Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de accijnzen per 1 januari 2024
Vragen van het lid Omtzigt aan de Minister en de Staatssecretaris van Financiën over de accijnzen per 1 januari 2024 (ingezonden 2 augustus 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 23 augustus 2023).
Vraag 1
Klopt het dat het resterende deel van de accijnsverlaging in principe op 1 januari
2024 wordt teruggedraaid en dat de accijnzen op benzine dan ongeveer 8,7 cent/liter
stijgen en die van diesel 5,6 cent per liter?
Antwoord 1
Het klopt dat dit het beeld is bij ongewijzigd beleid.
In het algemeen geldt dat de accijnstarieven per 1 januari 2024 nog kunnen wijzigen
als gevolg van de augustusbesluitvorming en als gevolg van de behandeling van het
Belastingplan 2024 in de Kamer.
Vraag 2
Klopt het dat boven op die accijnsverhoging, de accijnzen ook nog geïndexeerd worden
met de tabelcorrectiefactor, die volgens het Centraal Planbureau (CPB) 9,5% bedraagt,
zodat de accijnzen op benzine dan met ongeveer 8 cent stijgen en die met diesel nog
een keer 5,5 cent per liter? (bron: Centraal Economisch Plan 2023)
Antwoord 2
Het klopt dat dit het beeld is bij ongewijzigd beleid.
De brandstofaccijns wordt net als andere belastingen bij aanvang van het kalenderjaar
geïndexeerd op basis van de tabelcorrectiefactor. De tabelcorrectiefactor 2024 ligt
nu op 9,9%.
Vraag 3
Klopt het dat er over accijnzen btw geheven wordt, zodat de totale prijsstijging door
belastingen bij ongewijzigd beleid zeker 20 cent per liter benzine bedraagt? Kunt
u het precieze bedrag geven?
Antwoord 3
Ja, het klopt dat over de accijns btw wordt geheven. Op basis van de Btw-richtlijn
zijn lidstaten verplicht om de accijns in de maatstaf van heffing voor de btw op te
nemen.
De totale prijsstijging door belastingen bij ongewijzigd beleid voor een liter benzine
(accijns en btw) bedraagt ruim 20 eurocent per liter benzine. Het precieze bedrag
is (8,65 + 8,66) * 1,21 = 20,95 eurocent.
Ook hier geldt dat de accijnstarieven per 1 januari 2024 nog kunnen wijzigen als gevolg
van de augustusbesluitvorming en als gevolg van de behandeling van het Belastingplan
2024 in de Kamer.
Vraag 4
Kunt u de historische ontwikkeling van accijnzen op benzine en diesel in de afgelopen
10 jaar in een tabel geven, inclusief de verwachte waarde in 2024?
Antwoord 4
In de tabel hieronder zijn de accijnstarieven in euro per 1.000 liter voor ongelode
lichte olie (benzine) en gasolie (diesel) weergegeven. De tarieven zijn per 1 januari
van elk kalenderjaar. De tarieven per 1 januari 2024 kunnen nog wijzigen als gevolg
van de augustusbesluitvorming.
Jaar
Benzine
Diesel
2015
€ 766,07
€ 482,06
2016
€ 769,90
€ 484,47
2017
€ 772,21
€ 485,92
2018
€ 778,39
€ 489,81
2019
€ 787,73
€ 495,69
2020
€ 800,33
€ 503,62
2021
€ 813,14
€ 521,68
2022
€ 823,71
€ 528,46
2023
€ 650,71
€ 417,46
2024
€ 962,29
€ 628,36
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe hoog de minimumtarieven voor accijnzen op diesel en benzine zijn
volgens de Europese richtlijn 2003/96?
Antwoord 5
Het minimumbelastingniveau op basis van de richtlijn Energiebelastingen bedraagt voor
benzine € 359 euro per 1.000 liter en voor diesel € 330 euro per 1.000 liter.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe hoog de accijnzen zijn op diesel en benzine in 2023 en naar verwachting
in 2024 in de EU-landen Frankrijk, Spanje, Italië, België, Duitsland, Luxemburg, Polen
en Denemarken?
Antwoord 6
In de tabel hieronder zijn de meest actuele accijnstarieven per 17 augustus 2023 in
euro per 1.000 liter voor benzine en diesel in de 8 genoemde landen en Nederland weergegeven.
De tarieven zijn beschikbaar in de Taxes in Europe Database.
Voor wat betreft de verwachting van de accijnstarieven in 2024 kunnen op dit moment
geen uitspraken worden gedaan omdat dat afhankelijk is van eventuele besluitvorming
in de diverse lidstaten. Op basis van openbare informatie zijn nog geen wijzigingen
in de accijnstarieven in genoemde landen per 2024 bekend.
