Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Drost en Ceder over de aanhoudende berichtgeving over de zorgelijke omgang met migranten aan de Tunesische grens
Vragen van de leden Drost en Ceder (beiden ChristenUnie) aan de Minister-President over de aanhoudende berichtgeving over de zorgelijke omgang met migranten aan de Tunesische grens (ingezonden 2 augustus 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President
en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 4 september 2023). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3372.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over de zorgelijke omgang met migranten door Tunesië
aan de grens met respectievelijk Algerije en Libië, hetgeen onder meer tot uiting
komt in het feit dat tenminste tien mensen dood zijn aangetroffen door de Libische
grenswachten in het grensgebied tussen Tunesië en Libië de afgelopen maand?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe duidt u deze berichten en hoe beoordeelt u het handelen van Tunesië?
Antwoord 2
Op basis van de bij het kabinet bekende informatie is onduidelijk wat er precies is
gebeurd, maar deze berichten zijn zorgelijk. Ook Tunesie is gebonden aan internationale
verplichtingen, waaronder het VN-Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten en
het VN-Kinderrechtenverdrag en is gehouden om mensenrechten effectief te beschermen
bij het grensbeheer.
Vraag 3
Zijn er bij u nog andere dan de in het artikel beschreven signalen van (mogelijke)
mensenrechtenschendingen in de Tunesische omgang met migranten bekend?
Antwoord 3
Meerdere media en mensenrechtenorganisaties hebben verslag gedaan van (vermeende)
schendingen van rechten van migranten in Tunesië.
Vraag 4
Hoeveel sterfgevallen van migranten zijn er inmiddels bekend na het sluiten van de
deal? En hoeveel hiervan zijn kinderen? Zijn er kinderrechten geschonden en zo ja,
welke?
Antwoord 4
Informatie over de situatie van migranten in de grenszones met Algerije en Libië is
moeilijk te verifiëren. In het grensgebied met Libië is door hulporganisaties melding
gemaakt van 27 doden en 73 vermisten. Het is het kabinet niet bekend of, en zo ja,
hoeveel kinderen er onder de doden zouden zijn. Of er kinderrechten geschonden zijn,
valt op basis van de beperkte beschikbare informatie niet vast te stellen. Lokale
en internationale partners, waaronder de Verenigde Naties, spelen een belangrijke
rol in het toezicht op de naleving van de relevante mensenrechtennormen door Tunesië.
Vraag 5
Hoe heeft de Tunesische overheid gehandeld zodat deze mannen, vrouwen en kinderen
in de woestijn terecht kwamen? Was dit mogelijk binnen de afspraken die met de Europese
Unie (EU) zijn gemaakt?
Antwoord 5
Het kabinet is bekend met de berichten over Tunesische grenswachters. Wat er precies
is gebeurd, valt echter moeilijk te verifiëren op basis van de beperkte informatie
die nu beschikbaar is. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Zorgen over mensenrechten is voor het kabinet onderdeel van de redenen om in te zetten
op het verbeteren van het migratiemanagement in Tunesië, op het gebied van opvang
en bescherming, grensbeheer en Search and Rescue (SAR), terugkeer en aanpak van mensensmokkel
en mensenhandel. Voor het respect voor mensenrechten zal het kabinet zich blijvend
inzetten, in bilateraal en Europees verband.
De migratie-afspraken tussen de Europese Commissie en Tunesië hebben als doel het
migratiemanagement in en door Tunesië te verbeteren. Bij de implementatie ervan moeten
de mensenrechten in acht worden genomen en gerespecteerd. Uw Kamer zal, zodra nadere
informatie kan worden gegeven over de vormgeving en voorwaarden van de EU-steun, nader
worden geïnformeerd over de voortgang en implementatie van het MoU.
Vraag 6
Is er contact geweest met de nabestaanden van de overledenen op Nederlands of EU-niveau?
Wat is er met de lichamen gebeurd? Indien hier geen duidelijkheid over is, bent u
bereid zich in te spannen om contact met nabestaanden te bewerkstelligen en indien
mogelijk ook te komen tot repatriëring van de lichamen?
Antwoord 6
De Libische en Tunesische Rode Halve Maan-verenigingen houden zich aan beide zijden
van de grens bezig met familiehereniging, ook voor nabestaanden van overledenen. Zij
worden hierin bijgestaan door de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode
Halve Maan-verenigingen, het Internationale Comité van het Rode Kruis en diverse VN
organisaties. Er is door Nederland geen contact geweest met de nabestaanden. De repatriëring
valt buiten de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid.
Vraag 7
Is er juridisch sprake van aansprakelijkheid van de EU? Zo nee, zijn er juridische
risico’s dat de EU en/of Nederland aangesproken kan worden?
Antwoord 7
De hier genoemde omgang met migranten vindt plaats in Tunesië, waar enkel Tunesië
rechtsmacht heeft. Daarnaast is er in het MoU geen sprake van juridisch bindende afspraken
waarop een (juridische) aansprakelijkheid van de EU eventueel zou kunnen worden gebaseerd.
