Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Slootweg en Kuik over het bericht 'WhatsApp en Signal dreigen VK te verlaten vanwege breken encryptie' van AG Connect
Vragen van de leden Slootweg en Kuik (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «WhatsApp en Signal dreigen VK te verlaten vanwege breken encryptie» van AG Connect: (ingezonden 16 mei 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 augustus
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2830.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «WhatsApp en Signal dreigen VK te verlaten vanwege breken
encryptie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat regelt het wetsvoorstel Online Safety Bill in het Verenigd Koninkrijk precies?
Antwoord 2
Het gaat hier om een wetsvoorstel uit het Verenigd Koninkrijk dat nog niet volledig
is behandeld in het Britse parlement. Terughoudendheid bij de beoordeling daarvan
is derhalve gepast. In grote lijnen kan worden aangegeven wat dit voorstel behelst,
voor zover nu bekend. In de Online Safety Bill worden regels en zorgplichten gesteld
voor internetdiensten rondom de aanpak van online illegale inhoud en de bescherming
van kinderen, journalisten en democratische waarden. Een apart hoofdstuk is ingericht
over het rapporteren van online materiaal van seksueel kindermisbruik (CSAM) en een
hoofdstuk rondom de verplichtingen die internetdiensten hebben op het gebied van online
pornografie. Tenslotte krijgt the Office of Communications, OFCOM, de rol van handhaver
op het gebied van de Online Safety Bill.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u dit wetsvoorstel?
Antwoord 3
Zoals ik onder vraag 2 heb geschetst is dit wetsvoorstel nog in behandeling en is
het lastig om een definitieve beoordeling te geven van de waarde hiervan. Vooral omdat
nog niet bekend is wat de eventuele effecten van dit wetsvoorstel voor Nederland zullen
zijn, als die er al zijn. Voor zover op dit moment het beoordeeld kan worden, komt
de voorgestelde regelgeving grotendeels overeen met de regels die zijn gesteld in
de Digital Services Act, die voor Nederland in februari 2024 in werking zal treden.
Ook hier worden regels opgelegd aan tussenhandeldiensten rondom transparantie en het
modereren op illegale inhoud. Voor online materiaal van seksueel kindermisbruik onderhandelen
lidstaten momenteel in de Europese Unie over een verordening die hier specifieke regelgeving
op maakt (CSAM-verordening). Zonder teveel op de inhoud in te gaan, kan het worden
toegejuicht dat ook het Verenigd Koninkrijk, net als de Europese Unie, stappen neemt
in het beter reguleren van tussenhandeldiensten en online illegale inhoud. Het internet
is niet gebonden aan landsgrenzen en overheden hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid
om het schoon en veilig te houden.
Vraag 4
Ziet u het nut van de mogelijkheid om chatapps te kunnen scannen op materiaal van
kindermisbruik om makers en verspreiders daarvan te kunnen opsporen, vervolgen en
te bestraffen?
Antwoord 4
Interpersoonlijke communicatiediensten worden steeds vaker gebruikt om materiaal van
seksueel kindermisbruik te verspreiden.2 Juist deze diensten maken vaak gebruik van end-to-end encryptie. Zoals gezegd vinden
in Brussel momenteel onderhandelingen plaats over een verordening om de verspreiding
van online kinderpornografisch materiaal tegen te gaan. Een onderdeel uit deze concept-Verordening
betreft het voorstel voor het instellen van een zogeheten «detectiebevel». Op basis
van dit detectiebevel kunnen bedrijven – onder meer aanbieders van interpersoonlijke
communicatiediensten, zoals Whatsapp en Signal – onder voorwaarden worden verplicht
om op hun diensten te scannen op de aanwezigheid van materiaal van online seksueel
kindermisbruik.
Zoals ik onder andere in mijn brief van 2 februari 2023 aan uw Kamer heb weergegeven,
is het detectiebevel een maatregel die inbreuk maakt op verschillende grondrechten.3 Voor Nederland staat bij de onderhandelingen voorop dat die inbreuk moet kunnen worden
gerechtvaardigd. Uw Kamer is daar reeds uitgebreid over geïnformeerd. In alle gevallen
geldt dat voorstellen die end-to-end encryptie onmogelijk maken niet kunnen worden
ondersteund, conform de in juli 2022 door de Tweede Kamer aangenomen motie-Van Raan
c.s.4
Vraag 5
Wat vindt het kabinet ervan dat encryptie wordt gebruikt om materiaal van kindermisbruik
te kunnen delen en te verspreiden?
Antwoord 5
Het is juist dat interpersoonlijke communicatiediensten die gebruik maken van end-to-end
encryptie, in toenemende mate worden misbruikt voor het delen van materiaal van kindermisbruik.5 Dit vind ik een zorgelijke ontwikkeling. Er moet worden voorkomen dat criminelen
op deze diensten vrij spel hebben bij het verspreiden van online materiaal van seksueel
kindermisbruik. We hebben het vaak over «online materiaal», «beelden», of «video’s».
Maar achter dit digitale materiaal gaat een verschrikkelijke fysieke waarheid schuil
waar we onze ogen niet voor mogen sluiten. Ik zal mij blijvend inzetten om, binnen
de grenzen van de motie Van Raan c.s., te zoeken naar mogelijkheden (zie antwoord
4) om de omloop van dit verwerpelijke materiaal te stoppen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de mogelijkheid om berichtendiensten te kunnen scannen op materiaal
van kindermisbruik zwaarder moet wegen dan het recht van aanbieders om volledige encryptie
aan te bieden aan gebruikers?
