Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Dassen over de Zuid-Afrikaanse plannen om de wet aan te passen zodat zij Poetin niet hoeven uit te leveren
Vragen van lid Dassen (Volt) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Zuid-Afrikaanse plannen om de wet aan te passen zodat zij Poetin niet hoeven uit te leveren (ingezonden 2 juni 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 4 juli 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 3000.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «South Africa plans law change over Putin ICC arrest
warrant» van de BBC van 30 mei 2023?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat in 2015 de Soedanese president Omar al-Bashir op bezoek
was in Zuid-Afrika, niet werd gearresteerd en dat er geen consequentie volgde op deze
beslissing?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Verwacht u dat Poetin wordt gearresteerd als hij komende zomer in Zuid-Afrika deelneemt
aan de BRICS-meeting?
Antwoord 3
Uit openbare bronnen is bekend dat er in Zuid-Afrika nog veel discussie is over de
vraag hoe Zuid-Afrika om zou kunnen en moeten gaan met deze kwestie en er circuleren
verschillende scenario’s. President Ramaphosa heeft een adviescommissie benoemd die
de verschillende juridische (on)mogelijkheden in kaart zal brengen met betrekking
tot de immuniteit van een staatshoofd van een staat die geen partij is bij het Statuut
van Rome. Het kabinet vindt het niet gepast om vooruit te lopen op het mogelijke toekomstige
handelen van de Zuid-Afrikaanse autoriteiten.
Vraag 4
Wat verwacht u van het effect op de geloofwaardigheid van het Internationaal Strafhof
(ICC) en het multilaterale systeem in het algemeen wanneer de Zuid-Afrikaanse regering
besluit het arrestatiebevel te negeren?
Antwoord 4
Zoals bij het antwoord op vraag 3 is aangegeven, vindt het kabinet het niet gepast
om vooruit te lopen op het mogelijke toekomstige handelen van de Zuid-Afrikaanse autoriteiten.
Dat geldt temeer voor de te verwachten effecten van dat handelen, omdat het voor het
moment ook niet bekend is op welke gronden Zuid-Afrika wel of geen gevolg zal geven
aan het verzoek van het Internationaal Strafhof om president Poetin te arresteren
en over te leveren.
Vraag 5
Hoe kunnen we volgens u, als gastland van het Internationaal Strafhof, de geloofwaardigheid
in het Internationaal Strafhof het beste beschermen en herstellen?
Antwoord 5
Als gastland draagt Nederland er zorg voor dat het Internationaal Strafhof in Nederland
veilig, onafhankelijk en naar behoren zijn mandaat kan uitvoeren. Om dat te bewerkstelligen,
faciliteert Nederland het werk van het Internationaal Strafhof zonder zich daar inhoudelijk
in te mengen. Daarnaast is het Koninkrijk der Nederlanden ook één van de 123 partijen
bij het Statuut van Rome. Ook in die hoedanigheid zal het kabinet het Internationaal
Strafhof blijven steunen in de internationale strijd tegen straffeloosheid, onder
meer door in het kader van de Assembly of States Parties van het Internationaal Strafhof alle partijen te blijven oproepen om de verplichtingen
onder het Statuut van Rome na te komen en door in het kader van de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties en in bilaterale contacten het belang van samenwerking met
het Internationaal Strafhof te blijven benadrukken. In het kader van deAssembly of States Parties zet het kabinet daarnaast ook actief in op regio-overstijgende samenwerking bij het
beschermen van het Strafhof, zijn functionarissen en zijn medewerkers en bij het steunen
van de verdragspartijen die hun verplichtingen onder het Statuut nakomen.
Vraag 6
Eén van de kritiekpunten op het Internationaal Strafhof is dat de VN Veiligheidsraad
een zaak naar het Internationaal Strafhof mag doorverwijzen terwijl de meerderheid
in de Verenigde Naties (VN) Veiligheidsraad (China, Rusland en de Verenigde Staten
(VS)) het Internationaal Strafhof niet erkent, wat vindt u van deze kritiek?
Antwoord 6
Vooropgesteld staat dat het kabinet het betreurt dat drie van de vijf permanente leden
van de VN-Veiligheidsraad geen partij zijn bij het Statuut van Rome. De VN-Veiligheidsraad
beschikt op grond van hoofdstuk VII van het VN-Handvest over bijzondere bevoegdheden
ten aanzien van de handhaving en het herstel van de internationale vrede en veiligheid.
