Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over CCS in de SDE++ 2022
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Minister voor Klimaat en Energie over CCS in de SDE++ 2022 (ingezonden 4 mei 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 21 juni 2023).
Vraag 1
Hoe is het bedrag van € 6.714 miljoen voor CO2-afvang en -opslag (CCS), zoals vermeld in de tabel in uw brief betreffende ««Beantwoording
Kamervragen, stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022» van 26 april 2023»,
opgebouwd?1 Kunt u beschrijven hoe het verplichtingenbudget is berekend?
Antwoord 1
Het totale verplichtingenbudget van € 6.714 miljoen dat is toegewezen aan de acht
CCS-projecten in de SDE++2022-subsidieronde vertegenwoordigt de financiële verplichting
voor CO2-afvang en -opslag. Dit budget bestaat uit drie componenten: het aanvraagbedrag (indieningsbedrag),
de bodemprijs (basisbroeikasgasbedrag) en de subsidiabele productie. Het is de maximale
subsidie die uitgekeerd kan worden.
Om het verplichtingenbudget van een CCS-project te berekenen, wordt het aanvraagbedrag
gecorrigeerd met het basisbroeikasgasbedrag en vermenigvuldigd met de subsidiabele
productie gedurende de looptijd van het project. Het totale verplichtingenbudget van
€ 6.714 miljoen is de som van de verplichtingenbudgetten van alle acht projecten.
De exacte som kan ik niet onthullen vanwege de vertrouwelijkheid van informatie van
de aanvragers die daarmee openbaar en/of herleidbaar zou worden.
Vraag 2
Kunt u aangeven voor welk basisbedrag de acht beschikkingen voor CCS (gebruik makend
van het Aramis-project) een beschikking hebben gekregen? Kunt u daarnaast ook aangeven
met welke basisprijs gerekend is? Klopt het dat gerekend is met een basisprijs van
circa 40 €/ton (conform het Eindadvies Basisbedragen SDE++ 2022)? Klopt het dat het
beschikkingenbudget is berekend op basis van deze 40 €/ton?
Antwoord 2
Vanwege vertrouwelijkheid kan ik niet de precieze details van de acht beschikkingen
openbaar maken. Het klopt dat de basisprijs voor CCS-projecten die onder het ETS vallen
40 €/ton bedraagt, terwijl deze nul is voor CCS-projecten die niet onder het ETS vallen.
Deze informatie is in overeenstemming met het Eindadvies Basisbedragen SDE++ 2022
van PBL. Het verplichtingenbudget en de hoogte van de beschikkingen is ook berekend
op basis van deze 40 €/ton.
Vraag 3
Klopt het dat de basisprijs in het Eindadvies Basisbedragen SDE++ 2023 is verhoogd
naar circa 79 €/ton? Deelt u de mening dat een basisprijs van 40 €/ton wel erg onrealistisch
is gelet op de huidige CO2-prijs en verwachte toekomstige prijsontwikkeling in het EU ETS? Hoe hoog zou het
beschikkingenbudget geweest zijn als gerekend was met 79 €/ton?
Antwoord 3
Ik hanteer het eindadvies van het PBL als basis, dat advies bedroeg inderdaad 40 €/ton
in 2022 en 79 €/ton in 2023. In de SDE++ van 2023 is dat bedrag op basis van het PBL-eindadvies
verhoogd naar ongeveer 79 €/ton. Het jaarlijkse uitgangspunt voor de basisprijs is
het PBL Eindadvies Basisbedragen SDE++ is. Deze uitgangspunten zijn bedoeld om een
realistisch beeld te geven van de basisprijs zoals vermeld in de SDE++. Het PBL hanteert
hiervoor de meest recente Klimaat- en Energieverkenning (KEV). Als de basisprijs –
zoals gesteld – voor CO2-reductie 79 €/ton zou zijn in plaats van 40 €/ton, dan zou het verplichtingsbudget
uitkomen op € 5.379 miljoen.
Vraag 4
Kunt u een inschatting geven van de daadwerkelijke kasuitgaven voor deze 8 projecten
(gezamenlijk) op basis van prijsontwikkeling van emissierechten in EU ETS zoals geraamd
in de KEV2022 van het Planbureau voor de leefomgeving (PBL)?
Antwoord 4
De uitgaven voor deze 8 CCS-projecten zijn afhankelijk van de hoeveelheid CO2 die ze daadwerkelijk afvangen en opslaan. We verwachten dat deze projecten in totaal
bijna 2,9 megaton CO2 per jaar zullen afvangen en opslaan gedurende een periode van 15 jaar. Het is waarschijnlijk
dat de totale verwachte uitgaven voor deze 8 CCS-projecten over een periode van 15
jaar aanzienlijk lager zullen zijn dan het huidige vastgestelde verplichtingenbudget.
Ik kan de exacte bedragen niet onthullen vanwege de vertrouwelijkheid van informatie
van de aanvragers, die anders openbaar en herleidbaar zou worden.
Wel zijn de totale verwachte kasuitgaven voor deze 8 CCS projecten over een periode
van 15 jaar ongeveer € 2,8 miljard2, uitgaande van meerjarige correctiebedragen gebaseerd op de KEV2022. Dit is een grove
schatting die geen rekening houdt met eventuele vertragingen, wijzigingen of onzekerheden
in de realisatie van de projecten of een andere ontwikkeling van de CO2-prijs.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het communiceren van de uitkomsten van de SDE++ in termen van
verplichtingenbudgetten vaak tot een verkeerde interpretatie leidt en dat het belangrijk
is om de uitkomsten van de SDE++ op een andere wijze te communiceren, bijvoorbeeld
door een realistische inschatting te geven van de geraamde kasuitgaven, uiteraard
met de disclaimer dat deze gebaseerd zijn op de meest recente prognoses van energie-
en CO2-prijzen?
