Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over het artikel 'Universiteit van Amsterdam geeft Netflix belastingadvies vermomd als wetenschappelijk onderzoek’ op onderzoeksplatform Follow the Money
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel «Universiteit van Amsterdam geeft Netflix belastingadvies vermomd als wetenschappelijk onderzoek» op onderzoeksplatform Follow the Money (ingezonden 5 juli 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 6 september
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3419.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Universiteit van Amsterdam geeft Netflix belastingadvies
vermomd als wetenschappelijk onderzoek» op onderzoeksplatform Follow the Money op
1 juli 2023?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het door de Universiteit van Amsterdam voor Netflix opgestelde
document «Benefits of Partnering with the UvA in the CPT Project» van 14 september
2020, zoals dat door Follow the Money met een beroep op de Wet Open overheid (Woo)
is verkregen?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het dat de afdeling Belastingrecht van de Universiteit van Amsterdam, bij monde
van de onderzoeksdirecteur, in ruil voor de financiering van een onderzoeksproject
naar de fiscale aspecten van de digitale economie aan Netflix algemene en specifieke
voordelen heeft toegezegd?
Antwoord 3
De Universiteit van Amsterdam (hierna: «de UvA») geeft aan dat de onderzoekssamenwerking
tussen de UvA en Netflix valt onder de paraplu van het project «Designing the tax
system for a Cashless, Platform-based and Technology-driven society» (het CPT-project)
van de afdeling Belastingrecht (het Amsterdam Center for Tax Law) van de UvA. Het
onderzoek is gestart in februari 2021 en eindigt in december 2024. Dit onderzoeksproject
is een vorm van contractonderzoek.
Ten behoeve van de onderzoekssamenwerking hebben de UvA en Netflix de afspraken vastgelegd
in een overeenkomst die door beide partijen volgtijdelijk is ondertekend op 21 januari
2021 en 2 februari 2021 (hierna: «de overeenkomst»). Deze overeenkomst bevat aldus
de overeengekomen voorwaarden waaronder de UvA het onderzoek uitvoert in 2021 tot
en met 2024. Daarnaast is er het memo van 14 september 2020 (hierna: «het memo») waarin
algemene en specifieke voordelen van een samenwerking tussen de UvA en Netflix worden
benoemd. De voordelen die worden genoemd in het memo zijn niet opgenomen in de afspraken
en voorwaarden die zijn vastgelegd in de overeenkomst. De UvA geeft aan dat de voordelen
op generlei wijze onderdeel zijn van de overeenkomst, noch van de onderzoekssamenwerking
en dat deze niet aan Netflix zijn toegezegd. Daarnaast zijn volgens de UvA de in het
memo genoemde voordelen niet toegekend, met andere woorden de in het memo opgenomen
voordelen hebben volgens de UvA in de praktijk niet zijn beslag gekregen. De UvA heeft
aangegeven delen van het memo niet passend te vinden.
Naar mijn mening wekt het bestaan van het memo naast de overeenkomst de schijn van
afhankelijkheid en belangenverstrengeling.
Vraag 4
Hoeveel bedraagt het door Netflix aan de Universiteit van Amsterdam toezegde sponsorbedrag?
En wanneer is hoeveel geld overgemaakt door Netflix? Waaraan is dat geld besteed?
Antwoord 4
De UvA heeft aangegeven dat de toegezegde financiële bijdrage door Netflix in totaal
€ 556.000 exclusief btw bedraagt. In de overeenkomst is afgesproken dat dit bedrag
over vier jaar in termijnen wordt betaald volgens de volgende verdeling: 1 feb 2021:
€ 130.000, 1 jan 2022: € 136.000, 1 jan 2023: € 142.000 en 1 jan 2024: € 148.000 (alle
bedragen exclusief btw). De UvA heeft aangegeven dat op dit moment de genoemde bedragen
in resp. 2021, 2022 en 2023 door Netflix zijn overgemaakt. In 2024 zal Netflix nog
een bedrag van € 148.000 (exclusief btw) overmaken.
In de overeenkomst staat dat de UvA gerechtigd is de middelen aan te wenden voor de
aanstelling van een (of meer) universitair docent(en) en/of Senior UvA Onderzoeker(s)
(in totaal: 1 fte) op het gebied van belastingheffing van de digitale economie met
speciale aandacht voor ontwikkelingslanden (het Afrikaanse continent en Zuid-Amerika).
