Schriftelijke vragen : De gelekte migratiebrief
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de gelekte migratiebrief (ingezonden 4 september 2023).
Vraag 1
Welke van de plannen in de migratiebrief bent u van plan door te zetten of uit te
voeren?1
Vraag 2
Welke plannen uit de migratiebrief zijn al volledig, dan wel gedeeltelijk staand beleid?
Vraag 3
Op welke van deze plannen bent u van plan in Brussel stappen te zetten?
Vraag 4
Indien u van plan bent hierop in Brussel stappen te zetten, wat is hierin het beoogde
tijdspad?
Vraag 5
Blijven de voorstellen op de Europa-dossiers deel uitmaken van de agenda van het demissionaire
kabinet in Brussel?
Vraag 6
Waarom zette het kabinet in de voorstellen met name in op kennismigratie van hooggeschoolden,
de zogenaamde «hoogwaardige sectoren»?
Vraag 7
Op basis van welke criteria zou moeten worden vastgesteld van welke arbeidsmigratie
«het twijfelachtig is of we daar als land echter beter van worden»?
Vraag 8
Kunt u uitweiden waarom er met name werd ingezet op het binnenhalen van arbeidsmigranten
met hoge salarissen, zoals het aanscherpen van het salariscriterium met name voor
kennismigranten onder de 30 jaar?
Vraag 9
In de migratiebrief staan een aantal – volgens het kabinet – negatieve effecten genoemd
van migratie: woningtekorten, vollere steden, verpauperde wijken, druk op onderwijs
en zorg en verrommeling op het platteland en in de natuur; kunt u ingaan op basis
van welke grond deze volgens het kabinet negatieve effecten kennelijk minder zwaar
wegen voor de zogenaamde kennismigranten of specialisten dan voor (arbeids)migranten,
zoals vakarbeiders en studenten?
Vraag 10
Heeft u bijvoorbeeld de verschillen in effecten van specialisten, vakmigranten en
studenten op deze negatieve effecten gemeten, alvorens u deze maatregel voorstelde?
En zo ja, kunt u deze bevindingen met de Kamer delen?
Vraag 11
Gezien het feit dat u in de brief verwijst naar de negatieve effecten van andere EU-lidstaten
als het gevolg van het wegtrekken van de bevolking, hoe rijmt u dit met de voorstellen
om juist hoogopgeleide kennismigranten uit derde landen aan te werven en te stimuleren
voor lange tijd in Nederland te blijven?
Vraag 12
Kunt u uiteenzetten hoe de asielinstroom in Nederland zich relatief verhoudt met zowel
omliggende landen als landen in de regio?
Vraag 13
Klopt het dat Nederland in vergelijking met andere EU-lidstaten, zoals Duitsland,
Frankrijk en Italië relatief gezien minder asielzoekers opvangt?
Vraag 14
Hoe verhoudt de Nederlandse inzet op afspraken over verplichte asielgrensprocedures
voor personen met een kansarm asielverzoek zich tot artikel 8, lid 2 van de Procedurerichtlijn,
alsook de bepalingen over bewaring in de Opvangrichtlijn?
Vraag 15
Aan welke maatregelen werd gedacht in het kader van het wegnemen van prikkels in systeem
om kinderen alleen vooruit te sturen?
Vraag 16
Bent u van plan de mogelijkheid voor binnengrenscontroles alsnog via de Schengengrenscode
mogelijk te maken?
Vraag 17
Indien u van plan bent om in de wijzigingen van de Schengengrenscode te pleiten voor
het herintroduceren van binnengrenscontroles, welke criteria moeten er dan voor zorgen
dat dit echt als een allerlaatste redmiddel ingezet zal worden?
Vraag 18
Kunt u uiteenzetten wat de concrete effecten zijn op het vrij verkeer van mensen en
goederen in Europa bij het instellen van binnengrenscontroles, alsook de daarmee gepaard
gaande kosten voor het instellen van binnengrenscontroles, zowel voor de in te zetten
capaciteit als de effecten op de economie ten gevolgen van dergelijke controles, zoals
we ook gezien hebben bij Brexit?
Vraag 19
Bent u nog steeds van plan inzet te plegen op het ontwikkelen van migratiepartnerschappen,
waaronder met Algerije, Egypte, Marokko, Tunesië, Niger, Nigeria, Irak en Turkije?
Vraag 20
Hoe verhoudt zich dit tot de misstanden tegen de mensheid zoals we die nu waarnemen
in Tunesië, als gevolg van de deal?
Vraag 21
Hoe zal Nederland te allen tijde voorkomen dat migratiedeals bijdragen aan het verslechteren
van de positie van mensen op de vlucht?
Vraag 22
Welke criteria wil Nederland verruimen om de Europese lijst van derde landen te vergroten
en welke redenering zit hierachter?
Vraag 23
Kunt u uiteenzetten welke criteria Nederland wil gebruiken om het bandencriterium
te verruimen?
Vraag 24
Kunt u uiteenzetten hoe het versoberen van de opvang zich verhoudt tot de minimumvereisten
in de Opvangrichtlijn en daarbij de relevante artikelen in uw antwoord opnemen?
Vraag 25
In hoeveel procent van de gevallen wordt een verzoek van een zogenaamde kansarme aanvraag
in hoger beroep alsnog toegekend?
Vraag 26
Op basis van welke criteria is het juridisch mogelijk om ongedocumenteerden vast te
houden en hoelang?
Vraag 27
Kunt u van deze maatregelen aangeven hoe het de instroom zou verminderen en op basis
van welk onderzoek u dit kan constateren?
Vraag 28
Kunt u alle vragen die niet onder uw portefeuille vallen doorgeleiden naar de verantwoordelijke
collega en door hem/haar laten beantwoorden?
Vraag 29
Kunt u alle vragen één voor één en los van elkaar beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Marieke Koekkoek, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.