Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Pouw-Verweij en Eerdmans over het artikel 'Faillissementsgolf mkb door corona schulden, Nederland wereldwijd koploper'
Vragen van de leden Pouw-Verweij en Eerdmans (beiden JA21) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Faillissementsgolf mkb door corona schulden, Nederland wereldwijd koploper» (ingezonden 1 mei 2023).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 13 juli
2023).
Vraag 1
Herkent u zich in dit inzicht dat in het artikel wordt gesteld dat het hoge aantal
faillissementen in Nederland veroorzaakt wordt door het niet kunnen betalen van achterstallige
belasting en corona schulden?1
Antwoord 1
In de jaren voor corona (2017–2019) lag het gemiddeld aantal uitgesproken faillissementen
van mkb-bedrijven rond de 750 per kwartaal. Vanaf het derde kwartaal van 2020 is dit
gemiddelde gedaald. Er is in deze periode sprake van een opvallend gering aantal faillissementen.
In het eerste kwartaal van 2023 bedraagt het aantal faillissementen van mkb-bedrijven
binnen het niet-financiële bedrijfsleven 5912. Dit is nog steeds een lager niveau dan voor corona. Bedrijfsbeëindigingen en faillissementen
vormen een regulier onderdeel van de bedrijvendemografie, niet iedere onderneming
of ondernemer is immers succesvol. Wanneer door externe omstandigheden, zoals coronasteunmaatregelen,
een periode van relatief weinig faillissementen heeft bestaan, wordt dit op termijn
gecorrigeerd door een periode van meer faillissementen, omdat de steunmaatregelen
er niet toe leiden dat bedrijven structureel succesvoller worden.
Vraag 2
Zijn er mogelijk nog andere oorzaken die u kunt toeschrijven aan de faillissementsgolf?
Antwoord 2
Het aantal faillissementen ligt op dit moment relatief laag; 2021 en 2022 zijn sinds
1981 de jaren met het laagste aantal faillissementen. Door de verwachte stijging in
2023 komt het aantal faillissementen ongeveer op het niveau van voor de coronapandemie.
De redenen voor een faillissement zullen per bedrijf verschillen. Een mogelijke factor
die in 2023 tot een stijging zou kunnen leiden is de afkoeling van de economie. De
laatste raming van het CPB gaat uit van een groei van 1,6 procent voor 2023. Het economische
groeicijfer van het eerste kwartaal in 2023 (–0,7%) valt inmiddels tegen ten opzichte
van deze raming en wijst in ieder geval in het eerste kwartaal op een afkoelende economie.
Een afkoelende economie kan een hoger aantal faillissementen tot gevolg hebben: een
dalende vraag maakt het moeilijker voor bedrijven om financieel gezond te blijven.
Een andere mogelijke reden voor financiële problemen bij ondernemingen is de stijgende
rente. Deze heeft tot gevolg dat de financieringslasten voor bedrijven kunnen stijgen.
Ook dit zal echter per bedrijf verschillen, afhankelijk van de wijze waarop de bedrijfsactiviteiten
gefinancierd zijn.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het midden- en kleinbedrijf (mkb) de ruggengraat is van de Nederlandse
economie en ook als zodanig behandeld dient te worden?
Antwoord 3
Van de Nederlandse bedrijven valt ruim 99% onder het mkb. Verder draagt het mkb bijna
2/3 bij aan de toegevoegde waarde van de Nederlandse economie en bijna driekwart aan
de Nederlandse werkgelegenheid3. Het mkb is dus inderdaad een belangrijke pijler van onze economie.
Vraag 4
Welke invloed heeft de faillissementsgolf volgens u op de Nederlandse economie?
Antwoord 4
Faillissementen zijn in de eerste plaats vaak een drama voor betrokkenen. Op macro-economisch
niveau hoeft een stijging van het aantal faillissementen echter niet nadelig te zijn.