Door de UvA is bevestigd dat een universitair docent wordt bekostigd voor 0,8 fte
voor een periode van 4 jaar met als specifieke opdracht het verrichten van onderzoek
naar de belastingheffing van de digitale economie. Daarnaast is met de middelen een
conferentie georganiseerd in Kaapstad (samen met de Universiteit van Kaapstad) en
zijn cursussen georganiseerd in Kaapstad op het gebied van de belastingheffing van
de digitale economie, explainable AI in taxation en de invloed van blockchain op belastingen.
Vraag 5
Klopt het dat de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit (2018) van
toepassing is op alle door de Universiteit van Amsterdam aan Netflix toegezegde voordelen,
waaronder zowel de algemene als de specifieke voordelen?
Indien het slechts op een deel van toepassing is, kunt u dat dan toelichten?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 heeft de UvA nadrukkelijk aangegeven dat
de voordelen waarnaar wordt verwezen in deze vraag geen onderdeel zijn van de overeenkomst
en niet zijn toegezegd aan Netflix. Wat betreft de overeenkomst die de UvA heeft gesloten
met Netflix: daarop is de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit 2018
(hierna: «NGWI») van toepassing. Dit is ook expliciet opgenomen in de overeenkomst.
Vraag 6
Zijn de door de Universiteit van Amsterdam aan Netflix toegekende voordelen naar uw
mening in overeenstemming met de Nederlandse gedragscode voor wetenschappelijke integriteit?
Indien het deels in overeenstemming is, kunt u dan aangeven welke voordelen wel in
overeenstemming zijn en welke niet?
Antwoord 6
De NGWI gaat over wetenschappelijk onderzoek in den brede, zoals dat wordt uitgevoerd
aan de instellingen die deze code onderschrijven. Dit omvat zowel publiek als privaat
gefinancierd onderzoek en zowel fundamenteel als toegepast en praktijkgericht onderzoek.
«Onderzoek» omvat alle activiteiten die aan de onderzoekspraktijk verbonden zijn:
het opstellen van aanvragen, de opzet en uitvoering van het onderzoek, de beoordeling
en peer review, het optreden als inhoudelijk deskundige, de verslaglegging, verantwoording en publiciteit.
In algemene zin vind ik onderzoekssamenwerking met het bedrijfsleven een belangrijk
element in ons onderwijsstelsel. Het zorgt ervoor dat wetenschappelijk onderzoek goed
aansluit bij maatschappelijke uitdagingen en dat innovatie wordt gestimuleerd. Tegelijkertijd
moet worden geborgd dat er geen vermenging plaatsvindt van commerciële belangen en
de inhoud van het wetenschappelijk onderzoek. Dit wordt gedaan door kaders binnen
de kennisinstellingen, waaronder de NGWI.
In de getekende overeenkomst met Netflix is de wetenschappelijke integriteit expliciet
geborgd, onder andere door de principes van goed wetenschappelijk onderzoek, zoals
weergegeven in de NGWI en de European Code of Conduct for Research Integrity, van
toepassing te verklaren op het onderzoek. Zoals hierboven aangegeven, heeft de UvA
bevestigd dat de voordelen die worden genoemd in het memo geen onderdeel zijn van
de overeenkomst noch van de onderzoekssamenwerking.
Zoals eerder aangegeven, ben ik van mening dat het bestaan van het memo naast de overeenkomst
de schijn van afhankelijkheid en belangenverstrengeling wekt.De UvA heeft aangegeven
dat naast het gebruikelijke toezicht op de wetenschappelijke integriteit bij het aangaan
en uitvoeren van onderzoek, een interne evaluatie zal plaatsvinden naar de uitvoering
van het CPT-project, mede in het licht van de NGWI. Ik heb de UvA gevraagd bij deze
evaluatie de vraag mee te nemen hoe het heeft kunnen gebeuren dat dit memo is opgesteld.
Niet alleen de overeenkomst, maar ook het pad naar een overeenkomst toe (het proces)
moet immers integer worden uitgevoerd.
Vraag 7
Wat vindt u, in het licht van de principes van de wetenschappelijke integriteit, van
het door de Universiteit van Amsterdam aan Netflix toegekende recht om (maatwerk)onderzoek
te laten verrichten dat Netflix in staat stelt om «geïnformeerde beslissingen» te
nemen over haar eigen belastingpositie (zie algemeen voordeel nr. 5 en specifiek voordeel
nr. 2)? Is hier niet gewoon sprake van belastingadvies aan Netflix?
