op de vraag of overheidsinstellingen ideologisch neutraal
behoren te zijn; betekent dit dat u vindt dat men partijvlaggen van publieke gebouwen
kan laten wapperen?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Kan elke identiteit in het land zijn eigen vlag hijsen op een publiek gebouw of zijn
er uitzonderingen?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 9
U stelt dat overheidsinstellingen «dit wezenlijke uitgangspunt», namelijk dat de overheid
er voor iedereen is, bij hun handelen dienen te «respecteren»; erkent u dat de overheid
er rekening mee moet houden geen openlijk partijdige vlaggen op overheids- en andere
publieke gebouwen te hijsen omdat daarmee dit wezenlijke principe wordt aangetast?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 10
Zo nee, waarom erkent u dit niet?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 9.
Vraag 11
U hebt vraag 5 niet beantwoord; betekent dit dat u niet erkent dat pride en SDG-vlaggen
voor een groeiend aantal Nederlanders staan voor een zeer controversiële, internationale
woke-ideologie en (vooral in het geval van de SDG-vlaggen) voor de ideologie van de
Verenigde Naties en het World Economic Forum (zie de overeenkomst betreffende de versnelde
implementatie van de SDG-doelen tussen het WEF en de VN van juni 2019)?
Antwoord 11
Het is niet aan mij op te speculeren over ideologische associaties die mensen kunnen
hebben met vlaggen.
Vraag 12
Heeft u onderzoek laten doen naar de mate van acceptatie van deze ideologie en deze
vlaggen onder de bevolking? Zo nee waarom niet? Zo ja, kunt u de uitkomst van dat
onderzoek met de Kamer delen?
Antwoord 12
Nee, ik zie hier ook geen aanleiding toe.
Vraag 13
Bent u zich ervan bewust dat het kabinet met het toestaan van het wapperen van partijvlaggen
als de pridevlag en de SDG-vlag een groot deel van de Nederlanders juist uitsluit
(vermoedelijk gaat het om miljoenen mensen uit alle lagen van de bevolking, met allerlei
etnische en religieuze achtergronden, die deze ideologieën afwijzen) en het laten
wapperen van deze vlaggen dus het tegendeel is van inclusief? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Het kabinet staat voor gelijke rechten, kansen en vrijheden voor iedereen. Het is
niet aan mij op te speculeren over ideologische associaties die mensen kunnen hebben
met vlaggen.
Vraag 14
Vindt u deze specifieke uitsluiting een probleem? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Zie het antwoord op vraag 13.
Vraag 15
Vindt u het wellicht acceptabel mensen met bepaalde andere opvattingen die afwijken
van de heersende ideologie buiten te sluiten? Zo ja, waarom vindt u dat acceptabel?
Antwoord 15
Zie het antwoord op vraag 13.
Vraag 16
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden aangezien een «integrale beantwoording»
niet gewenst wordt? Zo nee, waarom kunt u de vragen niet afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 16
Ja.
Vraag 17
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
Het is helaas niet gelukt om deze vragen binnen drie weken te beantwoorden
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister-president
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.