Faillissementen zijn een onderdeel van economische dynamiek: doordat er bedrijven
verdwijnen en andere nieuwe bedrijven ontstaan, kan de economie zich vernieuwen. Dit
is een belangrijk mechanisme waarmee de economie zich aanpast aan nieuwe omstandigheden,
en een motor van productiviteitsgroei. Productiemiddelen die werden benut door de
onderneming die wegvalt, komen vrij om te worden ingezet door andere ondernemingen.
Wanneer deze middelen in de nieuwe onderneming meer waarde kunnen opleveren dan in
de oude, levert dit winst op voor de economie. Anderzijds kan een nadelig gevolg van
faillissementen op macro-economisch niveau zijn dat de economie afkoelt en werkloosheid
kan toenemen, vooral wanneer voor uitstromend personeel geen vervangende banen voorhanden
zijn. Dit risico is op dit moment echter juist gering, gezien de grote krapte op de
arbeidsmarkt. Om deze krapte te verminderen is economische dynamiek en vernieuwing
nu bovendien extra belangrijk.
Vraag 5
Welke sectoren kampen volgens u het meest met faillissementen?
Antwoord 5
De meest recente cijfers van het CBS laten zien dat in mei 16 bedrijven meer failliet
zijn verklaard dan in april, dat is een stijging van 7 procent. Het aantal faillissementen
bleef onder het gemiddelde niveau van voor de pandemie. Wel is het aantal faillissementen
in de eerste vijf maanden van dit jaar ruim de helft hoger dan in dezelfde periode
in 2022.4
In de periode 2019–2022 is er op bedrijfstakniveau sprake van een daling van het aantal
faillissementen. De enige uitzondering hierop is landbouw. Het aantal faillissementen
in de landbouwsector is in de periode 2020–2021 ook gedaald maar is in 2022 weer op
vergelijkbaar niveau van 2019.5
De faillissementsstatistieken van mei tonen nominaal het hoogste aantal faillissementen
in de sector handel. Dit is ook de sector met de meeste bedrijven in Nederland. De
bouwnijverheid en de horeca volgden op respectievelijk plaats twee en drie. Relatief
gezien werden er in mei van dit jaar de meeste faillissementen uitgesproken in de
sector horeca.6
Vraag 6
Kunt u een globaal overzicht geven van de verschillende vormen van steun/belastingschulden
die nog door ondernemers terugbetaald dienen te worden?
Antwoord 6
De vaststellingsaanvragen voor de NOW-subsidie worden op dit moment nog door UWV verwerkt.
Een deel van de ondernemers die een voorschot hebben ontvangen, moet dit voorschot
terugbetalen. Meestal komt dit omdat het omzetverlies lager was dan verwacht (of helemaal
niet is opgetreden) of omdat de loonsom tijdens de NOW-periode is gedaald. In die
gevallen is er meer NOW-subsidie verstrekt dan waar recht op bestond en is terugvordering
een logisch gevolg.
Vraag 7
Kunnen zij daarbij gebruikmaken van aanvullende (betalings)regelingen?
Antwoord 7
Bij de terugbetaling van NOW-vorderingen hanteert UWV ruime betalingsregelingen. Er
kan een betalingsregeling van maximaal 5 jaar worden afgesproken, met de mogelijkheid
om binnen deze vijf jaar een betaalpauze van één jaar in te lassen. Daarnaast wordt
er door UWV geen rente berekend over de openstaande vordering.
Belastinguitstel/coronabelastingschuld
Op 17 mei jl. heeft de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst een brief gestuurd
met als onderwerp «Actuele cijfers coronabetalingsregeling en intrekken betalingsregelingen»7. In deze brief is een overzicht gegeven van o.a. de openstaande coronabelastingschuld
en de betalingsregeling. Zie tabel 1 voor een overzicht van het aantal debiteuren
dat gebruik maakt van de betalingsregeling en van de openstaande schuld. De duur van
de betalingsregeling is vijf jaar. Ook konden ondernemers onder bepaalde voorwaarden
een versoepeling aanvragen zoals een betaalpauze of een verlenging van de betalingsregeling
van vijf naar zeven jaar. Zie tabel 2 voor een overzicht van de behandelde verzoeken
om versoepeling. Voor overige informatie verwijs ik uw Kamer graag naar voornoemde
brief van 17 mei jl.
