Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op aanvullende vragen van de leden Dijk en Beckerman over de verkoop van vervoersbedrijf Arriva aan een Amerikaanse investeringsmaatschappij.
Vragen van de leden Dijk en Beckerman (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat vervoerder Arriva is verkocht aan een Amerikaanse investeerder (ingezonden 26 oktober 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 15 november
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 376.
Vraag 1
Kunt u deze vragen gezamenlijk beantwoorden met de eerder door de SP-fractie gestelde
vragen over dit onderwerp?1
Antwoord 1
Ja, bij deze ontvangt u de antwoorden op beide sets vragen tegelijkertijd.
Vraag 2
Bent u bereid om de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over het nieuws dat vervoersbedrijf
Arriva is verkocht aan de Amerikaanse private equity-firma «I Squared Capital»?2
Antwoord 2
Met de beantwoording van deze schriftelijke vragen informeer ik uw Kamer over de verkoop
van Arriva door Deutsche Bahn aan Amerikaanse investeringsmaatschappij I Squared Capital.
Vraag 3
Op welke wijze bent u betrokken geweest bij de overname van Arriva vanuit uw functie
als bewindspersoon openbaar vervoer?
Antwoord 3
Arriva heeft mijn ministerie op 19 oktober per brief op de hoogte gesteld van de verkoopovereenkomst
tussen Deutsche Bahn en I Squared Capital over de overname van Arriva.
Vraag 4
Bent u door eigenaar Deutsche Bahn (DB) ingelicht over deze overname, of heeft Deutsche
Bahn u als potentiele overnemende partij in het verkoopproces benaderd?
Antwoord 4
Ik ben niet vooraf door Deutsche Bahn ingelicht over de overname, of door DB gevraagd
of ik interesse heb in het overnemen van Arriva Nederland
Vraag 5
Klopt het dat de overname van Arriva per 2024 moet zijn afgerond?3
Antwoord 5
Ik heb van Arriva begrepen dat de huidige planning is dat de verkoop in april 2024
is afgerond.
Vraag 6
In hoeverre is de verkoop van Arriva volgens u een voldongen feit?
Antwoord 6
De verkoop van Arriva moet nog worden goedgekeurd door het Duitse Ministerie van Transport
en de Raad van Commissarissen van Deutsche Bahn.
Vraag 7
Deelt u de vrees van FNV Spoor dat deze Amerikaanse durfinvesteerder Arriva overneemt
om bedrijfsonderdelen door te kunnen verkopen en snel rendement te behalen?4, 5
Antwoord 7
Het is afwachten hoe I Squared Capital zich gaat opstellen als aandeelhouder van Arriva
en wat de investeringsstrategie wordt voor de komende jaren. Op basis van het persbericht
van Deutsche Bahn kan worden afgeleid dat I Squared Capital voornemens is om € 2 miljard
te investeren in de elektrificatie van de vloot van Arriva. Ook geeft I Squared Capital
aan dat het aankopen van Arriva bijdraagt aan haar verduurzamingsstrategie. Daarom
ligt het niet per se voor de hand dat deze investeerder het opknippen van Arriva als
doel heeft.
Vraag 8
Wat is uw reactie op de Britse transportvakbond RMT die stelt dat verkoop aan een
firma met een registratie op de Kaaijmaneilanden zal leiden tot verschraling van openbaar
vervoer en toenemende private winsten uit een publieke dienst?6
Antwoord 8
Zoals in eerdere antwoorden aangegeven, verwacht ik dat de overname van Arriva geen
gevolgen zal hebben voor het overgrote deel van de openbaarvervoerdiensten die Arriva
momenteel uitvoert in Nederland. De provincies hebben een concessierelatie met Arriva
op basis waarvan de ov-diensten geleverd worden en die concessies wijzigen met de
overname niet. De provincies zien erop toe dat Arriva zich aan de verplichtingen uit
de concessies houdt.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de verkoop van Arriva nog moet worden goedgekeurd door het Duitse
Ministerie voor Transport en de Raad van Commissarissen van Deutsche Bahn?7
Antwoord 9
Naar ik heb begrepen moet de overname nog worden goedgekeurd door het Duitse Ministerie
van Transport en de Raad van Commissarissen van DB
Vraag 10
Wat kunnen provincies als opdrachtgever van Arriva doen om de verkoop aan I Squared
Capital tegen te houden?
Antwoord 10
De meeste provincies hebben in hun concessies geen bepalingen opgenomen voor deze
situatie. De provincies Limburg en Noord-Brabant hebben in hun concessies een instemmingsvereiste
opgenomen. Dit houdt in dat de provincie voorafgaand aan het definitief maken van
de verkoop (dus na instemming van de Raad van Commissarissen van Deutsche Bahn en
het Duitse Ministerie van Transport) toestemming moet geven voor de overdracht van
eigendom of zeggenschap. De provincies hebben het recht om de concessie met Arriva
te beëindigen als daar voldoende grond voor is en als er (juridisch houdbare) argumenten
zijn om niet in te stemmen met de verkoop. Dan gaat het bijvoorbeeld over de gegoedheid
van de kopende partij zoals kan blijken uit een due dilligence-onderzoek.
