Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over huurders die via de intermediaire verhuur niet in aanmerking komen voor de huurverlaging op basis van de Wet eenmalige huurverlaging 2023
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over huurders die via de intermediaire verhuur niet in aanmerking komen voor de huurverlaging op basis van de Wet eenmalige huurverlaging 2023 (ingezonden 5 juni 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
12 juli 2023).
Vraag 1
Klopt het dat huurders die een corporatiewoning via een zorginstelling huren (de zogenaamde
intermediaire verhuur), niet in aanmerking komen voor huurverlaging op basis van de
Wet eenmalige huurverlaging 2023?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zo ja, waarom is dit het geval?
Antwoord 2
Woningcorporaties hebben in geval van intermediaire verhuur een contract met zorgorganisaties
waarin de huurprijs en het aantal eenheden is vastgelegd. De zorgorganisatie verhuurt
de woningen door aan de zorgcliënten. Huurders huren hun woning dan ook niet van een
woningcorporatie maar van de zorgorganisatie.
Er zijn diverse manieren waarop woningen door de woningcorporatie aan de zorgorganisatie
wordt verhuurd (bulkcontract, per woning), dit hangt ook mede af van de specifieke
situatie en het type zorg dat aangeboden wordt. Ook de financiële afspraken verschillen
per woningcorporatie en/of zorgorganisatie.
De huurverlaging is afgesproken in de Nationale Prestatieafspraken, die gemaakt zijn
met woningcorporaties. De wet heeft geregeld dat woningcorporaties verplicht zijn
inkomensgegevens van hun huurder op te vragen en indien de huurder een laag inkomen
heeft, de huur te verlagen. Deze wettelijke verplichting geldt daarmee niet voor zorgorganisaties.
Woningcorporaties hebben een wettelijke taak mensen met een laag inkomen te huisvesten.
Zorgorganisaties hebben die taak niet. Naast dat deze zorgorganisaties buiten de reikwijdte
van de wettelijke huurverlaging vallen en geen partij waren bij de Nationale Prestatieafspraken,
is het ook voor de Belastingdienst technisch niet mogelijk inkomensgegevens met zorgorganisaties
uit te wisselen en is bij woningcorporaties niet bekend wie de bewoners zijn.
Vraag 3
Bent u het eens dat deze doelgroep evengoed aanspraak zou moeten kunnen maken op de
eenmalige huurverlaging?
Antwoord 3
Het betreft hier een uiteenlopende groep en situaties, waarover ik niet in zijn algemeenheid
een uitspraak wil doen. Woningcorporaties en zorgorganisaties hebben in beschreven
situaties een gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de huren betaalbaar
zijn voor de bewoners. Ik deel het vertrekpunt dat een huurverlaging voor deze groep
past in de geest van de Nationale Prestatieafspraken. Woningcorporaties en zorgorganisaties
kunnen afspraken maken zodat de huurverlaging (op aanvraag van de huurder) ook mogelijk
is voor huurders van zorgorganisaties. Waar dat gebeurt juich ik dat toe, in de voortgangsgesprekken
over Nationale Prestatieafspraken zal ik hier aandacht voor vragen.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat de helft van de Amsterdamse woningcorporaties uit eigen
beweging al een huurverlaging voor deze groep huurders heeft aangeboden?
Antwoord 4
Ik heb op dit moment geen inzicht in de mate waarin woningcorporaties en zorginstellingen
dergelijke afspraken maken.
Vraag 5 en 6
Wat kunt u doen om ervoor te zorgen dat corporaties de eenmalige huurverlaging ook
toepassen op de huur van woningen die via intermediaire verhuur door zorginstellingen
aan cliënten uit opvang, beschermd wonen en ggz worden verhuurd?
Bent u bereid zich hard te maken om deze groep huurders in heel Nederland ook een
huurverlaging toe te doen komen?
Antwoord 5 en 6
Tijdens het commissiedebat van 23 mei heb ik uw Kamer aangegeven dat ik geen wettelijke
mogelijkheden zie om deze huurverlaging af te dwingen voor huurders van zorgorganisaties
die huren van een woningcorporatie. De situaties die het betreft lopen sterk uiteen
en hangt mede af van het type zorg dat aangeboden wordt en ook de financiële afspraken
verschillen per woningcorporatie en/of zorgorganisatie. De huurverlaging is een onderdeel
van de Nationale prestatieafspraken en wordt conform de afspraken uitgevoerd. In de
Nationale prestatieafspraken zijn ook afspraken gemaakt over de bijdrage die woningcorporaties
leveren aan het vergroten van het aanbod van zorgwoningen. Woningcorporaties en zorgorganisaties
kunnen afspraken maken zodat de zorgorganisaties de huurverlaging voor hun huurders
met een laag inkomen toepassen. Waar dat gebeurt juich ik dat toe, in de voortgangsgesprekken
over Nationale Prestatieafspraken zal ik hier aandacht voor vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.