Antwoord 6
Encryptie stelt de opsporing voor grote uitdagingen. In opsporingsonderzoeken blijkt
het in veel gevallen zeer lastig en soms onmogelijk om gegevens die nodig zijn om
criminelen op te sporen te verkrijgen. Tegelijkertijd is sterke encryptie van groot
belang voor het beschermen van de vertrouwelijkheid van communicatie als grondrecht
en de beveiliging van communicatie. Het vinden van oplossingen die voldoende recht
doen aan alle betrokken belangen is lastig. Ik zie de absolute noodzaak om het bestaan
en de verspreiding online van beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik te voorkomen,
en daarmee de grondrechten van deze kinderen te beschermen. Maar tegelijkertijd is
het de absolute noodzaak om grondrechten, zoals eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer
en bescherming van het telecommunicatiegeheim, te eerbiedigen. Met client-side
scanning bestaat de mogelijkheid om binnen interpersoonlijke communicatiediensten te scannen
op bestaand materiaal van seksueel kindermisbruik zonder dat end-to-end encryptie
onmogelijk wordt gemaakt, zoals ook toegelicht in mijn brief van 2 februari 2023.6 Het blijft van belang om bij de mogelijkheden die Nederland ziet steeds aandacht
te besteden aan de noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit ervan en
daarbij steeds een weging te maken van alle betrokken belangen.
Vraag 7
Zo ja, is het kabinet voornemens het Britse voorbeeld te volgen en te komen met een
Nederlandse versie van de Online Safety Bill?
Antwoord 7
Zoals gezegd zal in Nederland de Digital Services Act van toepassing zijn vanaf februari
2024. Specifiek voor de handhaving op het gebied van online materiaal van seksueel
kindermisbruik heb ik onlangs de wet bestuursrechtelijke bevoegdheden aanpak online
kinderpornografisch materiaal naar uw Kamer verzonden en onderhandel ik momenteel
in Brussel over de reeds aangehaalde CSAM-Verordening.7
Vraag 8
Bent u het eens met de bewering van Ciaran Martin, de voormalige baas van het Britse
Cyber Security Centre tegen Politico dat «Client-side scanning lijkt, ondanks de claims
van tegenstanders, wel een bepaald niveau van toegang te omvatten, een soort mogelijkheid
om te sorteren en te scannen»8, waardoor opsporings- en veiligheidsdiensten wel degelijk delen en verspreiden van
online kindermisbruik kunnen aanpakken?
Antwoord 8
In mijn brief van 31 januari jl. aan uw Kamer heb ik client-side scanning expliciet als optie benoemd om materiaal van seksueel misbruik te onderkennen wanneer
deze worden verstuurd via diensten die gebruik maken van end-to-end encryptie.9 Met client-side scanning kunnen berichten die zijn verstuurd binnen de desbetreffende interpersoonlijke communicatiediensten
op het apparaat van de verzender worden geanalyseerd op materiaal van seksueel kindermisbruik
vóórdat dit materiaal wordt versleuteld en verzonden. De end-to-end versleuteling
van het bericht tijdens het transport naar de ontvanger blijft dan ongemoeid, waardoor
het bericht niet kan worden onderschept door derden. Uitgangspunt bij het nemen van
dergelijke maatregelen is steeds respect voor fundamentele rechten, data-protectiewetgeving
en behoud van cybersecurity. Ook wordt scherp gekeken of het middel proportioneel
is ten aanzien van het doel dat wordt nagestreefd. Zo acht het kabinet het niet proportioneel
wanneer dit middel wordt ingezet om tekstberichten te scannen, maar wel indien enkel
wordt gescand op bestaand beeldmateriaal. Dat wil zeggen, materiaal waarvan reeds
is vastgesteld dat dit materiaal betreft van seksueel kindermisbruik, en waarvan het
bezit dus strafbaar is. Omdat bij het gebruik van client-side scanning het communicatiegeheim moet worden gewaarborgd, beziet het kabinet verder zeer kritisch
welke nadere waarborgen aan het bevel moeten worden verbonden, met name ten aanzien
van de vraag wat er met gedetecteerde informatie moet gebeuren.
Vraag 9
Is het kabinet van mening dat de mogelijkheid om berichtendiensten te scannen op materiaal
van kindermisbruik zwaarder moet wegen dan een dreigend vertrek van WhatsApp en Signal
uit Nederland, wanneer blijkt dat het breken van encryptie een effectieve manier is
om online kindermisbruik tegen te gaan?
Antwoord 9
Nederland steunt geen Europese voorstellen die end-to-end encryptie onmogelijk maken,
in lijn met de door uw Kamer aangenomen motie-Van Raan c.s. De strijd tegen online
seksueel kindermisbruik blijft desalniettemin van essentieel belang, zeker gelet op
de grote rol van Nederland als het gaat om het hosten van online materiaal van seksueel
kindermisbruik.10 Ik voel daarom een grote verantwoordelijkheid voor het vormgeven van een effectieve
bestrijding van seksueel kindermisbruik, binnen het kader van de motie-Van Raan c.s.,
waarbij alle grondrechten worden geëerbiedigd. Zoals onder de vragen 4 en 8 weergegeven,
lijkt client-side scanning de enige manier waarop de maatregelen in de verordening ten aanzien van interpersoonlijke
communicatiediensten kunnen worden uitgevoerd zonder end-to-end encryptie onmogelijk
te maken. Het is daarbij belangrijk dat berichtendiensten – zoals Whatsapp of Signal –
niet buiten de reikwijdte van de verordening vallen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.