Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Van Raan ter vervanging van nr. 6 over het per 2025 afschaffen van de vrijstelling voor energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas
36 426 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw)
Nr. 15 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN RAAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 6
            
Ontvangen 26 oktober 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel 2 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
2a. Het zesde lid vervalt.
2. In onderdeel 3 wordt «, vijfde en zesde» vervangen door «en vijfde».
II
In artikel I, onderdeel F, onderdeel 3, wordt «vijfde en zesde lid,» vervangen door
                     «en vijfde lid,».
                  
Toelichting
               
Met dit amendement vervalt per 1 januari 2025 de vrijstelling energiebelasting non-energetisch
                  verbruik aardgas.
               
Aardgas wordt niet belast als aardgas is ingezet als grondstof (non-energetisch) voor
                  industriële processen zoals de productie van kunstmest. Het betreft ongeveer 20 bedrijven,
                  veelal multinationals, die in 2022 ruim 2,1 miljard kuub aardgas verbruikten. Dit
                  verbruik, 7% van het totaal zakelijk gasverbruik, is volledig onbelast. De producten
                  die deze bedrijven maken, veelal kunstmest, zijn ook niet belast. Deze vrijstelling
                  is daarmee niet conform het principe «de vervuiler betaalt», en dient daarom afgeschaft
                  te worden.
               
Deze vrijstelling is onder de Energy Taxation Directive (ETD) niet verplicht, dus
                  kan Nederland deze zelf op nationaal niveau afschaffen.
               
Het afschaffen van de regeling is een structuuraanpassing, dit vergt een implementatietermijn
                  van 4 tot 18 maanden en kan uitvoeringstechnisch dus op 1 januari 2025 gerealiseerd
                  worden. Indien blijkt dat deze datum niet gehaald kan worden, dan zou de implementatie
                  datum opgeschoven worden naar 1 juli 2025.
               
Het budgettaire belang dat met dit voorstel is gemoeid, is € 85 miljoen per jaar (uitgaande
                  van het verbruik in 2023, volgens de Miljoenennota 2024 bijlage 25 Fossiele Subsidies).
               
Van Raan
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid