Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peter de Groot over ‘Gelderse woondeals dreigen te mislukken: niet door stikstof, maar door ambtenarentekort’
Vragen van het lid Peter de Groot (VVD) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Gelderse woondeals dreigen te mislukken: niet door stikstof, maar door ambtenarentekort» (ingezonden 5 september 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
            29 september 2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Gelderse woondeals dreigen te mislukken: niet door
               stikstof, maar door ambtenarentekort» van 30 augustus jl.?1
Antwoord 1
            
Ja
Vraag 2
            
Welke verklaring heeft u voor het verzoek van 15 miljoen euro van de provincie Gelderland
               om de woningbouwplannen daadwerkelijk te kunnen realiseren?
            
Antwoord 2
            
De provincie Gelderland heeft onderzoek laten doen naar de benodigde ambtelijke capaciteit
               voor het realiseren van de in de woondeals afgesproken woningbouwopgave (104.000 woningen
               t/m 2030). Uit dit onderzoek blijkt een tekort aan 100 tot 204 fte verdeeld over de
               Gelderse gemeenten. Dat is gemiddeld 2 tot 4 fte per gemeente. Op basis van een bedrag
               van € 75.000 per fte zou dit overeenkomen met kosten van circa € 7,5 miljoen tot € 15 miljoen
               per jaar voor alle Gelderse gemeenten.
            
Deze extra ambtelijke capaciteit is volgens de provincie Gelderland nodig omdat de
               woningbouwproductie moet toenemen om de afspraken uit de woondeals te realiseren.
               Ook speelt de complexiteit om woningen te realiseren mee (o.a. stikstofbelemmeringen
               en een integrale benadering), waardoor meer capaciteit nodig is. In het onderzoek
               wordt ook aangegeven dat het aantrekken van extra ambtelijke capaciteit één van de
               sporen is waarop ingezet moet worden. Ook wordt gekeken naar andere, nieuwe manieren
               van organiseren, samenwerken en sturen, en het verminderen van complexiteit.
            
Vraag 3
            
Hoeveel gemeenteambtenaren zijn er volgens het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
               Koninkrijksrelaties nodig bij de voorbereiding van uitvoering van bouwprojecten (gelet
               op de minimaal 6500 ambtenaren volgens berekeningen van hetBinnenlands Bestuur)?
            
Antwoord 3
            
Het onderzoek uit 2022 waarnaar wordt verwezen is mij bekend. Dit aantal is tot stand
               gekomen aan de hand van een plankostenscan, waarmee een bepaald aantal ambtelijke
               uren per woning kan worden berekend. Voor het bouwen van 100.000 woningen per jaar
               zijn volgens deze berekening minimaal 6.500 extra ambtenaren nodig. Ik denk dat dit
               onderzoek een goed globaal beeld schetst van de tekorten aan ambtelijke capaciteit
               voor de woningbouw, maar het aantal benodigde fte per woning blijft sterk afhankelijk
               van het type project, locatie en de complexiteit. Belangrijker vind ik de conclusie
               uit het onderzoek dat dit probleem in praktische zin niet valt op te lossen door alleen
               te mikken op het uitbreiden van het aantal ambtenaren. Er is netto sprake van een
               verwachte uitloop door vergrijzing (zelfs als wordt ingezet op het verhogen van aanwas),
               gemeenten krijgen vacatures nu al niet gevuld en ook externe inhuur vinden is steeds
               lastiger.
            
In het onderzoek komen het aanpassen van de plannen en het maken van een efficiëntieslag
               als oplossingsrichtingen aan bod. Verdichting en het vergroten van de plannen vermindert
               de benodigde capaciteit per woning sterk, ook deregulering en versimpeling van processen
               en procedures dragen hieraan bij.
            
