Schriftelijke vragen : De brief 'Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof'

Vraag 1

Welk beleid is er momenteel voor waterstof uit energiebronnen zoals aardgas, industriële
restgassen, restafval, of kernenergie aangezien u aangeeft dat de waterstofvraag in
andere sectoren dan industrie en mobiliteit vooral ingevuld zal moeten worden met
deze vormen van waterstof? Kunt u dit uitsplitsen naar energiebron?

Vraag 2

Hoe wordt er voor gezorgd dat de elektriciteitssector zoals u omschrijft vooral gebruik
zal gaan maken van waterstof uit energiebronnen zoals aardgas, industriële restgassen,
restafval of kernenergie en niet voor groene waterstof kiest?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het goed is voor het klimaat en de leveringszekerheid als aardgas
op de Noordzee op termijn wordt ingezet om blauwe waterstof te maken?

Vraag 4

Hoe past dit binnen het versnellingsplan Noordzeegas? (Kamerstuk 33 529, nr. 1058) Welke manieren zijn er om te borgen dat aardgas van de Noordzee op termijn gebruikt
zal worden om blauwe waterstof te maken? Bent u van plan hier beleid op te maken?

Vraag 5

Welke rol bent u van plan te spelen in het afsluiten van contracten van Nederlandse
energiebedrijven met landen zoals Noorwegen om een stabiel aanbod van blauwe waterstof
in de toekomst naar Nederland te halen?

Vraag 6

Welke rol ziet u voor waterstofopslagen bij het van de grond krijgen van de waterstofmarkt?
Kunt u daarbij specifiek aangeven hoe u zonder waterstofopslag voornemens bent om
vraag en aanbod aan elkaar gematcht te krijgen? Kunnen de waterstofopslagfaciliteiten
al eerder dan in 2028 gereed zijn? Welke mogelijkheden ziet u nog tot versnelling?