Tabel 1: Overzicht aantal debiteuren en openstaande corona belastingschuld per peildatum
Peildatum
Aantal ondernemers
Openstaande schuld in €
1 oktober 2022
266.369
19,6 mld
5 december 2022
254.583
18,6 mld
16 januari 2023
244.847
17,7 mld
6 februari 2023
243.373
17,5 mld
14 februari 2023
242.925
17,4 mld
27 februari 2023
242.226
17,2 mld
20 maart 2023
240.672
16,9 mld
24 april 2023
237.420
16,5 mld
Tabel 2: Type en aantallen behandelde verzoeken om versoepeling (peildatum 24 april
2023)
Type verzoek
Aanvragen
Toegewezen
Afgewezen
Verlenging (5–7 jaar)
2.230
1.081
1.149
Pauzeren
5.884
4.954
930
Kwartaalbetaling
228
228
Incomplete verzoeken, wachtend op aanvulling
3.519
Totaal
11.861
6.263
2.079
Vraag 8
Ziet u nog aanvullende mogelijkheden om ondernemers te ondersteunen met hun terugbetalingstraject?
Antwoord 8
Ondernemers kunnen onder bepaalde randvoorwaarden gebruik maken van de WHOA8-regeling. Deze kan onder andere soelaas bieden wanneer het nodig is om schulden te
herstructureren ten behoeve van de doorstart van hun onderneming.
Daarnaast onderzoekt de aangestelde aanjager schulden de schuldenproblematiek bij
ondernemers en gaat hier verder op in. In zijn rapportage worden mogelijke oplossingen
aangedragen. Deze rapportage met aanbevelingen wordt verwacht in augustus en zal zo
snel mogelijk na het reces met een Kabinetsreactie aan de Tweede Kamer worden gestuurd.
Vraag 9
De afgelopen periode zijn diverse lasten voor ondernemers, waaronder mkb'ers, aanzienlijk
gestegen. Het vpb-tarief en de loonlasten zijn daar voorbeelden van. Bent u van mening
dat deze lastenverzwaringen de huidige faillissementsgolf versterken?
Antwoord 9
Het kabinet heeft ervoor gekozen het lage vennootschapsbelastingtarief per 2023 te
verhogen van 15% naar 19% en de tariefgrens te verlagen van € 395.000 winst naar € 200.000.
Daarmee heeft het kabinet de onevenwichtigheid verkleind die bestaat tussen de belasting
van werknemers en IB-ondernemers9 enerzijds en directeuren-groot aandeelhouders anderzijds. Ook vermindert deze maatregel
het risico dat bedrijven zich opsplitsen om gebruik te maken van het lage vennootschapsbelastingtarief.
De maatregel treft alleen winstgevende bedrijven. Daarom verwacht het kabinet dat
deze maatregel geen effect zal hebben op het aantal faillissementen. Daarnaast beseft
het kabinet dat ondernemers last ondervinden van externe omstandigheden zoals stijgende
rentekosten, energieprijzen en loonkosten. Het kabinet houdt uiteraard vinger aan
de pols en probeert ondernemers hierin zo goed mogelijk te ondersteunen met bijvoorbeeld
de regeling voor Tegemoetkoming Energiekosten (TEK).
Vraag 10
Kunt u uitsluiten dat de gemiddelde belastingdruk voor ondernemers verder zal stijgen
in 2024?
Antwoord 10
Dit voorjaar heeft de Staatssecretaris van Financiën een start gemaakt met de lastenbesluitvorming
voor 2024 en verder. De Voorjaarsnota bevat een tussenstand van het inkomstenkader.
Definitieve besluitvorming over de inkomsten en koopkracht vindt plaats in augustus.
Er spelen verschillende onderwerpen die leiden tot een uitdagende dekkingsopgave.
Tijdens de augustusbesluitvorming maakt het kabinet een integrale afweging over de
invulling van het pakket aan maatregelen dat wordt genomen.
Vraag 11
Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 11
Hier is aan voldaan, zie hierboven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.