Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement Grinwis c.s. ter vervanging van nr. 12 over verlenging van het afbouwpad voor het verlaagd tarief glastuinbouw van vijf naar tien jaar
36 426 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw)
Nr. 14 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID GRINWIS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
               NR. 12
            
Ontvangen 25 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder het eerste aandachtsstreepje wordt «30%» vervangen door «23%».
2. Onder het tweede aandachtsstreepje wordt «50%» vervangen door «43%».
II
In artikel I, onderdeel I, komt het voorgestelde artikel 71y, eerste lid, te luiden:
1. Het tarief bedraagt per ton kooldioxide voor:
– het kalenderjaar 2025: € 12,25;
– het kalenderjaar 2026: € 13,34;
– het kalenderjaar 2027: € 14,43;
–
                                          het kalenderjaar 2028: € 15,52;
                                    
– het kalenderjaar 2029: € 16,61;
– de kalenderjaren vanaf 2030: € 17,70.
III
Artikel II, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «30%» vervangen door «23%» en wordt «44%» vervangen door «30%».
2. In onderdeel 2 wordt «50%» vervangen door «43%» en wordt «60%» vervangen door «48%».
IV
Artikel III, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «44%» vervangen door «30%» en wordt «58%» vervangen door «37%».
2. In onderdeel 2 wordt «60%» vervangen door «48%» en wordt «70%» vervangen door «53%».
V
Artikel IV, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «58%» vervangen door «37%» en wordt «72%» vervangen door «44%».
2. In onderdeel 2 wordt «70%» vervangen door «53%» en wordt «80%» vervangen door «58%».
VI
Artikel V, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «72%» vervangen door «44%» en wordt «86%» vervangen door «52%».
2. In onderdeel 2 wordt «80%» vervangen door «58%» en wordt «90%» vervangen door «64%».
VII
Artikel VI, onderdeel A, komt te luiden:
A
Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste aandachtsstreepje wordt «52% van het tarief» vervangen door «60% van
                              het tarief».
                           
2. In het tweede aandachtsstreepje wordt «64% van het tarief» vervangen door «70% van
                              het tarief».
                           
VIII
Artikel VI, onderdeel B, vervalt.
IX
Artikel VI, onderdeel C, vervalt.
X
Na artikel VI worden vijf artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIa
                     
In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2031 artikel 60,
                        eerste lid, als volgt gewijzigd:
                     
1. In het eerste aandachtsstreepje wordt «60% van het tarief» vervangen door «68% van
                           het tarief».
                        
2. In het tweede aandachtsstreepje wordt «70% van het tarief» vervangen door «76% van
                           het tarief».
                        
ARTIKEL VIb
                     
In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2032 artikel 60,
                        eerste lid, als volgt gewijzigd:
                     
1. In het eerste aandachtsstreepje wordt «68% van het tarief» vervangen door «76% van
                           het tarief».
                        
2. In het tweede aandachtsstreepje wordt «76% van het tarief» vervangen door «82% van
                           het tarief».
                        
ARTIKEL VIc
                     
In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2033 artikel 60,
                        eerste lid, als volgt gewijzigd:
                     
1. In het eerste aandachtsstreepje wordt «76% van het tarief» vervangen door «84% van
                           het tarief».
                        
2. In het tweede aandachtsstreepje wordt «82% van het tarief» vervangen door «88% van
                           het tarief».
                        
ARTIKEL VId
                     
In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2034 artikel 60,
                        eerste lid, als volgt gewijzigd:
                     
1. In het eerste aandachtsstreepje wordt «84% van het tarief» vervangen door «92% van
                           het tarief».
                        
2. In het tweede aandachtsstreepje wordt «88% van het tarief» vervangen door «94% van
                           het tarief».
                        
ARTIKEL VIe
                     
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2035 als volgt
                        gewijzigd:
                     
A
Artikel 60 vervalt.
B
In artikel 61 vervalt «artikel 60, eerste en derde lid,».
C
In artikel 62 vervalt «en artikel 60, eerste lid,».
Toelichting
               
Dit amendement verlengt het afbouwpad voor het verlaagd tarief glastuinbouw van vijf
                     naar tien jaar. De dekking hiervoor wordt gevonden in de CO2-heffing binnen de glastuinbouwsector, die in 2025 geïntroduceerd wordt. Hiertoe vullen
                     de indieners de reeks van de CO2-heffing uit het initiële wetsvoorstel aan met het bedrag dat nodig is om de budgettaire
                     derving van het verlengen van het afbouwpad te dekken. Hierbij wordt de additionele
                     verhoging van de CO2-heffing uit de nota van wijziging achterwege gelaten, aangezien indieners van mening
                     zijn dat de aanpassing van de WKK-maatregel niet gedekt behoort te worden via de CO2-heffing. Sowieso geldt dat het juiste prijspad om de met de glastuinbouwsector afgesproken
                     CO2-reductie, inclusief terugsluis, en het budgettaire doel komend jaar wordt bepaald
                     met de aangekondigde tariefstudie in 2024. Dit kan vervolgens geïmplementeerd worden
                     in het pakket Belastingplan 2025.
                  
Door te kiezen voor een grotere inzet van het systeem dat met de sector is afgesproken
                     – de CO2-heffing glastuinbouw – en een langer afbouwpad van het verlaagde tarief in de energiebelasting
                     voor de glastuinbouw, wordt de aanpak om broeikasgasemissies te reduceren effectiever
                     én rechtvaardiger. Effectiever, omdat directer op de CO2-uitstoot wordt gestuurd. Rechtvaardiger, doordat relatief energie-extensieve en/of
                     relatief kleine glastuinbouwbedrijven niet onevenredig zwaar worden belast én doordat
                     voor meer handelingsperspectief voor tuinders wordt gezorgd, doordat er meer kansen
                     ontstaan op realisatie van een verzwaard elektriciteitsnet en aansluiting op aardwarmtebronnen
                     en warmtenetten.
                  
Toelichting – Artikelsgewijs
In artikel 60 van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) is geregeld dat aardgas
                  voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten onder een
                  verlaagd tarief wordt belast. Dit tarief wordt in het wetsvoorstel afgebouwd tot het
                  reguliere energiebelastingtarief op aardgas in een periode van vijf jaar vanaf 2025.
                  Dit amendement regelt dat dit afbouwpad wordt verlengd naar tien jaar, met lagere
                  afbouwpercentages dan die opgenomen in het wetsvoorstel (onderdelen I tot en met VI
                  en IX van het amendement). Omdat vanaf 1 januari 2035 niet langer sprake is van een
                  verlaagd tarief, kan artikel 60 Wbm op genoemde datum komen te vervallen, evenals
                  de verwijzingen hiernaar in de artikelen 61 en 62 Wbm (zie het in het wetsvoorstel
                  in te voegen artikel VIe met onderdeel X van het amendement).
               
Grinwis
                  Erkens
                  Inge van Dijk
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid