Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over de eerste resultaten van jaar 2 van het Long COVID onderzoek van het Erasmus MC en C-support
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de eerste resultaten van jaar 2 van het Long COVID onderzoek van het Erasmus MC en C-support (ingezonden 3 juli 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 augustus
2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de eerste resultaten van jaar twee van het Long Covid-onderzoek
van het Erasmus MC en C-support?1
Antwoord 1
Met interesse heb ik kennisgenomen van de eerste resultaten van het tweede jaar van
het post-COVID onderzoek van het Erasmus MC en C-support. Ik vind het belangrijk dat
C-support en het Erasmus MC de klachten, het herstel, het mentaal welbevinden, en
de kwaliteit van leven van post-COVID patiënten in kaart brengen. De klachten waarmee
mensen met post-COVID zich bij C-support melden, hebben grote impact op hun zorggebruik,
werk, gezondheid en algehele kwaliteit van leven. Met de Kamerbrief Programma onderzoek
en kennisdeling post-COVID van 1 juni jl.2 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de manier waarop ik post-COVID patiënten meer perspectief
bied.
Vraag 2
Hoe reageert u op het feit dat het aandeel deelnemers dat grotendeels of helemaal
hersteld is, slechts is toegenomen van 15 naar 29 procent en het aandeel deelnemers
dat helemaal niet hersteld is zelfs helemaal niet is afgenomen?
Antwoord 2
De eerste resultaten van het onderzoek tonen aan dat het herstel van post-COVID patiënten
veranderlijk verloopt. Het is verdrietig dat een groot deel van de post-COVID patiënten
nog steeds last heeft van langdurige klachten na een besmetting met SARS-CoV-2. Daarom
intensiveert het kabinet met het Programma onderzoek en kennisdeling post-COVID de
aanpak van langdurige klachten na een besmetting met SARS-CoV-2.
Vraag 3
Hoe gaat u deze groep, die dus voor langere tijd ondersteuning nodig heeft, ondersteunen?
Antwoord 3
Het kabinet ondersteunt post-COVID patiënten op verschillende manieren. C-support
adviseert en ondersteunt in opdracht van het Ministerie van VWS patiënten met post-COVID
klachten. C-support heeft ongeveer 26.000 patiënten in hun bestand. C-support biedt
ondersteuning en advies op alle leefgebieden, waar de langdurige gevolgen van COVID-19
op ingrijpen zoals gezondheid, (psycho)sociaal en werk & inkomen. C-support werkt
in samenwerking met het reguliere veld, van huisarts tot bedrijfs- en verzekeringsarts,
van paramedicus tot arbeidsdeskundige en van juridisch adviseur tot Wmo-consulent.
Nazorg- en medisch adviseurs verrichten maatwerk voor iedere patiënt die na meer dan
3 maanden nog klachten ervaart en zich aanmeldt. Daarnaast verzorgt C-support scholingen,
informatie en advies aan (zorg)professionals, het UWV, koepelorganisaties, de overheid
en onderzoekers. Verder richt ik het Programma onderzoek en kennisdeling post-COVID
in met als doel het vergroten en delen van kennis en expertise inzake post-COVID.
Hiervoor is in totaal € 32,25 miljoen beschikbaar voor de periode 2023 tot en met
2026.
Op 13 juli 2023 heb ik goedkeuring verleend aan het programmavoorstel van ZonMw voor
het inrichten van een expertisenetwerk en onderzoeksprogramma. Het nationaal expertisenetwerk
zorgt voor betere organisatie, coördinatie en ondersteuning van onderzoek naar en
kennis over post-COVID. Daarnaast beoogt het nationaal expertisenetwerk op termijn
de totstandkoming van synergie tussen kennis en expertise rondom post-COVID en andere
postinfectieuze aandoeningen. Ook draagt het nationaal expertisenetwerk bij aan een
betere samenwerking tussen onderzoekers en zorgverleners en aan de verspreiding van
kennis naar de zorgpraktijk. Met het meerjarig onderzoeksprogramma geef ik een stimulans
aan onderzoek naar post-COVID. Verder heb ik ZonMw in maart 2023 de opdracht gegeven
voor het opstellen van een kennisagenda post-COVID. Deze kennisagenda inventariseert
de kennishiaten in post-COVID onderzoek en geeft richting aan het meerjarig onderzoeksprogramma
om deze kennishiaten in te vullen. Bovendien zorg ik ervoor dat de nationale initiatieven
met elkaar blijven verbonden middels het Europees expertisenetwerk post-COVID. Dit
netwerk bevordert de EU-brede aanpak van post-COVID, dat grensoverschrijdend is.
Vraag 4
Wat is uw reactie op het feit dat 40 procent van de deelnemers van het onderzoek wel
eens zorg of ondersteuning voor klachten heeft gemeden vanwege de kosten? Wat zegt
dit over de toegankelijkheid van de zorg voor Long Covidpatiënten? Moeten er wat u
betreft stappen worden gezet om deze toegankelijkheid te verbeteren?
Antwoord 4
De eerste resultaten van het onderzoek van C-support en het Erasmus MC gaan niet in
op welke vorm van zorg wordt gemeden. Het is daarom niet mogelijk om de impact van
het mijden van zorg te duiden. De meeste post-COVID patiënten kunnen terecht in de
reguliere, doorgaans verzekerde, eerstelijnszorg en tweedelijnszorg. Daarnaast biedt
de tijdelijke regeling voor paramedische herstelzorg – welke kan bestaan uit fysiotherapie,
oefentherapie, ergotherapie, diëtiek en logopedie – patiënten extra ondersteuning
bij het herstelproces. De regeling paramedische herstelzorg3 is onder voorwaarden verlengd tot 1 januari 2025, zoals tevens vermeld in de Kamerbrief
Programma onderzoek en kennisdeling post-COVID van 1 juni jl.4
Vraag 5
Wat is uw reactie op het feit dat 54 procent van de deelnemers bestaat uit hoogopgeleiden?
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat in toekomstig onderzoek meer praktisch geschoolden
aan dit onderzoek meedoen?
Antwoord 5
Bij C-support zijn ruim 26.000 patiënten aangemeld. Navraag bij C-support leert dat
jongeren, ouderen, laaggeletterden, mensen met een beperking en personen met een migratieachtergrond
zijn ondervertegenwoordigd in de aanmeldingen bij C-support. Deze ondervertegenwoordiging
is ook te zien in de eerste onderzoeksresultaten van het onderzoek van C-support en
het Erasmus MC waarbij in het bijzonder praktisch geschoolden zijn ondervertegenwoordigd.
Daarom probeert C-support ondervertegenwoordigde groepen beter te bereiken. Zo beschikt
C-support over tolken en wordt informatie over post-COVID in tien verschillende talen
aangeboden.
Tevens benadert C-support onder meer gemeenten, vluchtelingenorganisaties, zorgverleners
en wijkcentra, zodat professionals post-COVID beter herkennen en patiënten beter bereiken.
Daarnaast vindt structurele samenwerking plaats tussen C-support en het landelijke
expertisecentrum Pharos dat zich inzet voor het terugdringen van gezondheidsverschillen
die samenhangen met de sociaaleconomische positie en/of migratieachtergrond. Ook organiseert
C-support nascholing aan zorgverleners en staat C-support in contact met huisartsen
over de herkenning van post-COVID. C-support spant zich in om zoveel mogelijk patiënten
te bereiken, zodat mensen bewust worden van zowel de klachten die gerelateerd zijn
aan post-COVID als de ondersteuning die beschikbaar is. C-support blijft zich inspannen
om deze moeilijk bereikbare groepen beter te bereiken.
Vraag 6
Zou u nog steeds verwijzen naar het stelsel van sociale zekerheid voor de ondersteuning
van mensen met Long Covid, na de berichten dat mensen met een laag inkomen vaak geen
aanspraak kunnen maken op de WIA?5
Antwoord 6
Werknemers met post-COVID die langdurig minder of niet kunnen werken hebben, net als
werknemers met andere ziekten of aandoeningen, gedurende twee jaar recht op loondoorbetaling
door hun werkgever. Na die twee jaar komen zij mogelijk in aanmerking voor een uitkering
op basis van de WIA. Bij de WIA-claimbeoordeling wordt door het UWV beoordeeld wat
iemand nog kan en wat iemand met werk nog kan verdienen. Dat wordt afgezet tegen wat
iemand eerder verdiende om het arbeidsongeschiktheidspercentage vast te stellen. Als
uit de WIA-beoordeling volgt dat mensen 35% of meer verlies van verdiencapaciteit
lijden, dan volgt een uitkering. Als er sprake is van minder dan 35% verlies van verdiencapaciteit
volgt geen uitkering. Uit cijfers van het UWV blijkt dat mensen die post-COVID als
hoofd- of nevendiagnose hebben vaker dan gemiddeld een uitkering toegekend krijgen.6 Het stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid werkt dus in de regel goed voor
mensen met post-COVID. Tegelijkertijd zijn er knelpunten geïdentificeerd in de WIA
die ook mensen met post-COVID kunnen raken. De Minister van SZW wil de knelpunten
waar mogelijk op korte termijn aanpakken. Meer fundamentele knelpunten zijn onderdeel
van de opdracht aan de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel
(Octas). Octas heeft de opdracht om met oplossingsrichtingen te komen voor een houdbaar
stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid, met oog voor uitlegbaarheid, uitvoerbaarheid
en betaalbaarheid. Deze commissie komt na de zomer met een tussenrapportage en uiterlijk
in het eerste kwartaal van 2024 met een eindrapport.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.