Meest actuele accijnstarieven per 17 augustus 2023 (in euro per 1.000 liter) volgens
Taxes in Europe Database
Land
Benzine
Diesel
Nederland
€ 789,10
€ 516,25
Frankrijk
€ 682,90
€ 594
Spanje
€ 472,69
€ 379
Italië
€ 728,40
€ 617,40
België
€ 600,16
€ 600,16
Duitsland
€ 654,40
€ 470,40
Luxemburg
€ 537,99
€ 428,75
Polen
€ 408,61
€ 333,80
Denemarken
€ 636,58
€ 442,81
Vraag 7
Hoe groot is het prijsverschil aan de grens met diesel en benzine naar verwachting
in 2024 en acht u dat acceptabel?
Antwoord 7
De verkoopprijs aan de pomp is afhankelijk van meerdere factoren naast de hoogte van
de brandstofaccijns waaronder de kostprijs, winstmarge en de mate van doorberekening
van de brandstofaccijns door de producent aan de consument. De oliemarkt is volatiel
waardoor de daadwerkelijke verkoopprijs aan de pomp per dag kan verschillen.
Op basis van de meest actuele tarieven bedraagt het verwachte accijnsverschil voor
benzine met België € 362,13 per 1.000 liter (36 eurocent per liter) en met Duitsland
€ 307,89 (31 eurocent per liter). Voor diesel bedraagt het verwachte accijnsverschil
met België € 28,20 (3 eurocent per liter) en met Duitsland € 157,96 (16 eurocent per
liter).
Op Europees niveau zijn er minimumbelastingniveau voor de brandstofaccijns. Lidstaten
zijn vrij om hogere accijns te heffen. De brandstofaccijns in omringende landen zijn
niet bepalend voor onze accijnstarieven. Wel wegen we grenseffecten mee. Bij het vaststellen
van de tarieven voor de brandstofaccijns weegt het kabinet een breed palet aan belangen,
waaronder budgettair belang, effect op het klimaat en grenseffecten. In het buitenland
kan men bij het wegen van de belangen een andere keuze maken ten aanzien van de accijnstarieven
op brandstof.
Vraag 8
Bent u bereid om de voorgenomen stijging van de accijnzen fors te temperen?
Antwoord 8
Tijdens de parlementaire behandeling van de voorjaarsnota heeft de Kamer de motie
Heinen/Slootweg aangenomen die verzoekt om lagere brandstofaccijns als optie op tafel
te houden bij de augustusbesluitvorming.1 Het kabinet wenst niet op die besluitvorming vooruit te lopen mede gelet op haar
demissionaire status en de substantiële budgettaire derving die gepaard gaat met het
aanvullend temperen van de brandstofaccijns.
Vraag 9
Als benzine straks 2,40 euro per liter kost, het gemiddeld verbruik in de stad 9,2
liter per 100 kilometer is (bron: milieu centraal) en de belastingvrije kilometervergoeding
22 cent/kilometer bedraagt, klopt het dan dat je van de belastingvrije kilometervergoeding
van de werkgever eigenlijk alleen de benzinekosten kunt betalen en niets van de overige
kosten (onderhoud, afschrijving, wegenbelasting) van een auto?
Antwoord 9
Vooropgesteld wil ik opmerken dat de onbelaste reiskostenvergoeding geldt voor alle
zakelijke kilometers ongeacht de wijze van vervoer, oftewel ook voor gemaakte zakelijke
kilometers per fiets, lopend en openbaar vervoer afgelegde kilometers. Desondanks
ligt het voor de hand om bij de onbelaste reiskostenvergoeding oog te hebben voor
de gemiddelde variabele kilometerkosten van een middenklasse auto.2 De variabele autokosten zijn sterk afhankelijk van het type auto en het verbruik.
Op 1 juli 2023 heb ik een evaluatie van de onbelaste reiskostenvergoeding met uw Kamer
gedeeld.3 Daaruit blijkt dat de variabele kosten van een middenklasse benzineauto (klasse A
tot en met C) in 2022 per kilometer tussen de € 0,143 en € 0,189 bedragen. Daarbij
is uitgegaan van praktijk brandstofverbruikscijfers per autotype volgens de RDW en
gemiddelde jaarlijkse brandstofprijzen volgens het CBS.
De variabele kosten van een middenklasse benzineauto liggen momenteel dus lager dan
de onbelaste kilometervergoeding van € 0,22 per kilometer zoals die vanaf 2024 geldt.
Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2023 heb ik toegezegd om een verhoging
van de onbelaste reiskostenvergoeding per 2024 naar € 0,23 per kilometer te bezien.
Een verhoging leidt tot een budgettaire derving waarvoor dekking gezocht moet worden.
Dit zal daarom ook betrokken worden in de augustusbesluitvorming.
Vraag 10
Kunt u deze vragen een voor een en voor 1 september 2023 beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.