Met het «Plan van aanpak versnellen processen en procedures woningbouw» zet ik met
               partijen in op het maken van die benodigde efficiëntieslag. Slimmere werkwijzen leggen
               een kleiner beslag op de beschikbare capaciteit. Zo ben ik een pilot gestart waarin
               een nieuwe werkwijze in de planvormingsfase wordt getest, waarin procedures parallel
               lopen i.p.v. achtereenvolgend. Hiermee kan het planvormingsproces met jaren worden
               verkort. Daarnaast werk ik aan een bredere aanpak om ambtelijke capaciteitstekorten
               in de woningbouwopgave duurzaam en zo efficiënt mogelijk aan te pakken, samen met
               VNG en IPO.
            
Vraag 4
            
Hoeveel ambtenaren heeft u beschikbaar op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
               Koninkrijksrelaties om gemeenten en provincies te helpen om woningbouwprojecten vlot
               te trekken?
            
Antwoord 4
            
Op het Ministerie van BZK werken ruim 70 fte aan het stimuleren en ondersteunen van
               woningbouw. Zo nemen ambtenaren bijvoorbeeld deel aan de overleggen in de woondealregio’s;
               hier wordt de algehele voortgang van de bouwopgave besproken en door rijksambtenaren
               geadviseerd over de beleidsinstrumenten die ingezet kunnen worden om woningbouwprojecten
               vlot te trekken. Ook zijn ambtenaren nauw betrokken bij de regionale versnellingstafels,
               waar gezamenlijk gezocht wordt naar oplossingen voor knelpunten bij de realisering
               van concrete locaties.
            
Voor de grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties, alsmede de woningbouwafspraken op
               korte termijn, worden vanuit BZK gebiedsregisseurs ingezet. De gebiedsregisseurs werken
               nauw samen met de verschillende partijen, zowel privaat als publiek, om kansen te
               benutten en knelpunten op te lossen. Doel is hierbij de afgesproken woningbouwaantallen
               (tot en met 2030) te realiseren in combinatie met de verstedelijkings- en mobiliteitsopgaven.
            
Vanuit het Expertteam Woningbouw zijn er ruim 50 experts beschikbaar die gemeenten
               onafhankelijk advies en praktische ondersteuning kunnen bieden om projecten in beweging
               te brengen. Diverse taskforces en aanjaagteams (in totaal bestaande uit enkele tientallen
               leden) helpen daarnaast gemeenten en provincies waar nodig met kennis en expertise.
               Tot slot, ondersteunt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
               woningbouwprojecten door middel van financiële regelingen zoals de woningbouwimpuls.
               Over de voortgang van deze projecten, en eventuele knelpunten hierin, hebben de ambtenaren
               van het ministerie periodiek contact met desbetreffende gemeenten.
            
Vraag 5
            
In hoeverre is er tijdens het opstellen van de verschillende woondeals rekening gehouden
               met het landelijke tekort aan ambtelijke capaciteit?
            
Antwoord 5
            
Bij het opstellen van de woondeals is de volkshuisvestelijke bouwopgave als uitgangspunt
               gebruikt. Bij het opstellen van de woondeals was het beeld dat er 900.000 woningen
               nodig waren in de periode t/m 2030 om het woningtekort in te lopen. Bij de gesprekken
               in aanloop naar de woondeals toe is ook aandacht besteed aan de randvoorwaarden die
               nodig zijn om deze woningen te realiseren. Eén hiervan is voldoende ambtelijke capaciteit.
               Ook in de teksten van de meeste woondeals wordt hier aandacht aan besteed.
            
BZK ondersteunt de medeoverheden bij het uitvoeren van de woondeals met een financiële
               regeling (Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren
               van woondeals). Vorig jaar is daar al € 4,5 miljoen beschikbaar voor gesteld, in het
               najaar wordt daar nog eens € 10 miljoen aan toegevoegd. Breder ondersteunen we medeoverheden
               op het gebied van capaciteit door middel van de flexpoolregeling. In deze kabinetsperiode
               is daar € 90 miljoen voor beschikbaar gesteld: de eerste € 40 miljoen is vorig jaar
               uitgekeerd, dit najaar volgt nog € 10 miljoen, en volgend jaar wordt er wederom € 40 miljoen
               aan flexpoolmiddelen verdeeld. Ook is er advies en expertise beschikbaar via het expertteam
               woningbouw en diverse taskforces.
            
