Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk, Hammelburg en Van der Lee over het bericht dat het moederbedrijf van Douwe Egberts en Pickwick, JDE Peet's, weigert om zich terug te trekken uit Rusland
Vragen van de leden Boswijk (CDA), Hammelburg (D66) en Van der Lee (GroenLinks) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat het moederbedrijf van Douwe Egberts en Pickwick, JDE Peet's, weigert om zich terug te trekken uit Rusland (ingezonden 25 augustus 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 23 oktober 2023). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3627.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat het moederbedrijf van Douwe Egberts en Pickwick,
JDE Peet's, nog steeds actief is in Rusland?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe beoordeelt u, in het licht van de voortdurende illegale Russische oorlog in Oekraïne,
de beslissing van JDE Peet’s om zich niet terug te trekken Rusland?
Deelt u de mening dat het misplaatst en onwenselijk is dat Nederlandse en Europese
bedrijven nog steeds actief zijn op de Russische markt met producten die niet essentieel
zijn voor basale voedselvoorziening en zorg?
Antwoord 2 en 3
Zoals bekend, zijn de sancties van de EU (en andere landen) erop gericht om de Russische
oorlogsmachine tegen Oekraïne zoveel mogelijk te belemmeren. Mits bedrijven voldoen
aan de actuele sanctieregelgeving, kunnen zij in beginsel zaken doen in Rusland. Het
is echter geen business as usual. Het kabinet begrijpt het dan ook goed als bedrijven ervoor kiezen om vanwege de
oorlog in Oekraïne niet langer actief te willen zijn op de Russische markt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de rijksoverheid lopende contracten heeft
met bedrijven die met niet-essentiële producten voor de voedselvoorziening of zorg
nog steeds geld verdienen op de Russische markt?
Antwoord 4
Waar het hierbij om gaat is of bedrijven zich houden aan de actuele EU-sancties. Als
dat zo is, dan is er geen grond om lopende contracten die bedrijven hebben met de
rijksoverheid te beëindigen of herzien.
Vraag 5
In hoeverre acht u contracten met dergelijke bedrijven in lijn met het beleid voor
maatschappelijk verantwoorde inkoop en de richtlijnen voor multinationale ondernemen
van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO-richtlijnen)?
Antwoord 5
Het feit dat een bedrijf (niet-essentiële) producten voor de voedselvoorziening of
zorg in Rusland verkoopt, is op zichzelf niet in strijd met het beleid voor Maatschappelijk
Verantwoord Inkopen en de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen over
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. In het geval van gewapende conflicten worden
bedrijven wel geacht aangescherpte gepaste zorgvuldigheid toe te passen, met inbegrip
van risico’s in relatie tot schendingen van het internationaal humanitair recht. Conform
het beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen wordt de verplichting tot het
uitvoeren van gepaste zorgvuldigheid ook contractueel vastgelegd wanneer het gaat
om Europees aanbestede contracten in een van de risicocategorieën van de Internationale
Sociale Voorwaarden.2
Vraag 6
Met welke in Rusland actieve bedrijven heeft de rijksoverheid lopende contracten?
Heeft de rijksoverheid een lopend contract met JDE Peet’s of een dochteronderneming
van dit bedrijf?
Antwoord 6
De rijksoverheid heeft overeenkomsten met JDE Pro NL BV, dat een in Nederland gevestigde
dochteronderneming is van JDE Peet’s NV. Het opstellen van een betrouwbaar overzicht
van bedrijven die in Rusland actief zijn en waarmee de rijksoverheid lopende contracten
heeft, vergt meer tijd. Dit overzicht wordt ter vertrouwelijke inzage aan de Kamer
nagezonden.
Vraag 7
In hoeverre is het mogelijk om lopende contracten te herzien als blijkt dat het bedrijven
betreft die zich wel houden aan het bestaande sanctiepakket, maar waar van duidelijk
is dat de producten die worden verhandeld op de Russische markt niet-essentiële goederen
betreft?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 4. Waar het hierbij om gaat is of bedrijven zich houden aan
de EU-sancties. Als dat zo is, dan is er geen grond om lopende contracten die bedrijven
hebben met de rijksoverheid te beëindigen of herzien.
Vraag 8
Bent u in gesprek met Nederlandse bedrijven die actief zijn op de Russische markt?
Op welke wijze probeert u deze bedrijven er toe aan te zetten hun activiteiten in
Rusland te staken waar het niet-essentiele producten betreft voor voedselzekerheid
en zorg?
Antwoord 8
Vanuit de Nederlandse ambassade wordt contact onderhouden met Nederlandse bedrijven
die nog actief zijn in Rusland. Daarbij wordt het belang van strikte naleving van
de sancties benadrukt en ook dat er geen sprake is van business as usual. Voor vragen van Nederlandse ondernemers over EU-sancties is het Sanctieloket Rusland
bij RVO opgericht.
Vraag 9
Bent u bereid om bij de uitwerking van het 12e EU sanctiepakket tegen Rusland te pleiten
voor een forse verbreding van de lijst van verboden luxegoederen (d.m.v. het verlagen
van de 300 euro grens), dan wel te pleiten voor het vervangen van deze luxegoederenlijst
door een verbod op transacties en uitvoer van niet-essentiële levensmiddelen en goederen
naar personen, bedrijven en organisaties in Rusland, of voor gebruik in Rusland? Bent
u bereid zich in te spannen voor een stringentere definitie van essentiële levensmiddelen?
Antwoord 9
Met sancties laten we zien dat Nederland, de EU en internationale partners pal staan
voor het internationaal recht. Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten om bestaande
verboden verder aan te scherpen en nieuwe sanctiemaatregelen aan te dragen waar dit
kan helpen om de druk op Rusland nog verder op te voeren. Daarbij kan ook gekeken
worden naar een verbreding van de lijst met luxegoederen. Het verrassingseffect is
hierbij echter cruciaal. Het kabinet kan daarom geen verdere uitspraken doen over
de precieze invulling van toekomstige maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.