Het proces van de provincies om te bepalen of instemming met de verkoop kan worden
verleend, is vertrouwelijk. Vóór het definitief maken van de verkoop zullen de provincies
bekend maken of zij de concessie willen beëindigen. Uiteraard volg ik deze ontwikkelingen
en blijf ik in contact met de provincies hierover.
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de consequenties zijn als provincies niet akkoord gaan met de
verkoop van Arriva en bijvoorbeeld hun overeenkomst met het bedrijf beëindigen?8
Antwoord 11
De provincies Noord-Brabant en Limburg maken de afweging of de overeenkomst met Arriva
al dan niet wordt beëindigd. De consequenties daarvan worden door de provincies gewogen.
Algemeen zal de eerste prioriteit zijn om de continuïteit van het openbaar vervoer
te borgen. Een concessieverlenende overheid heeft de mogelijkheid om een noodconcessie
te verlenen. Dat kan na onderhandeling met een vervoerder of via het opleggen aan
de zittende vervoerder. Afhankelijk van de vraag of deze vervoerder genoeg materieel
beschikbaar heeft of kan maken, heeft dit gevolgen voor de kwaliteit en kwantiteit
van de dienstverlening. Een noodconcessie na onderhandeling leidt veelal tot minder
gunstige financiële voorwaarden voor de overheid of een aangepast openbaar vervoeraanbod
voor reizigers. Een noodconcessie opleggen aan de zittende vervoerder zet de verhoudingen
met de vervoerder op scherp. Tijdens de looptijd van de noodconcessie moet een nieuwe
aanbesteding worden uitgeschreven en binnen de wettelijke maximale duur van de noodconcessie
– twee jaar – worden voltooid. Nadat de aanbestedingsprocedure is afgerond en de implementatieperiode
verlopen is, kan de nieuwe concessie van start gaan.
Vraag 12
Hoeveel geld hebben Nederlandse overheden in de afgelopen jaren gezamenlijk uitgegeven
voor vervoersopdrachten aan Arriva?
Antwoord 12
Vervoersbedrijven ontvangen in Nederland subsidies, bijdragen en vergoedingen uit
verschillende bronnen. Ten eerste geven concessieverleners meestal een exploitatiebijdrage
om te zorgen voor voldoende aanbod van openbaar vervoer in een gebied. Ten tweede
betaalt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een vergoeding voor het
studentenreisproduct (SOV-bijdrage). Studenten met een prestatiebeurs hebben het recht
om gratis in het openbaar vervoer te reizen in het weekend of doordeweeks. Ten derde
heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat via de concessieverleners de
afgelopen jaren tijdelijk de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV, 2020–2022) en de
transitievergoeding OV (TVOV, 2023) verstrekt aan vervoerders waarmee zij zijn gecompenseerd
voor de terugloop in inkomsten door de lagere reizigersaantallen vanwege de Coronapandemie.
Het is op korte termijn niet mogelijk om deze geldstromen uit respectievelijk het
Provinciefonds en de begrotingen van OCW en IenW uit te splitsen naar vervoerders.
De reden daarvoor is dat het Rijk het merendeel van de middelen uitkeert aan de decentrale
overheden en niet rechtstreeks aan de vervoerders. Daarnaast is deze informatie deels
bedrijfsvertrouwelijk.
Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u nog om de Nederlandse delen van Arriva over te nemen, of
om lopende concessies te gunnen aan publieke vervoersbedrijven, indien provincies
niet akkoord gaan met verkoop aan I Squared Capital?
Antwoord 13
In lijn met mijn antwoord op eerder vragen is het naar mijn mening geen voorwaarde
dat het Nederlands openbaar vervoer in publieke handen behoort te zijn om goed te
functioneren. Ik zie daarom geen aanleiding om te overwegen om aandelen te verwerven
in Arriva.
Het is kabinetsbeleid om terughoudend te zijn bij het aangaan van deelnemingen. Voor
een dergelijk ingrijpende vorm van overheidsingrijpen moeten aantoonbaar dringende
redenen zijn. In de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 20229 is een afwegingskader opgenomen dat kaders stelt voor het aangaan van een nieuwe
deelneming. Hier is alleen rechtvaardiging voor als de publieke belangen niet op een
andere manier geborgd kunnen worden (bijvoorbeeld door de markt of door wet- en regelgeving)
of dat er behoefte is om meer invloed uit te kunnen oefenen indien er sprake is van
niet-contracteerbare publieke belangen of een zeer sterke afhankelijkheid van één
bedrijf. Dat is hier niet het geval.
Vraag 14
Bent u bereid te kijken naar de mogelijkheden voor Nederlandse overname van andere
vervoerders die door staatsbedrijven worden afgestoten, zoals Qbuzz dat onderdeel
uitmaakt van Ferriore dello Stato?
Antwoord 14
De media berichtte over een eventuele (gedeeltelijke) privatisering van de Italiaanse
spoorwegen (Ferrovie dello Stato / FS).10 Officiële berichtgeving van de Italiaanse overheid is bij mij niet bekend. Als andere
vervoerders door staatsbedrijven worden verkocht, dan zal ik mij daarover nader laten
informeren en in gesprek treden met de betrokken concessieverlenende overheden om
te bepalen of dit aanleiding geeft tot zorgen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid De Hoop (PvdA),
ingezonden 19 oktober 2023 (vraagnummer 2023Z17848).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.