Op grond van deze bevoegdheden heeft de VN-Veiligheidsraad in de jaren ’90 onder meer
de ad hoc-tribunalen voor het voormalige Joegoslavië en Rwanda opgericht. In het verlengde
daarvan is in artikel 13, onder b, van het Statuut van Rome kort gezegd bepaald dat
de VN-Veiligheidsraad de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof kan uitbreiden
door een situatie bij de Aanklager van het Internationaal Strafhof aan te geven. Aangezien
het Internationaal Strafhof onafhankelijk is, is het Internationaal Strafhof na een
dergelijke aangifte door de VN-Veiligheidsraad bevoegd – maar niet verplicht – om
een onderzoek te openen. In het Statuut van Rome wordt op deze manier rekening gehouden
met de reeds bestaande bevoegdheden van de VN-Veiligheidsraad, die door het VN-Handvest
zijn toegekend. Het VN-Handvest heeft de uitoefening van deze bevoegdheden niet afhankelijk
gemaakt van het feit of de afzonderlijke (permanente) leden van de VN-Veiligheidsraad
partij zijn bij het Statuut van Rome of niet.
Vraag 7
Bent u bekend met het artikel «Pentagon withholding evidence in Russia war crimes
case: Senators» van Al Jazeera van 11 mei 2023?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat de Amerikaanse Minister van defensie weigert belangrijke informatie
over Russische oorlogsmisdaden in Oekraïne te delen met de onderzoekers van het Internationaal
Strafhof met als argument dat steun aan het Internationaal Strafhof de deur zou kunnen
openen voor vervolging van Amerikaanse militairen of politieke leiders?
Antwoord 8
De Verenigde Staten is geen partij bij het Statuut van Rome en heeft zich niet gecommitteerd
om samen te werken met het Internationaal Strafhof. Het kabinet roept echter alle
staten op om waar mogelijk potentieel bewijsmateriaal ten aanzien van de internationale
misdrijven die in Oekraïne zijn en worden gepleegd met het Internationaal Strafhof
te delen, ongeacht of zij partij zijn bij het Statuut van Rome of niet. Het kabinet
is in dat licht verheugd over het feit dat de Amerikaanse Ministeries van Justitie
en Buitenlandse Zaken dat reeds doen en dat het Congres het Ministerie van Defensie
heeft opgeroepen om dat ook te doen.
Het kabinet respecteert tegelijkertijd de onafhankelijkheid van het Internationaal
Strafhof en mengt zich daarom niet in het vervolgingsbeleid van de Aanklager van het
Internationaal Strafhof. Om die reden onthoudt het kabinet zich ook van uitspraken
over de mogelijke gevolgen die het delen van potentieel bewijsmateriaal ten aanzien
van het onderzoek naar de situatie in Oekraïne zou kunnen hebben voor de vervolgingsbeslissingen
van de Aanklager van het Internationaal Strafhof ten aanzien van andere situaties.
Vraag 9
Bent u bekend met het artikel «Why Isn’t the Pentagon Helping the International Court
Prosecute Putin?» van Defense One van 23 mei 2023 en bent u het met deze gepensioneerde
Amerikaanse generaals eens dat toetreding tot het Internationaal Strafhof de Amerikaanse
oproep tot gerechtigheid veel geloofwaardiger en krachtiger zou maken?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Hoe gaat u zich ervoor inzetten om de VS deelnemer te maken van de ICC nu er een momentum
is waarin zowel Democratische als Republikeinse senatoren zich uitspreken voor een
actievere rol van de VS in het ICC?
Antwoord 10
Het beleid van de Assembly of States Parties van het Internationaal Strafhof is gericht op het bereiken van de situatie waarin
uiteindelijk alle staten partij zijn bij het Statuut van Rome. Het Koninkrijk der
Nederlanden en Zuid-Korea spelen bij de uitvoering van dat beleid een bijzondere rol,
omdat zij in het kader van de Assembly of States Parties zijn aangewezen als de «co-focal points»voor het bevorderen van de universaliteit van het Statuut van Rome. De regering laat
daarom geen gelegenheid onbenut om in nauwe samenwerking met in het bijzonder Zuid-Korea,
het Internationaal Strafhof, de EU en verschillende NGO’s, het belang van de ratificatie
van – of de toetreding tot – het Statuut van Rome uit te dragen. Dit gebeurt onder
meer tijdens speciaal georganiseerde bijeenkomsten, tijdens side eventsbij de Assembly of States Parties, tijdens toespraken in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en in het
kader van bilaterale gesprekken. Bij veel van deze bijeenkomsten zijn ook vertegenwoordigers
van de Verenigde Staten aanwezig en ook in bilaterale gesprekken met de Verenigde
Staten wordt de ratificatie van het Statuut van Rome zowel door het Koninkrijk als
door andere partijen bij het Statuut van Rome met enige regelmaat aangesneden. De
positie van de Verenigde Staten ten aanzien van de mogelijke ratificatie van het Statuut
van Rome is echter al jarenlang uitgekristalliseerd en bij alle partijen bekend. Het
kabinet verwacht dan ook niet dat deze positie op korte termijn zal veranderen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.