Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht 'Doorstart kinderdagcentrum Uithuizen mislukt op laatste moment, ouders zijn ten einde raad'
Vragen van het lid Dijk aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Doorstart kinderdagcentrum Uithuizen mislukt op laatste moment, ouders zijn ten einde raad» (ingezonden 3 juli 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
24 augustus 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3285.
Vraag 1
Deelt u de mening dat er in Nederland voldoende kinderdagcentra aanwezig zouden moeten
zijn om kinderen met een beperking op te vangen? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?1
Antwoord 1
Ja, ik deel die mening.
Vraag 2
Wat is volgens u de acceptabele afstand tussen een kinderdagcentrum en het ouderlijk
huis?
Antwoord 2
Gemeenten zijn op grond van de Jeugdwet verplicht om passende jeugdhulp te bieden.
Het is wenselijk dat een jeugdige zoveel mogelijk binnen de regio zorg krijgt, zodat
een jeugdige zo thuisnabij mogelijk kan opgroeien. Als meer gespecialiseerde zorg
nodig is, kan deze soms maar op enkele plekken in de regio of in het land worden geboden,
waardoor reisafstanden naar een passende voorziening groter zijn.
Vraag 3
Welke verantwoordelijkheid heeft de Rijksoverheid volgens u om ervoor te zorgen dat
er voldoende kinderdagcentra in Nederland aanwezig zijn?
Antwoord 3
Vanuit de Rijksoverheid zie ik toe op het stelsel en zet ik me in voor de zorg van
jeugdigen die altijd voorop dient te staan. De verantwoordelijkheid voor het zorgen
van voldoende jeugdhulpaanbod ligt in het decentrale stelsel wettelijk bij gemeenten.
Om de beschikbaarheid van specialistische vormen van jeugdhulp te verbeteren heb ik
afspraken gemaakt in het kader van de Hervormingsagenda Jeugd. Het betreft onder andere
maatregelen die zien op verplichte regionale samenwerking en regionaal contracteren
van specialistische vormen van jeugdhulp. Dit wordt vastgelegd in het wetsvoorstel
«Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg», dat ik eind dit jaar verwacht in te dienen
bij uw Kamer. Hiernaast wordt lagere regelgeving voorbereid waarin vormen van jeugdhulp
worden aangewezen die regionaal moeten worden georganiseerd. Momenteel werk ik met
gemeenten en aanbieders uit, welke specialistische vormen van jeugdhulp het zou moeten
betreffen. Kinderdagcentra worden ook bij deze uitwerking betrokken.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet toe op de uitvoering van de jeugdwet
door de kwaliteit en veiligheid van de jeugdhulp te bewaken en kan vanuit haar toezicht
knelpunten signaleren in de beschikbaarheid van passende hulp. Gemeenten kunnen door
het Rijk worden aangesproken bij het niet nakomen van die verantwoordelijkheden via
het interbestuurlijk toezicht.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de afwezigheid van een kinderdagcentrum in de nabije omgeving
ouders in de knel brengt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Ik erken dat gebrek aan passend zorgaanbod, daar waar zorg nodig is, ouders in de
knel kan brengen. Het is aan gemeenten, samenwerkend in de jeugdregio’s, om bij het
inkopen en organiseren van specialistische jeugdhulp rekening te houden met voldoende
regionale spreiding van voorzieningen. Vooral in regio’s met relatief veel kleine
kernen is het soms zoeken naar balans tussen enerzijds voldoende spreiding en daardoor
nabijheid, en anderzijds financiële en personele haalbaarheid. In de regio Groningen
hebben de gemeenten ervoor gekozen, deze vorm van jeugdhulp in te kopen middels een
open house overeenkomst. Daardoor kunnen ook lokale en sub-regionale voorzieningen
voor jeugdhulp gecontracteerd worden, mits zij voldoen aan de in de regio afgesproken
kwaliteitseisen en uitvoeringsvoorwaarden.
Vraag 5
Beschouwt u een kinderdagcentrum als een essentiële voorziening? Zo nee, kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 5
Gemeenten zijn op grond van de Jeugdwet verplicht om passende jeugdhulp te bieden.
Een kinderdagcentrum is een vorm van jeugdhulp die hierin zou kunnen voorzien. Gemeenten
kunnen zelf of samenwerkend in de regio jeugdhulp inkopen om te ervoor dat het passend
zorgaanbod gerealiseerd wordt.
Vraag 6
Deelt u de mening dat een kinderdagcentrum vanwege zijn functie niet failliet zou
mogen gaan?
Antwoord 6
Jeugdhulpaanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor hun bedrijfsvoering en governance,
en daarbij zijn faillissementen niet altijd te voorkomen. De zorg voor kwetsbare kinderen
moet echter ten alle tijden voorop staan. Gemeenten dienen daarbij te zorgen voor
een toereikend aanbod van jeugdhulp. Ook na eventuele sluiting van een jeugdhulpaanbieder
moeten zij zorgen dat kinderen en hun gezinnen hulp krijgen die passend is.
Vraag 7
Zijn er bij uw andere gevallen bekend waarbij kinderdagcentra in de problemen zijn
gekomen doordat deze dicht moesten vanwege de coronacrisis?
Antwoord 7
Nee, er zijn bij mij geen andere gevallen bekend.
Vraag 8
Bent u van mening dat gemeenten voldoende middelen toegekend hebben gekregen om kinderdagcentra
tijdens de coronaperiode te ondersteunen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
VNG en het Rijk hebben de afgelopen jaren afspraken gemaakt over het bieden van financiële
vergoeding voor corona gerelateerde meerkosten aan zorgorganisaties en professionals
als gevolg van corona. Jaarlijks is onderzoek gedaan naar de meerkosten in het sociaal
domein met als input de afspraken tussen het Rijk en de VNG. Het Rijk heeft in lijn
met de uitkomsten van het onderzoek gemeenten financiële middelen toegekend. Ik ga
er daarmee vanuit dat gemeenten hiervoor voldoende zijn gecompenseerd.
Vraag 9
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden?
Antwoord 9
Ja, dat ben ik.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.