Amendement : Amendement van de leden Van der Werf en Van Nispen over strafbaarstelling van misbruik van seksueel beeldmateriaal als seksueel misdrijf
36 222 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van verschillende vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag (Wet seksuele misdrijven)
Nr. 20 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER WERF EN VAN NISPEN
Ontvangen 28 juni 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel I, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ia
Artikel 139h vervalt.
II
Aan artikel I, onderdeel K, wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 254ba
1. Degene die
a. opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een visuele weergave van seksuele aard
vervaardigt;
b. de beschikking heeft over een visuele weergave als bedoeld onder a terwijl diegene
weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze door of als gevolg van een onder a
strafbaar gestelde handeling is verkregen, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2. Degene die
a. een visuele weergave als bedoeld in het eerste lid, onder a, openbaar maakt terwijl
diegene weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze door of als gevolg van een
in het eerste lid, onder a, strafbaar gestelde handeling is verkregen;
b. van een persoon een visuele weergave van seksuele aard openbaar maakt, terwijl diegene
weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
III
In artikel II, onderdeel B, wordt na «artikel 67, eerste lid, onder b,» ingevoegd
«vervalt «139h, eerste en tweede lid,» en» en wordt na «254b,» ingevoegd «254ba,».
Toelichting
Misbruik van seksueel beeldmateriaal is in het huidige artikel 139h van het Wetboek
van Strafrecht strafbaar gesteld als misdrijf tegen de openbare orde, omdat het inbreuk
maakt op de persoonlijke levenssfeer (privacy). Indieners zijn van mening dat dit
delict getypeerd zou moeten worden als seksueel misdrijf, omdat het primair een inbreuk
maakt op iemands seksuele en geestelijke integriteit. Voor slachtoffers is het van
belang dat misbruik van seksueel beeldmateriaal wordt erkend als een seksueel misdrijf,
in plaats van een «publieke wanordelijkheid» of privacy schending. Naast het belang
van erkenning heeft het verplaatsen van het delict naar de titel seksuele misdrijven
ook invloed op de hulp waar slachtoffers aanspraak op kunnen maken. Zo worden seksuele
misdrijven behandeld door specialistische zedenrechercheurs en hebben slachtoffers
van seksuele misdrijven recht op rechtsbijstand van een gespecialiseerde zedenadvocaat.
Van der Werf
Van Nispen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Hanneke van der Werf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid