Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht “FNV wil 14,3 procent hoger loon in kraamzorg”
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht FNV wil 14,3 procent hoger loon in kraamzorg (ingezonden 23 augustus 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport), mede namens de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 25 september 2023).
Vraag 1
Bent u het ermee eens dat er sprake is van een loonachterstand in de kraamzorg? Zo
nee, kunt u uw antwoord toelichten?1
Antwoord 1
In het kader van een convenant dat tussen Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Bo Geboortezorg
is afgesloten, wordt momenteel onderzoek gedaan naar de financiële situatie binnen
de kraamzorg. In dit onderzoek wordt ook gekeken naar de loonontwikkeling van de kraamzorg
ten opzichte van vergelijkbare beroepen in andere sectoren. Dit zou ook inzicht moeten
geven in hoeverre er sprake is van een loonachterstand. De verwachting is dat de resultaten
van dit onderzoek dit najaar worden opgeleverd.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat de loonachterstand een belangrijke factor is voor het huidige
personeelstekort in de kraamzorg? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
De aantrekkelijkheid van werken in de zorg is van veel meer afhankelijk dan salaris.
Zaken als professionele autonomie, zeggenschap en ontwikkelmogelijkheden zijn zeker
zo belangrijk, zo niet belangrijker voor een keuze om wel of niet in de zorg te (blijven)
werken. Uitstroomonderzoek van RegioPlus laat zien dat arbeidsvoorwaarden op de 9de plaats staan als reden om te vertrekken bij een werkgever. Om personeel te behouden
zijn in eerste instantie werkgevers aan zet. Binnen het programma Toekomstbestendige
Arbeidsmarkt Zorg en welzijn (TAZ) worden zij door VWS en relevante partijen in het
veld ondersteund om een beweging richting goed werkgeverschap te maken. Dit neemt
niet weg dat het belangrijk is dat er een aantrekkelijk salaris geboden wordt. Het
is daarom goed dat ZN en Bo Geboortezorg onderzoek laten doen naar de loonontwikkeling
in de kraamzorg.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de oorzaken van deze loonachterstand in de kraamzorg? In hoeverre
speelt de ruimte voor overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (ova-ruimte)
van de afgelopen jaren hierbij een rol?
Antwoord 3
Of er sprake is van een loonachterstand zal moeten blijken uit het eerdergenoemde
onderzoek (zie ook het antwoord op vraag 1).
Indien blijkt dat er sprake is van een loonachterstand, dan speelt de ova-ruimte van
de afgelopen jaren hierin geen rol. Via de ova-ruimte wordt immers jaarlijks marktconforme
loonruimte toegevoegd aan de budgettaire kaders en wordt het loongerelateerde deel
van de gereguleerde tarieven in de kraamzorg met de ova geïndexeerd.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat een forse loonstijging voor zorgverleners in de kraamzorg
noodzakelijk is, gezien het feit dat zij al de laagste salarissen hebben in de sector
Zorg & Welzijn en hun lonen de afgelopen jaren amper gestegen zijn, terwijl zij ook
kampen met de gevolgen van de inflatie? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Sociale partners in de zorg onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden en sluiten cao’s.
Ik mag mij op grond van internationale verdragen (o.a. verdragen van de International
Labour Organization (ILO) en het Europees Sociaal Handvest (ESH)) niet met deze onderhandelingen
bemoeien.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat er ook dringend iets moet gebeuren om het vak aantrekkelijker
te maken, gezien het feit dat de kraamzorg steeds meer onder druk komt te staan door
personeelstekorten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
De personeelstekorten in zorg en welzijn zijn groot en zullen ook de komende jaren
blijven. Het is daarom van belang te investeren in het aantrekken en behouden van
zorgmedewerkers, in leven lang ontwikkelen en in zeggenschap. Maar ook in het opschalen
van technologische en sociale innovaties. Met het programma TAZ zetten we hier breed
op in.
Daarnaast hebben we Bo Geboortezorg de afgelopen drie jaar met subsidie ondersteund
om onderzoek te doen naar het regionaal organiseren van de wachtdiensten van kraamverzorgenden
en of dit bij kan dragen aan de aantrekkelijkheid van het vak. Een tweetal pilots
laat positieve resultaten zien. Inmiddels is een toolkit met «lessons learned» ontwikkeld
die kraamzorgorganisaties concrete handvatten aanreikt om hier mee aan de slag te
gaan. Ook wordt in het experiment van de nieuwe indicatiesystematiek gekeken wat de
nieuwe manier van indiceren bijdraagt aan het werkplezier en daarmee het vak van de
kraamverzorgende.
Vraag 6
Bent u als Minister bereid om de looneis van de FNV te steunen? Zo ja, op welke manier?
Antwoord 6
Nee, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 mag ik mij op grond van internationale
verdragen niet bemoeien met cao-onderhandelingen en kan en wil ik dus geen positie
innemen met betrekking tot looneisen in de zorg.
Vraag 7
Bent u bereid om bepaalde stappen te ondernemen (e.g. loonruimte vergroten), zodat
de lonen in de kraamzorg stijgen om verdere personeelstekorten te voorkomen? Zo ja,
welke stappen? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Zoals eerder aangegeven in het antwoord op vraag 1 loopt er een onderzoek naar de
financiële situatie binnen de kraamzorg, waarin ook de loonontwikkeling in de kraamzorg
wordt meegenomen. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van dit onderzoek. Daarnaast
wil ik nogmaals benadrukken dat ik geen partij ben bij de cao-onderhandelingen en
dat het sociale partners zijn die afspraken maken over de beloning in de kraamzorg.
Tot slot kan ik al wel aangeven dat het extra vergroten van de arbeidsvoorwaardenruimte
(ova-ruimte) niet aan de orde is. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 wordt
conform de ova-systematiek al jaarlijks marktconforme loonruimte toegevoegd aan de
budgettaire kaders en wordt het loongerelateerde deel van de gereguleerde tarieven
in de kraamzorg met de ova geïndexeerd.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat het maken van de loonafspraken in de zorg overlaten aan
de sociale partners, de loonachterstand niet heeft doen voorkomen en dat de overheid
bij de afspraken betrokken zou moeten worden om de werknemersbelangen in de zorg beter
te dienen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Nee, zoals eerder aangegeven in de antwoorden 1, 3 en 7 zal eerst moeten blijken of
er sprake is van een loonachterstand. Daarnaast heb ik al in de antwoorden op vragen
4 en 6 aangegeven dat ik mij op grond van internationale verdragen niet mag bemoeien
met de cao-onderhandelingen.
Vraag 9
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.