Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ellian en Van Nispen over inzage door geadopteerden in hun eigen adoptiedossier
Vragen van de leden Ellian (VVD) en Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over inzage door geadopteerden in hun eigen adoptiedossier (ingezonden 25 oktober 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 27 november 2023). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 397.
Vraag 1
Waarom hebben binnenlands afgestane kinderen nog altijd geen ongehinderde toegang
tot hun afstands- en adoptiedossier?
Antwoord 1
Afstand- en adoptiedossiers worden op verschillende plekken bewaard, zoals bij de
Raad voor de Kinderbescherming, Fiom of bij kleinere particuliere instellingen die
een betrokkenheid hebben gehad bij binnenlandse afstand en adoptie en die niet onder
verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid vallen. Voor deze vindplaatsen gelden verschillende
juridische kaders die mede bepalen welk inzagebeleid van toepassing is. Die verscheidenheid
in inzagebeleid kan door belanghebbenden als beperkend en hinderlijk worden ervaren
en dat betreur ik.
Er zijn inmiddels concrete stappen gezet om afstand- en adoptiedossiers die onder
de reikwijdte van de Archiefwet1vallen, over te brengen naar het Nationaal Archief. Recent heb ik uw Kamer geïnformeerd
over de overbrenging van dossiers inzake binnenlandse afstand en adoptie van de Raad
van de Kinderbescherming naar het Nationaal Archief2. Volgens de huidige planning zullen de afstands- en adoptiedossiers van geadopteerden
met geboortejaar 1956 tot en met 1969 uiterlijk in het voorjaar 2024 opvraagbaar zijn
bij het Nationaal Archief. De overige dossiers bij de RvdK die volgens de Archiefwet
nog moeten worden overgedragen, zullen zo snel mogelijk volgen. Over het proces van
overbrenging van dossiers van de Raad van de Kinderbescherming en het inzagebeleid
van het Nationaal Archief wordt ook contact onderhouden met de belangenorganisaties.
Vraag 2
Welke belangen en/of rechten van overig betrokkenen in een afstands- en adoptiedossier
zouden zwaarder kunnen wegen dan het recht op ongehinderde inzage van een afgestane
of geadopteerde?
Antwoord 2
In afstands- en adoptiedossiers kunnen gegevens voorkomen van de afstandsmoeder, biologische
vader, adoptieouders en biologische of adoptiebroers- en zussen. Het kan gaan om standaard
persoonsgegevens en bijzondere persoonsgegevens. Een afgestane of geadopteerde heeft
het recht op afstammingsinformatie. Dit recht is sterk, maar – zo komt het terug in
de relevante rechtspraak – niet absoluut. In sommige gevallen kan het recht op privacy
van de andere betrokkenen zwaarder wegen, of kunnen er geen (bijzondere) persoonsgegevens
worden verstrekt op grond van de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG). Dit
vergt een belangenafweging die per geval gemaakt moet worden. Uit de jurisprudentie
kan overigens worden afgeleid dat het recht op afstammingsinformatie doorgaans zwaarder
weegt dan de privacy van de afstandsmoeder.
Vraag 3
Hoe wordt de pijnlijke omstandigheid in dit verband gewogen dat bij een grote groep
geadopteerden vanaf 1954 tot 1984 er sprake van kan zijn dat de moeder gedwongen werd
om het kind af te staan?
Antwoord 3
Voor een toelichting op de belangenafweging bij een verzoek tot inzage, verwijs ik
u naar het antwoord op vraag 2. Juist vanwege de omstandigheid dat er sprake kan zijn
geweest van dwang, en alle pijn en vragen die dit bij de direct betrokkenen oproept,
vind ik het des te meer van belang dat de betrokkenen hun dossiers kunnen inzien.
Zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd wordt op dit moment in opdracht van mijn
ministerie door een onafhankelijke onderzoekscommissie de geschiedenis van binnenlandse
afstand en adoptie in de periode 1956–1984 onderzocht. Daarin worden ook de omstandigheden
onderzocht waarbinnen de afstand en adoptie heeft plaatsgevonden en de rol van de
verschillende actoren daarbij.
