Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mohandis over de oproep van gemeenten om handvatten voor het verminderen van het aantal tabaksverkooppunten
Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de oproep van gemeenten om handvatten voor het verminderen van het aantal tabaksverkooppunten (ingezonden 29 juni 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
12 juli 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de brief van de wethouders van de gemeenten Utrecht, Amsterdam
en Rotterdam over de aangenomen moties Mohandis c.s. (Kamerstuk 32 793, nr. 667) en Kuik/Van Esch (Kamerstuk 32 793, nr. 658)?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van de wethouders dat haast is geboden om het aantal tabaksverkooppunten
te verminderen en dat gemeenten snel handvatten moeten krijgen om het aantal tabaksverkooppunten
te verminderen? Zo ja, wat gaat u doen om deze handvatten snel te geven? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Omdat kinderen nog te vaak worden blootgesteld aan tabaksproducten en aanverwante
producten, zoals e-sigaretten (hierna te noemen: rookwaren), is het verminderen van
het aantal tabaksverkooppunten één van de speerpunten van mijn tabaksontmoedigingsbeleid.
In 2024 wordt de verkoop van rookwaren in supermarkten verboden, in 2025 is de verkoop
van e-sigaretten voorbehouden aan speciaalzaken, in 2030 wordt de verkoop van tabaksproducten
in tankstations verboden en per 2032 is ook de verkoop van tabaksproducten voorbehouden
aan slechts speciaalzaken. Uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek valt af te leiden
dat Nederland uiteindelijk ca. 1.500 speciaalzaken overhoudt die zich vrijwel exclusief
richten op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten, een flinke vermindering
ten opzichte van de ca. 10.000 tabaksverkooppunten in 2022.6 Momenteel werk ik aan de uitvoering van de aangenomen moties Mohandis c.s.7 en Kuik/Van Esch8 over mogelijke handvatten voor gemeenten om het aantal tabaksverkooppunten te verminderen,
waar ik de Kamer over zal informeren vóór het wetgevingsoverleg Leefstijlpreventie
van 6 november 2023.
Vraag 3
Klopt het, zoals is genoemd in de beantwoording van eerdere Kamervragen dat constructies
waarbij supermarkteigenaren vlakbij of direct naast hun supermarkt een tabakszaak
openen, bij de invoering van het verkoopverbod van tabaksproducten en aanverwante
producten in supermarkten ook verboden zal worden?3
Antwoord 3
Het verkoopverbod van rookwaren in supermarkten kan niet worden omzeild met een zogenaamde
shop-in-shop-constructie. Daar is sprake van wanneer een verkooppunt van (onder meer)
rookwaren is gevestigd in een afgescheiden verkooppunt in een supermarkt. Het in het
wijzigingsbesluit opgenomen verbod geldt dan ook voor het totale oppervlak van de
supermarkt om te voorkomen dat het brede publiek dat de supermarkt bezoekt, niet alsnog
met de verkoop van rookwaren in aanraking komt. Door bijvoorbeeld een fysieke aanpassing
van de winkel waarbij een apart verkooppunt wordt gecreëerd of een directe doorgang
tussen de supermarkt en het verkooppunt wordt aangebracht. Een shop-in-shop kan zich
dus ook voordoen als het verkooppunt weliswaar een eigen opgang heeft maar daarnaast
nog bereikt kan worden vanuit de supermarkt. Als hier allemaal geen sprake van is,
dan is het starten van een nieuw verkooppunt niet in strijd met de regelgeving.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het door de gemeenteraad van Utrecht goedgekeurde voorbereidingsbesluit,
waardoor het voor de duur van een jaar niet mogelijk is om in Utrecht een tabaksspeciaalzaak
te beginnen? Zou zo’n noodrem ook in andere gemeenten ingevoerd moeten worden?
Antwoord 4
Ik steun van harte gemeenten zoals de gemeente Utrecht die lokale initiatieven ontplooien
om de rookvrije generatie dichterbij te brengen. Op basis van bestaande regelgeving,
maatschappelijke verantwoordelijkheid en gezond verstand kunnen alle betrokkenen heel
concreet in actie komen en blijven om de rookvrije generatie zo snel mogelijk dichterbij
te brengen. Het is aan gemeenten hoe ze dit doen, zij kennen de lokale context immers
het best.
Vraag 5
Op welke termijn kan de Kamer een reactie op de twee genoemde moties verwachten? Wilt
u er voor zorgen deze reactie voor het wetgevingsoverleg Leefstijlpreventie met de
Kamer wordt gedeeld?
Antwoord 5
De Kamer zal hierover in elk geval voor het wetgevingsoverleg Leefstijlpreventie van
6 november 2023 worden geïnformeerd.
Vraag 6
Wil u ervoor zorgen dat een afschrift van de brief, waarin u reageert op de brief
van de wethouders, met de Kamer wordt gedeeld?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.