Antwoord 7
De UvA heeft mij geïnformeerd dat zij Netflix niet het recht heeft toegekend om (maatwerk)onderzoek
te laten verrichten dat Netflix in staat stelt om «geïnformeerde beslissingen» te
nemen over haar eigen belastingpositie. Ik verwijs u verder naar mijn antwoorden op
vragen 3 en 6.
Vraag 8
Wat vindt u, in het licht van de principes van de wetenschappelijke integriteit, van
de door de Universiteit van Amsterdam aan Netflix toegekende stem in wetenschappelijke
discussies over de toekomst van het belastingstelsel voor online media service providers en de uit deze discussies voortvloeiende aanbevelingen aan beleidsmakers, waaronder
de OESO, de G20 en de EU (zie specifiek voordeel nr. 1)? Is hier niet gewoon sprake
van lobbyactiviteiten voor Netflix?
Antwoord 8
De UvA heeft mij geïnformeerd dat zij Netflix geen stem in wetenschappelijke discussies
over de toekomst van het belastingstelsel heeft toegekend. Ik verwijs u verder naar
mijn antwoorden op vragen 3 en 6.
Vraag 9
Wat vindt u, in het licht van de principes van de wetenschappelijke integriteit, van
de door de Universiteit van Amsterdam aan Netflix toezegde hulp om beter aan beleidsmakers
en de samenleving uit te leggen dat Netflix, anders dan van andere digitale bedrijven,
niet aan agressieve belastingontwijking doet (zie specifieke aanbeveling nr. 4)? Is
hier niet gewoon sprake van een sterk staaltje public relations voor Netflix?
Antwoord 9
De UvA heeft mij geïnformeerd dat zij geen hulp heeft toegezegd aan Netflix om beter
aan beleidsmakers en de samenleving uit te leggen dat Netflix niet aan agressieve
belastingontwijking doet. Ik verwijs u verder naar mijn antwoorden op vragen 3 en
6.
Vraag 10
Op welke wijze geeft de Universiteit van Amsterdam Netflix «toegang tot het aannemen
van topstudenten op het gebied van fiscaal recht, digital business en technologie,
waaronder studenten van het UvA Science Park» (zie specifiek voordeel nr. 6)?
Antwoord 10
De UvA heeft aangegeven dat een universitair docent studenten zou begeleiden die eventueel
stage zouden gaan lopen bij Netflix. Dergelijke begeleiding is overigens onderdeel
van meerdere masterprogramma’s van de UvA. Stages bij Netflix hebben vooralsnog niet
plaatsgevonden.
Vraag 11
Vindt u dat er door de Universiteit van Amsterdam voldoende openheid is betracht over
de rol van Netflix en de daaruit voortvloeiende belangenconflicten in de zin van paragraaf
3.2, onderdeel 8, van de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit?
Antwoord 11
Nee, zie ook mijn antwoorden op vragen 3 en 6.
Vraag 12
Is het door Netflix gefinancierde onderzoek voorwerp geweest van een recente visitatie
van de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam, en zo ja, wat was de uitkomst
daarvan en is daarbij aandacht besteed aan de wetenschappelijke integriteit? Indien
het antwoord nee is, was het dan wel bekend bij het team dat de visitatie uitvoerde?
Antwoord 12
De UvA heeft mij geïnformeerd dat het onderzoek van de faculteit der Rechtsgeleerdheid
in 2022 onderwerp is geweest van een visitatie. De visitatie zag op de periode 2016–2021.
Het overkoepelende CPT-project is ter sprake gekomen tijdens gesprek tussen de UvA-onderzoeksleiders
en de visitatiecommissie. Er zijn geen specifieke bevindingen geweest t.a.v. het CPT-project.
Wel heeft de visitatiecommissie in het algemeen het belang benadrukt van het borgen
van integriteit van contractonderzoek en het nieuwe beleid van de faculteit op wetenschappelijke
integriteit verwelkomd.
Vraag 13
Heeft u voldoende vertrouwen dat het door Netflix gefinancierde onderzoek naar de
fiscale aspecten van de digitale economie door de Universiteit van Amsterdam kan worden
uitgevoerd overeenkomstig de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit?
