Schriftelijke vragen : De gebrekkige digitalisering van de Duitse landmacht en de gevolgen daarvan voor de samenwerking met Nederland
Vragen van de leden De Roon en Fritsma (beiden PVV) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de gebrekkige digitalisering van de Duitse landmacht en de gevolgen daarvan voor de samenwerking met Nederland (ingezonden 16 augustus 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoeksrapport «The Future of NATO’s European Land Forces:
Plans, Challenges, Prospects»?1
Vraag 2
Erkent u dat Duitsland slecht scoort op (digitale) interoperabiliteit, en de gebrekkige
digitalisering partnerlanden dwingt hun eigen capaciteiten te «downgraden»?2
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen hiervan voor de Nederlands-Duitse defensiesamenwerking? Heeft
Nederland ook capaciteiten moeten «downgraden» om op één lijn te komen met de Duitsers?
Vraag 4
Zijn er andere gebieden waarin de ontwikkeling en het opereren van onze landmacht
wordt gehinderd door een gebrekkige inrichting van de Duitse landmacht? Zo ja, welke?
Vraag 5
Deelt u de conclusie uit het rapport dat NAVO-lidstaten soms moeilijke keuzes moeten
maken ten aanzien van de opbouw van hun landstrijdkrachten, zélfs als er voldoende
budget is?
Vraag 6
Voor welke moeilijke keuzes staat Duitsland, en bestaat het risico dat onze landmacht
straks nog meer capaciteiten moet «downgraden» om maar te kunnen samenwerken met Duitsland?
Vraag 7
Wordt Duitsland diplomatiek bij de les gehouden en op scherp gezet om de in 2022 aangekondigde
defensie-investeringen, in het belang van de NAVO, wel goed uit te voeren?
Vraag 8
Erkent u (met het oog op bovenstaande) de noodzaak om de Nederlandse krijgsmacht zo
zelfstandig mogelijk te laten functioneren en dus niet samen te laten smelten met
de Duitse krijgsmacht? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Raymond de Roon, Kamerlid -
Medeindiener
S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.