Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Grinwis, Koerhuis, Van der Plas enWesterveld over dreigende huisuitzettingen van weeskinderen
Vragen van de leden Grinwis (ChristenUnie), Koerhuis (VVD), Van der Plas (BBB) en Westerveld (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over dreigende huisuitzettingen van weeskinderen (ingezonden 15 november 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
17 november 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de dreigende huisuitzetting van ten minste vijf weeskinderen uit
hun sociale huurwoningen, nog voordat de Wet huurbescherming weeskinderen in werking
treedt?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Deelt u de verontwaardiging van de indieners van de Wet huurbescherming weeskinderen
dat deze huisuitzettingen dreigen?
Deelt u de mening dat de betreffende corporaties volledig voorbij gaan aan de geest
van de genoemde wet?
Deelt u de mening dat deze dreigende huisuitzetting koste wat het kost voorkomen dient
te worden?
Antwoord 2, 3 en 4
Ik deel dat jongvolwassenen die wees worden in hun kwetsbare situatie beschermd moeten
worden en dat niemand in deze situatie op straat mag komen te staan. Ik deel ook dat
het wenselijk is dat corporaties nu al in de geest van de wet handelen. Op dit moment
hebben we voor de invulling van de huurbescherming van weeskinderen in huurwoningen
de in 2021 afgesproken gedragscode. De huurbescherming die voortkomt uit de Wet huurbescherming
weeskinderen gaat in na inwerkingtreding, waarbij ik ernaar streef dat dit op 1 januari
2024 zal zijn. De gevallen waarbij jongvolwassenen in de afgelopen maanden wees zijn
geworden bevinden zich tussen deze twee regimes in. Dat neemt niet weg dat het van
corporaties verwacht mag worden dat zij nu al in de geest van de wet handelen. Ik
ben dan ook verheugd dat Aedes haar leden adviseert om dat te doen.
Vraag 5, 6 en 7
Hoe spant u zich in om dreigende huisuitzetting van deze weeskinderen te voorkomen?
Bent u bereid om de betreffende corporaties op indringende wijze duidelijk te maken
dat hun handelwijze zeer laakbaar is en dat zij hiermee volledig voorbijgaan aan de
bedoelingen van de wetgever?
Welke mogelijkheden ziet u om de betreffende corporaties te houden aan de strekking
van de Wet huurbescherming weeskinderen?
Antwoord 5, 6 en 7
Ik heb nauw contact met Aedes om in de genoemde situaties te zorgen voor een passende
oplossing in de geest van de Wet huurbescherming weeskinderen.
Vraag 8
Wanneer treedt de Wet huurbescherming weeskinderen in werking? Is het mogelijk deze
onverwijld in werking te laten treden? Welke mogelijkheden ziet u om de inwerkingtreding
van de Wet huurbescherming weeskinderen te bespoedigen?
Antwoord 8
Het wetsvoorstel Huurbescherming jongvolwassen wezen met het voorstel tot bekrachtiging
zal ik zo snel mogelijk aan de ministerraad voorleggen. Ik streef naar een inwerkingtreding
per 1 januari 2024.
Vraag 9
Kunt u, vanwege de dreigende huisuitzettingen, deze vragen zo spoedig mogelijk, maar
uiterlijk binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.