Vraag 6
            
Welke mogelijkheden zijn er om de complexiteit voor woningbouwplannen te verminderen,
               bijvoorbeeld door minder beleid te stapelen?
            
Antwoord 6
            
Het verminderen van de complexiteit bij woningbouw zie ik als een gezamenlijke opdracht,
               waarin elke overheidslaag, als ook marktpartijen en corporaties, een rol heeft. De
               complexiteit voor woningbouwplannen wordt aangepakt en verminderd met het «Plan van
               aanpak versnellen processen en procedures in de woningbouw» door middel van onder
               andere het parallel schakelen van processen, het vergroten van standaardisatie van
               bouweisen, en innovatie zoals de digitalisering van planvorming. Ook wordt met de
               Woondeals de samenwerking tussen gemeenten, provincie en Rijk verbeterd.
            
Vraag 7
            
Kunt u toelichten wat de gevolgen zijn van de hoge rapportagedruk op de uitvoeringscapaciteit?
               Kan dit efficiënter worden ingericht?
            
Antwoord 7
            
Bij het Plan van Aanpak Versnellen Processen en Procedures is aandacht voor efficiëntie
               over de hele linie, waarmee ook rapportages worden bedoeld.
            
Vraag 8
            
Welke risico’s lopen gemeenten als zij hun bouwambities bijstellen, gelet op de strijdigheid
               met de afspraken in de woondeals?
            
Antwoord 8
            
In de woondeals zijn afspraken gemaakt over ieders lokale woonbehoefte en aandeel
               in de nationale opgave. Het gaat hierbij om een maatschappelijke opgave die eerder
               groter wordt dan kleiner. Het behalen van deze opgave is gezien de randvoorwaarden
               en veranderde macro-economische omstandigheden uitdagend. Desalniettemin zullen we
               gezamenlijk de schouders er onder moeten zetten.
            
Eind dit jaar heb ik met elke provincie een bestuurlijk overleg waarin de voortgang
               van de woningbouwopgave besproken wordt. In de woondeals is afgesproken dat er regelmatig
               overleg over de voortgang is, over de al gerealiseerde woningen en wat er nodig is
               om de benodigde productie de komende jaren te behalen. Mocht de voortgang stokken
               dan bespreken we de achterliggende oorzaken en zetten we benodigde en gewenste acties
               in gang. Hierbij kan ondersteuning worden ingeschakeld van de landelijke versnellingstafel
               of via de diverse taskforces of expertteams. Ook kunnen bestuurlijke of in het uiterste
               geval juridische interventies nodig zijn. Bestuurlijk overleg blijft echter altijd
               het uitgangspunt.
            
Vraag 9
            
Kunt u reflecteren op de uitspraak in het artikel waarin wordt gesteld dat «toen de
               provincie woningbouwafspraken maakte met het Rijk, was de nadrukkelijke boodschap
               al wat we die doelen alleen kunnen halen als het Rijk structureel geld beschikbaar
               stelt voor ambtelijke capaciteit»?
            
Antwoord 9
            
Bij het maken van de provinciale woningbouwafspraken en het afsluiten van de woondeals
               is ook aandacht besteed aan de randvoorwaarden om dit mogelijk te maken. Het klopt
               dat de provincie Gelderland toen al aandacht heeft gevraagd voor de ambtelijke capaciteit.
               Sinds het maken van de provinciale woningbouwafspraken heeft al meerdere keren contact
               plaatsgevonden met de provincie Gelderland over dit onderwerp en zijn eerste stappen
               gezet om gezamenlijk invulling te geven aan deze randvoorwaarden. Zo is nagedacht
               over de wijze waarop de flexpoolmiddelen het best ingezet kunnen worden en wordt momenteel
               samen met VNG en IPO verkend welke verdere maatregelen genomen kunnen worden om de
               capaciteitstekorten in de woningbouwopgave duurzaam aan te pakken.
            