Vraag 8
Ziet u dat, ook wanneer er mogelijk geen sprake zou zijn van juridische aansprakelijkheid
er wel degelijk een morele verantwoordelijkheid bij Nederland en de Europese Unie
ligt om zorg te dragen voor borging van mensenrechten in de omgang met migranten bij
landen waar een migratiedeal wordt gesloten?
Antwoord 8
Nederland zet zich in voor borging van mensenrechten van migranten. Dit is onderdeel
van de politieke afspraken over migratiesamenwerking die met derde landen worden gemaakt.
Nederland zet zich in contacten met Tunesië in voor humane opvang en bescherming met
respect voor mensenrechten. Nederland pleit hier ook in EU-verband voor. Zoals ook
vermeld in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 20 juli jl. is Tunesië
aangesloten bij het niet juridisch-bindende Global Compact on Migration en het Global
Compact on Refugees. Wetgeving ter implementatie van deze internationale afspraken
is vooralsnog niet doorgevoerd. Nederland hecht eraan dat hieraan prioriteit wordt
gegeven. Het ontwikkelen en uitvoeren van migratiebeleid en het tegengaan van irreguliere
migratie dienen ordelijk en humaan te verlopen. De EU is daar duidelijk over, ook
richting Tunesië.
Vraag 9
Past de handelwijze van Tunesië binnen de afspraken zoals die zijn gemaakt in de migratiedeal
en hoe verhoudt dit zich tot de EU als waardengemeenschap? Zijn er volgens de Nederlandse
regering waarden geschonden en zo ja welke?
Antwoord 9
Zoals ook gemeld in het verslag van de RBZ van 20 juli jl. benoemt het MoU dat de
migratiesamenwerking tussen de EU en Tunesië zal plaatsvinden met respect voor mensenrechten
en internationaal recht. Internationaal toezicht op de naleving van mensenrechtennormen
door internationale en lokale partners, waaronder de Verenigde Naties, is van groot
belang. De zorgelijke berichten over de Tunesische handelwijze legitimeren continuering
van de Nederlandse steun aan verbetering van migratiemanagement, zowel bilateraal
als in EU-verband.
Vraag 10
Waren er voor het sluiten van de deal al signalen dat deze praktijken zich voordeden?
Kunt u zo volledig zijn mogelijk zijn in welke berichtgeving hierover al bekend was
bij de Nederlandse overheid en EU? Kunt u deze stukken naar de Kamer sturen?
Antwoord 10
De Tunesische en internationale pers maakten melding van uitzettingen in de woestijn
in de periode voorafgaand aan het tekenen van het MoU. Nederland heeft zich er mede
daarom hard voor gemaakt dat respect voor mensenrechten en internationaal recht onderdeel
zijn van het MoU. In gesprekken met de Tunesische overheid brengt Nederland deze boodschap
blijvend onder de aandacht.
Vraag 11
Bent u er mee bekend dat de recente berichtgeving aanleiding was voor de Belgische
regering om de Europese Commissie op te roepen «respect voor de mensenrechten nauwlettend
in de gaten te houden» bij de uitvoering van de EU-Tunesiëdeal?2 Sluit u zich bij deze oproep aan? Zo nee waarom niet?
Antwoord 11
Ja, het kabinet is bekend met deze berichtgeving. Het kabinet benadrukt reeds doorlopend
in Europees verband het belang van eerbiediging van mensenrechten, bescherming van
migranten en het verbeteren van migratiemanagement in Tunesië. Het is wat het kabinet
betreft nu aan de Commissie om initiatief te nemen richting implementatie van het
MoU, met inachtneming van de in de EU-Verdragen neergelegde procedures.
Vraag 12
Herinnert u zich dat u tijdens het debat in de Tweede Kamer over de Europese top van
29 en 30 juni (gehouden op 28 juni jl.) in reactie op de motie Drost c.s. (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1963) heeft aangegeven dat de Memorandum of understanding (met Tunesië) er ook in voorziet dat als er signalen van mensenrechtenschendingen
komen we in staat zijn om met Tunesië het gesprek daarover te voeren? Bent u bereid
dit gesprek op basis van dit signaal ook daadwerkelijk met Tunesië te gaan voeren
en de Kamer hier op korte termijn over te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ja, hiertoe biedt onder andere de versterkte politieke- en beleidsdialoog in het kader
van de EU-Tunesië Associatieraad een gelegenheid. De Europese Commissie en Tunesië
hebben besproken dat de Associatieraad dit najaar moet worden hervat.
Vraag 13
Wat was de formele danwel informele rol van de Minister-President en de Nederlandse
overheid bij het sluiten van de deal?
Antwoord 13
Tijdens de buitengewone Europese Raad (ER) van 9 februari 2023 onderstreepten regeringsleiders
dat de huidige migratie-uitdagingen waar Europa voor staat een Europees antwoord vereisen.