Vraag 4
In hoeverre realiseert u zich dat voor geadopteerden en afgestanen wiens moeder in
de jaren vijftig en zestig gedwongen werd om het kind af te staan de tijd, vanwege
de leeftijd, enorm dringt om nog in contact te komen met de biologische moeder en/of
ouders en/of broers en zusters?
Antwoord 4
Ik realiseer mij heel goed dat voor de direct belanghebbenden de tijd dringt en dat
de situatie nijpend is. Daarom zet ik mij ervoor in dat de binnenlandse afstand- en
adoptiedossiers zo goed mogelijk vindbaar zijn en kunnen worden ingezien. Tegelijkertijd
hecht ik eraan op te merken dat het overzicht van de vindplaatsen van de dossiers
vooralsnog incompleet is en dat particuliere instellingen niet onder de Archiefwet
vallen. In het laatste geval heeft de Rijksoverheid geen zeggenschap over de archivering
en inzageprocedure.
Vraag 5
Hoeveel afstands- en adoptiedossiers bevinden zich nog bij particuliere instanties
en welke inspanningen pleegt u om deze dossiers onder de verantwoordelijkheid van
de overheid te brengen?
Antwoord 5
Begin 2023 heeft mijn ministerie een schriftelijke oproep gedaan aan – vooral particuliere –
instanties die mogelijk over afstand en adoptiedossiers beschikken. Naast het schriftelijke
verzoek is er telefonisch contact gezocht met deze instanties. Het ging om ca. 60 instanties
waarvan het aantal dossiers niet bekend is omdat de instanties zelf ook onvoldoende
zicht hebben op de aanwezigheid van informatie die mogelijk is gerelateerd aan afstand
en adoptie. Aangezien ik er belang aan hecht dat belanghebbenden hun dossiers kunnen
inzien, streef ik ernaar om een bronnenoverzicht te genereren zodat zoveel mogelijk
inzichtelijk wordt waar dossiers zich mogelijk bevinden. Hiervoor is een projectleider
aangesteld die zich ook zal inzetten om zoveel mogelijk dossiers op een centrale plek
te archiveren. Overigens hebben er ook gemeenten die dossiers in bezit hebben, aangegeven
deze niet over te willen dragen naar het Nationaal Archief. Het streven is om met
alle instanties de mogelijkheden te bekijken zodat de vindbaarheid en toegankelijkheid
van dossiers wordt vergroot.
Vraag 6
Wat is er nodig om op korte termijn volledige en onverkorte inzage in afstands- en
adoptiedossiers te realiseren voor afgestanen en geadopteerden?
Antwoord 6
Gelet op de geschiedenis van afstand en adoptie in Nederland – die op dit moment wordt
onderzocht door een onafhankelijke commissie – en de vele publieke en private actoren
die hierbij waren betrokken, is het geen eenvoudige opgave om op korte termijn alle
afstands- en adoptiedossiers volledig toegankelijk te maken. Zoals opgemerkt gelden
er verschillende juridische kaders met betrekking tot archivering en inzage. Bovendien
is het overzicht van de vindplaatsen vooralsnog onvolledig.
Binnen de reikwijdte van mijn verantwoordelijkheid zal ik mij ervoor inzetten dat
de dossiers die onder werking van de Archiefwet vallen, zo snel mogelijk worden overgedragen
aan het Nationaal Archief. Daarnaast wordt ingezet op het opstellen van een bronnenoverzicht
van overige vindplaatsen waarmee de dossiers zo veel mogelijk toegankelijk worden.
Tot slot verwacht ik dat het toekomstige steun en ontwikkelcentrum binnenlandse afstand
en adoptie3 een rol kan spelen bij het inzichtelijk maken van de inzageprocedures en het bieden
van eventuele begeleiding aan belanghebbenden bij het inzien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.