Vraag 10
            
Welke toezeggingen zijn aan gemeenten en provincies gedaan op basis van vraag 6?
Antwoord 10
            
Zoals ik schreef onder vraag 6 is het hele Plan van Aanpak Versnellen Processen en
               Procedures in de Woningbouw erop gericht om de complexiteit bij woningbouwplannen
               te verminderen, ook bij medeoverheden. Ik wil hier nogmaals benadrukken dat alle overheidslagen
               een verantwoordelijkheid hebben in het verminderen van de complexiteit bij woningbouw.
            
Vraag 11
            
Hoeveel gemeenten maken gebruik van de flexpools om het tekort aan ambtelijke capaciteit
               te ondervangen?
            
Antwoord 11
            
BZK keert de flexoolmiddelen uit aan provincies, alle provincies maken gebruik van
               deze middelen. Provincies kunnen vervolgens, afhankelijk van de behoefte ter plaatse,
               kiezen of ze de middelen gebruiken om een provinciale (expert)pool in te richten waar
               gemeenten gebruik van kunnen maken, of budget beschikbaar stellen aan gemeenten zelf.
               Uit de evaluatie die RIGO in 2022 heeft uitgevoerd blijkt dat alle provincies, op
               1 na, de middelen beschikbaar stellen aan gemeenten in de vorm van subsidies om zelf
               personeel van in te huren. Ik heb niet in beeld welke gemeenten hier tot nu toe gebruik
               van hebben gemaakt, omdat provincies de aanvragen indienen bij het Rijk. Wel volgt
               uit de evaluatie van RIGO dat gemeenten over het algemeen positief zijn over de flexpoolregeling.
            
Vraag 12
            
Wordt de werking van de flexpools geëvalueerd? Zo ja, op welke termijn en welk doel
               dient de evaluatie? Kunt u dit toelichten?
            
Antwoord 12
            
Voorafgaand aan het opstellen van de tweede (en huidige) tranche van de regeling specifieke
               uitkering flexibele inzet ondersteuning woningbouw (ook wel «flexpoolregeling») heeft
               in juli 2022 een evaluatie plaatsgevonden van de eerste tranche2. De resultaten van deze evaluatie zijn verwerkt in de uitwerking van de huidige regeling.
            
Er is in 2024 wederom 40 miljoen euro gereserveerd voor capaciteitsondersteuning van
               provincies en gemeenten via de flexpoolregeling. Voorafgaand aan het opstellen van
               deze nieuwe regeling zullen de ervaringen met de huidige regeling opnieuw worden opgehaald.
               Doel hiervan is om nog beter aan te sluiten bij de behoefte van de medeoverheden om
               er zo voor te zorgen dat de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk ingezet kunnen
               worden voor de aanpak van de capaciteitstekorten.
            
Vraag 13
            
Wat is de stand van zaken van het amendement Peter de Groot cs. (36 200 VII, nr. 51) dat regelt dat de flexpools voor 2023 werden aangevuld met 10 miljoen euro?
Antwoord 13
            
Op 5 juli is de regeling tot wijziging van de flexpoolregeling 2022 gepubliceerd3, waarmee een extra bedrag van € 8,8 miljoen beschikbaar is gekomen voor capaciteit
               bij medeoverheden in Europees Nederland voor 2023. De overige € 1,2 miljoen is ingezet
               om het capaciteitstekort in de woningbouw in Caribisch Nederland aan te pakken. Nog
               tot 30 september kunnen provincies in een aanvraag indienen, daarna worden de middelen
               uitgekeerd.
            
Vraag 14
            
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 14
            
Ja
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.