Zoals beschreven in het verslag3 besprak de ER toen om, op een gecoördineerde wijze, de samenwerking met landen van
herkomst en transit langs alle migratieroutes te intensiveren. Voor Nederland vormen
brede, evenwichtige en gelijkwaardige migratiepartnerschappen met derde landen een
belangrijke bouwsteen voor een effectief humaan migratiebeleid. Deze ER concludeerde
ook dat snelle actie nodig is om terugkeer te bevorderen langs de migratieroutes naar
de landen van herkomst, en dat daarvoor het gehele EU-beleidsinstrumentarium moet
worden ingezet, waaronder diplomatie, ontwikkelingssamenwerking, handel, visa, en
legale migratiemogelijkheden. Deze inzet werd bevestigd bij de ER van maart 2023.4 De ER van 29 en 30 juni 20235 sprak vervolgens over voortgang die was geboekt op de externe dimensie van migratie
en in het bijzonder over de EU-relaties met Tunesië, en concludeerde verheugd te zijn
met het werk dat is verricht aan een voor beide partijen voordelig alomvattend partnerschapspakket
met Tunesië.
Het door de Europese Commissie met de Tunesië opgestelde MoU vloeit voort uit deze
besprekingen in de Europese Raad over migratie en een reeks EU bezoeken aan Tunesië
in het voorjaar. De inhoudelijke contouren van het partnerschap zijn een aantal keer
met de Raad gedeeld en besproken in het voorjaar van 2023.
De aanwezigheid van Minister-President Rutte en de Italiaanse Minister-President Meloni
als leden van de Europese Raad moet bezien worden in de geest van de Team Europebenadering. Dit geeft uitdrukking aan het politieke belang dat de Europese Raad hecht
aan de aan de totstandkoming van een strategisch partnerschap met Tunesië. Ook Ministers
uit andere EU Lidstaten en verschillende EU commissarissen brachten dit jaar bezoeken
aan Tunesië.
Vraag 14
Wordt het geld wat de EU (via de deal) overmaakt aan Tunesië ook gebruikt om de mensenrechten
te verbeteren? Zo ja, is dit een voorwaarde, zo nee bent u bereid dit als voorwaarde
op tafel te leggen?
Antwoord 14
Het kabinet verwijst naar het RBZ-verslag van 20 juli jl.6. Uw Kamer zal nader worden geïnformeerd zodra nadere informatie kan worden gegeven
over vormgeving en voorwaarden van de EU-steun. Nederland zet zich actief in voor
de noodzakelijke aandacht voor mensenrechten bij EU-programmering.
Vraag 15
Is er sinds het sluiten van de deal contact geweest tussen Tunesië en de Nederlandse
overheid over de actuele mensenrechtensituatie? Zo nee, heeft dit dan wel op Europees
niveau plaatsgevonden? Zo ja hoe vaak en wat was de strekking hiervan? Kunt u zo precies
mogelijk zijn over de contactmomenten en wat er besproken is?
Antwoord 15
Ook na de ondertekening is op verschillende manieren en niveaus, zowel vanuit Nederland
op ambassadeurniveau als vanuit andere EU lidstaten contact geweest met de Tunesische
autoriteiten, zoals het bezoek van de Duitse Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
van 8 tot en met 11 augustus. In deze gesprekken zijn onder andere zorgen geuit over
de mensenrechtensituatie. Overleg tussen de Europese Commissie en Tunesië om het MoU
nader uit te werken wordt in september hervat. De Commissie ondersteunt UNHCR en IOM
bij hulpverlening aan de grenzen met Libië en Algerije.
Vraag 16
Hoe gaat u zich nu en in de toekomst inzetten om fundamentele mensenrechten te borgen
bij het aangaan van migratiedeal, en daarmee ook blijvend uitvoering geven aan de
genoemde motie Drost c.s.?
Antwoord 16
Zoals vermeld in het verslag van de RBZ van 20 juli jl. zal Nederland de Commissie
blijven oproepen om een soortgelijke partnerschapsinzet te hanteren voor andere landen,
op basis van gelijkwaardigheid, met oog voor wederzijdse belangen en een op maat gemaakte
aanpak. Het belang van het respect voor internationaal recht dient hier te allen tijde
onderdeel van te zijn.
Vraag 17
Wat betekent dit voor de Tunesiëdeal? Is er een grens waarbij deze deal als onhoudbaar
wordt beschouwd? Waar ligt deze voor de regering? Welke afspraken zijn daar over gemaakt
zowel op papier als mondeling? Kunt u zo precies mogelijk in zijn?
Antwoord 17
Zoals ook gemeld in het verslag van de RBZ van 20 juli jl.7 benoemt het MoU dat de migratiesamenwerking tussen de EU en Tunesië zal plaatsvinden
met respect voor mensenrechten en internationaal recht. Uw Kamer zal, zodra nadere
informatie kan worden gegeven over de vormgeving en voorwaarden van de EU-steun en
eventuele budgettaire gevolgen voor de Nederlandse begroting, nader worden geïnformeerd
over de voortgang en implementatie van het MoU. Het is wat het kabinet betreft nu
aan de Commissie om initiatief te nemen richting implementatie van het MoU, met inachtneming
van de in de EU-Verdragen neergelegde procedures.
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M. Rutte, minister-president
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.