Schriftelijke vragen : Het bericht dat een directe treinverbinding tussen Groningen en Bremen op korte termijn niet is uit te voeren
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat een directe treinverbinding tussen Groningen en Bremen op korte termijn niet is uit te voeren (ingezonden 23 juni 2023).
Vraag 1
Hoe luidt uw reactie op het onderzoek dat een directe treinverbinding tussen Groningen
en Bremen op korte termijn niet is uit te voeren?1
Vraag 2
Bent u bereid het Verdrag tussen Nederland en Koninkrijk Hannover inzake spoorverbinding
Harlingen – Leeuwarden – Groningen – Leer uit 1864 en het Verdrag tussen de Bondsrepubliek
Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden volgens de regeling van de spoorweggrensovergangen
uit 1966 in herinnering te brengen bij de deelstaat Nedersaksen en de Bondsrepubliek
Duitsland om de noodzaak en het belang van deze spoorverbinding met Duitsland te benadrukken?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe het uitblijven van een oplossing voor de verbinding tussen Groningen
en Bremen zich verhoudt tot de inspanningsverplichting uit het «Europese Witboek Transport
2050» voor de verbetering van het grensverkeer per spoor?
Vraag 4
Hoe spant u zich in om het uitgangspunt uit het Witboek transport 2050, dat regeringen
obstakels die een hoogwaardige dienstverlening op de infrastructuur in de weg staan
moeten wegenemen, op de verbinding tussen Groningen en Bremen? Kunt u deze inspanningen
intensiveren?
Vraag 5
Hoe heeft u, samen met de provincie Groningen, regie genomen om te komen tot een spoorverbinding
naar Bremen, zonder conflicten met de scheepvaart? Welke opties zijn hiervoor in kaart
gebracht?
Vraag 6
Welke regelgeving leidt volgens u tot de beperkte openstelling van de nieuwe brug
voor het treinverkeer tot 20 minuten per uur? Welke instantie vormt het bevoegd gezag?
Vraag 7
Welke maatregelen kunnen getroffen worden om de sluitingstijd van de brug te verkorten?
Vraag 8
Wilt u zich bij het bevoegd gezag inspannen voor wijziging van deze sluitingstijden
ten gunste van het treinverkeer?
Vraag 9
Welke infrastructurele aanpassingen zijn nodig op station Groningen om de treinen
voldoende ruimte te geven om te kunnen keren?
Vraag 10
Welke mogelijkheden zijn er om de benodigde infrastructurele aanpassingen op te pakken
tijdens de huidige verbouwing van station Groningen?
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van dit onderzoek voor de haalbaarheid van de
financiering van de Lelylijn uit het TEN-T, nu de internationale component van deze
spoorlijn verder onder druk komt te staan?
Vraag 12
Onder welke voorwaarden zou een MIRT-onderzoek naar de Wunderline opgestart kunnen
worden?
Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u om het Wunderline-project verder te ondersteunen en een
aantrekkelijke internationale verbinding naar Bremen en Hamburg te realiseren? Welke
inzet gaat u plegen om de Wunderline daadwerkelijk en zo snel mogelijk te realiseren,
ten minste eerder dan 2036?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.