Antwoord 13
Het door Netflix gefinancierde onderzoek is vastgelegd in een overeenkomst tussen
Netflix en de UvA. Op deze overeenkomst is de NGWI van toepassing. Ik ga ervan uit
dat het onderzoek uitgevoerd zal worden binnen het kader van deze overeenkomst en
de NGWI.
Vraag 14
Hoe staat het met de koerswijziging van de afdeling Belastingrecht die de Universiteit
van Amsterdam in het najaar van 2022 aankondigde?2 Is de vacature voor een onafhankelijke hoogleraar belastingrecht die geen banden
heeft met de belastingadviessector of de Belastingdienst al ingevuld, en zo nee, wanneer
gebeurt dit?
Antwoord 14
De UvA heeft aangegeven dat er op 24-8-2022 een vacature voor een hoogleraar algemeen
belastingrecht is opengezet. Er werd gezocht naar een hoogleraar die geheel of vrijwel
geheel voltijds aan de UvA werkt. De UvA heeft mij geïnformeerd dat deze procedure
niet heeft geleid tot invulling van de vacature. Op 15-5-2023 is de vacature opnieuw
opengezet. De procedure voor de werving van een (bijna) fulltime hoogleraar loopt
nog.
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat Follow the Money al in de zomer van 2021 aan de Universiteit
van Amsterdam op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om openbaarmaking
van het Netflix-document en aanpalende stukken had gevraagd, maar pas twee jaar later
de stukken heeft ontvangen? Klopt het dat de rechter er zelfs aan te pas moest komen
om de Universiteit van Amsterdam te bewegen de stukken rondom Netflix openbaar te
maken en klopt het dat de Universiteit van Amsterdam excuus heeft aangeboden voor
de gang van zaken bij de afhandeling van het Wob-verzoek?
Antwoord 15
Ik betreur dat naar aanleiding van het Wob-verzoek van Follow the Money in 2021 niet
alle stukken direct compleet zijn aangeleverd. De gesloten overeenkomst tussen de
UvA en Netflix is naar aanleiding van het Wob-verzoek van Follow the Money op 17 november
2021 openbaar gemaakt. Naar aanleiding van een aanvullende zoekslag, uitgevoerd na
een rechterlijke uitspraak, zijn nadere stukken getraceerd en aan Follow the Money
overhandigd. Een van deze stukken was het eerdergenoemde memo van 14 september 2020.
De UvA heeft excuses aangeboden voor het feit dat de eerste zoekslag onvoldoende adequaat
was uitgevoerd.
Vraag 16
Klopt het dat de Universiteit van Amsterdam niet al het e-mailverkeer met Netflix
over de sponsordeal openbaar heeft gemaakt? Zou u de Kamer de gelakte stukken, waaronder
in het bijzonder een mailbericht van Netflix van 16 november 2020, kunnen doen toekomen
als bijlage bij de beantwoording van deze vragen?
Antwoord 16
De UvA heeft aangegeven dat zij (inmiddels) al het e-mailverkeer met Netflix, voor
zover verplicht onder de Woo, openbaar heeft gemaakt. Deze stukken kunt u raadplegen
op: https://www.uva.nl/over-de-uva/organisatie/juridische-zaken/wet-open-ov….
Vraag 17
Zijn er nog andere sponsorcontracten bij deze vakgroep die aandacht behoeven? Kunt
u daartoe een overzicht geven van alle externe geldstromen van de afgelopen vijf jaar
en de onderliggende contracten?
Antwoord 17
Informatie over (deels) extern gefinancierde onderzoekssamenwerkingen dient naar mijn
mening volkomen transparant te zijn. Immers moet ten allen tijde voorkomen worden
dat het vertrouwen in de wetenschap zou kunnen worden geschaad. Het staat buiten kijf
dat de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en transparantie van wetenschappelijk onderzoek
ten allen tijde moet worden bewaakt.
De UvA geeft aan alle contractstukken e.d. op basis van het Woo-verzoek (t/m juli
2021 openbaar te hebben gemaakt. Ik heb de UvA gevraagd of er in het licht van de
wetenschappelijke integriteit nog andere sponsorcontracten bij deze vakgroep zijn
die aandacht behoeven.
Vraag 18
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 18
Ik vind het belangrijk om uw vragen volledig en correct te beantwoorden. In verband
met de beschikbare capaciteit tijdens het Kamerreces was het helaas niet mogelijk
deze vragen binnen drie weken te beantwoorden. Verder wilde ik informatie verifiëren
bij de UvA.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.