Schriftelijke vragen : Het ‘Eindrapport onderzoek regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen’
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Ministers en de Staatssecretaris van Financiën over het «eindrapport onderzoek regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen» (ingezonden 23 juni 2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de conclusie van het rapport dat kleine vrijwilligersorganisaties
20–30 wettelijke verplichtingen hebben en grote vrijwilligersorganisaties meer dan
100? Vindt u dit veel of weinig?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de conclusie dat niet altijd de verplichting op zich, maar de
complexiteit erachter regeldruk veroorzaakt? Welke stappen neemt u om deze complexiteit
te verminderen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de regeldruk voor vrijwilligersorganisaties flink kan worden
verminderd als een betere politieke afweging plaatsvindt over het doel van een verplichting
en de maatschappelijke bijdrage van vrijwilligersorganisaties? Zo ja, hoe gaat u die
balans weer terugbrengen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Wat vindt u van de aanbeveling uit het rapport om te onderzoeken of met name kleine
vrijwilligersorganisaties kunnen worden uitgezonderd van wettelijke verplichtingen
als de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) of Wet ter voorkoming van witwassen
en financieren van terrorisme (Wwft)?
Vraag 5
Wilt u voor elk van de tien meest genoemde wettelijke verplichtingen apart ingaan
op het belemmerende karakter voor vrijwilligersorganisaties en de aanbevelingen van
het rapport per verplichting?
Vraag 6
Wilt u voor de bij vraag 5 genoemde wettelijke verplichtingen aangeven wat u gaat
doen om belemmeringen weg te nemen en binnen welke termijn?
Vraag 7
Waarom verschuilt u zich in uw eerste reactie achter Europese wet- en regelgeving
die moeilijk te veranderen zou zijn, terwijl Nederland als lidstaat van de Europese
Unie voorstellen kan doen ter vermindering van de regeldruk op EU-niveau? Deelt u
de mening dat dit niet getuigt van politieke moed en empathie richting vrijwilligersorganisaties?
Vraag 8
Bent u bereid om in de EU voorstellen te doen om alle bestaande regelgeving met impact
op vrijwilligersorganisaties beter te laten aansluiten bij de leefwereld van vrijwilligers
en verenigingen in Nederland?
Vraag 9
Bent u bereid om in de EU bij nieuwe regelgeving altijd het belang van vrijwilligersorganisaties
naar voren te brengen en te vechten tegen toenemende regeldruk voor het cement van
onze samenleving?
Vraag 10
Bent u bereid om alle aanbevelingen uit het rapport onverkort over te nemen? Zo nee,
wilt u per aanbeveling onderbouwen waarom u deze niet overneemt?
Vraag 11
Hoe is de verantwoordelijkheid voor al het beleid dat vrijwilligersorganisaties raakt
precies verdeeld tussen de departementen? Welk departement is beleidsverantwoordelijk
voor welke regelgeving? Welk departement voert de regie hierover?
Vraag 12
Wilt u er naar aanleiding van dit rapport voor zorgen dat alle departementen rapporteren
aan de regievoerende bewindspersoon over de stappen die zij nemen om de regeldruk
voor vrijwilligersorganisaties te verminderen en de Tweede Kamer hierover periodiek
informeren?
Indieners
-
Gericht aan
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Gericht aan
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Inge van Dijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.