Motie : Motie van de leden Van den Brink en De Kort over het oneigenlijk innemen van reisdocumenten en bankpassen van arbeidsmigranten niet alleen bestraffen via artikel 447b van het Wetboek van Strafrecht
29 861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Nr. 115
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DEN BRINK EN DE KORT
Voorgesteld 22 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit de Monitor arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling van de Arbeidsinspectie
blijkt dat de langdurige inname van paspoorten en bankpassen van arbeidsmigranten
vaak als ernstige benadeling of enkel met een geldboete conform artikel 447b van het
Wetboek van Strafrecht wordt afgedaan;
overwegende dat de inspectie aangeeft dat het aantal tactische onderzoeken dat wordt
gestart relatief klein is en dat dat verklaarbaar is vanuit de huidige juridische
interpretatie van een ander artikel, namelijk 273f van het Wetboek van Strafrecht;
van mening dat wanneer arbeidsmigranten geen beschikking hebben over hun paspoort
of hun bankpas omdat ze deze hebben moeten afgeven bij hun uitlener of huisbaas er
sprake is van vrijheidsbeperking;
verzoekt de regering om voor de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken met een plan
te komen hoe het oneigenlijk innemen van reisdocumenten en bankpassen van arbeidsmigranten
met als oogmerk het inperken van diens vrijheden niet enkel via artikel 447b van het
Wetboek van Strafrecht kan worden bestraft,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Brink
De Kort
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. van den Brink, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Daan de Kort, Tweede Kamerlid