Antwoord 5
Binnen de SDE++ zijn zowel het verplichtingenbudget als de kasuitgaven van belang.
Het verplichtingenbudget vertegenwoordigt het maximale bedrag waarvoor subsidieaanvragen
kunnen worden goedgekeurd, terwijl de kasuitgaven het verwachte bedrag aan uit te
keren subsidie betreffen. Het verplichtingenbudget is altijd hoger dan de kasuitgaven,
omdat niet alle gesubsidieerde projecten volledig worden uitgevoerd. Het verplichtingenbudget
geeft geen informatie over de kosteneffectiviteit van CCS en de daadwerkelijk gemaakte
kosten, maar enkel over de maximale subsidie. Bovendien kan het verplichtingenbudget
onbenut blijven als gevolg van bijvoorbeeld een hogere ETS-prijs gedurende de looptijd
en/of vertraging van de projecten, vergeleken met het basisbedrag.
Wat betreft de kosteneffectiviteit en efficiëntie van CCS in de SDE++, is de subsidie-intensiteit
een betere maatstaf dan het verplichtingenbudget, in combinatie met de daadwerkelijke
kasuitgaven. De subsidie-intensiteit geeft de verwachte kosteneffectiviteit van deze
techniek weer. De verwachte subsidiebehoefte per ton CO2-reductie wordt berekend op basis van het verschil tussen het basisbedrag en de langetermijnprijs.
Een lagere subsidie-intensiteit duidt op een efficiëntere techniek voor CO2-reductie, waarbij minder subsidie nodig is om dezelfde hoeveelheid CO2 te besparen. Aanvragen met een lagere subsidie-intensiteit krijgen voorrang binnen
de SDE++, om ontwikkelaars te stimuleren hun projecten tegen de laagst mogelijke kosten
uit te voeren en zo meer CO2-reductie te realiseren binnen hetzelfde budget. Ik ben het overigens eens dat het
verplichtingenbudget meer aandacht krijgt dan de subsidie intensiteit.
Bij het openbaar maken van resultaten en communiceren over de SDE++-regeling is het
belangrijk om nuance aan te brengen en rekening te houden met ondermeer energieprijzen,
onderproductie en mogelijke non-realisatie. Ik zal daarom kijken hoe in de toekomst
zo duidelijk en accuraat mogelijk gecommuniceerd kan worden over zowel de verplichtingenbudgetten,
daadwerkelijke kasuitgaven als subsidie-intensiteit binnen de SDE++.
Vraag 6
Met welke CO2-prijs in het EU ETS zullen de CCS-projecten die de afgelopen jaren een beschikking
hebben gekregen en naar verwachting gerealiseerd zullen worden, geen subsidie ontvangen?
Hoe realistisch acht u het dat een of meerdere projecten een of meerdere jaren geen
subsidie uitgekeerd krijgen?
Antwoord 6
Bij een hoge ETS-prijs acht ik het realistisch dat er CCS-projecten zullen zijn waar
geen of weinig subsidie zal worden uitgekeerd. Dit geldt dan specifiek voor de installaties
die onder het ETS-systeem vallen. Voor projecten die niet onder het ETS vallen zal
er geen ETS-correctie plaatsvinden en daarom zullen zij naar verwachting jaarlijks
subsidie blijven ontvangen, op voorwaarde dat zij CO2 afvangen. Op korte termijn zullen de projecten die onder het ETS-vallen in de categorie
met de laagste basisbedragen ergens in de komende jaren geen subsidie meer ontvangen,
en naar verwachting zullen de projecten in de categorie met de hoogste basisbedragen
vanaf 2035 waarschijnlijk geen subsidie meer ontvangen.
Vraag 7
Ziet u specifiek voor CCS-projecten een risico op overwinsten in de toekomst, bij
een hoge CO2-prijs? Is het wenselijk dat deze mogelijkheid er is? Heeft u overwogen of een contracts-for-difference
voor CCS-projecten verstandig en uitvoerbaar is?
Antwoord 7
Op dit moment heeft er geen onderzoek plaatsgevonden naar de haalbaarheid van contracts-for-difference
(CfD) als een mogelijke optie voor CCS-projecten. Wel is er aandacht voor overwinsten
binnen de SDE++. Zo wordt onderzoek gedaan naar alternatieve opties voor de stimulering
van zon en wind uit de SDE++-regeling, zoals vermeld in de recente Kamerbrief over
de SDE++ van 26 april (DGKE-DSE / 26805981). Dit onderzoek heeft ook als doel mogelijke
situaties te identificeren waarin er sprake is van overwinsten bij deze technieken
en hoe daarmee om te gaan, ook omdat er in de nieuwe staatssteunrichtsnoeren (CEEAG)
hiervoor nieuwe eisen zijn opgenomen en er bij het voorstel van de Europese Commissie
voor de verordening ter verbetering van het EU elektriciteitsmarktontwerp (EMD) sprake
is van aanpassingen op dit punt.
Daarnaast wordt een evaluatie van de gehele SDE++-regeling uitgevoerd, waarbij ook
de toepassing van CCS wordt meegenomen. Het doel van deze evaluatie is om geleerde
lessen en mogelijkheden voor verbetering van de gehele SDE++ te identificeren, waaronder
het voorkomen van eventuele overwinsten, in lijn met de Europese kaders. De bevindingen
en aanbevelingen van beide onderzoeken zullen eind dit jaar of begin volgend jaar
aan uw Kamer worden voorgelegd.
Om eventuele overwinsten te voorkomen is een goede ordening van de CCS-markt van belang.
Mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van
Economische Zaken en Klimaat zal ik uw Kamer binnenkort informeren over het CCS-beleid
en de ordening van de CCS-markt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.