Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Leijten ter vervanging van nr. 10 over het bieden van een persoonlijk gesprek en integrale behandeling voor ex-partners
36 352 Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen houdende aanvullende maatregelen voor kinderen, ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag, nabestaanden van overleden gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag en overleden kinderen (Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen)
Nr. 19
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR.
10
Ontvangen 16 juni 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het voorgestelde artikel 2.9a wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Aan degene die partner was van de overleden aanvrager op de dag van overlijden aan
wie compensatie, tegemoetkoming of een forfaitaire bedrag als bedoeld in het eerste
lid is toegekend en die aannemelijk maakt dat en in welke mate de door hem of door
de overleden aanvrager werkelijk geleden schade als gevolg van een beschikking vanwege
institutionele vooringenomenheid of hardheid of een beschikking vanwege een onterechte
kwalificatie opzet of grove schuld overeenkomstig het civiele schadevergoedingsrecht
hoger is dan het bedrag van de compensatie, wordt door Onze Minister op aanvraag aanvullende
compensatie voor de werkelijke schade toegekend ter hoogte van de aanvullende werkelijke
schade.
2. In het voorgestelde artikel 2.9b wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Aan het kind, bedoeld in het eerste lid, aan wie compensatie, tegemoetkoming of een
forfaitaire bedrag als bedoeld in het eerste lid is toegekend en die aannemelijk maakt
dat en in welke mate de door hem of door de overleden aanvrager werkelijk geleden
schade als gevolg van een beschikking vanwege institutionele vooringenomenheid of
hardheid of een beschikking vanwege een onterechte kwalificatie opzet of grove schuld
overeenkomstig het civiele schadevergoedingsrecht hoger is dan het bedrag van de compensatie,
wordt door Onze Minister op aanvraag aanvullende compensatie voor de werkelijke schade
toegekend ter hoogte van de aanvullende werkelijke schade.
3. In het voorgestelde artikel 2.9b, tweede lid, wordt na «onderdeel a,» ingevoegd «dan
wel een aanvraag voor aanvullende compensatie als bedoeld in lid 1a,».
II
Na artikel I, onderdeel EE, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
EEa
Na hoofdstuk 4 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk 4a. Persoonlijke bijstand bij afhandeling herstel
Artikel 4a.1 Definitiebepaling
In dit hoofdstuk wordt onder «betrokkene» verstaan:
a. de partner van de overleden aanvrager, bedoeld in artikel 2.9a, eerste lid, aan wie
een voorziening als bedoeld in artikel 2.9a is toegekend;
b. het kind van een overleden aanvrager bedoeld in artikel 2.9b, eerste lid, aan een
voorziening als bedoeld in artikel 2.9b is toegekend.
Artikel 4a.2 Persoonlijke bijstand en persoonlijk zaakbehandelaar
1. De betrokkene krijgt op verzoek persoonlijke bijstand door de Belastingdienst/Toeslagen
bij de overige aanvragen en regelingen waar de betrokkene op grond van deze wet aanspraak
op kan maken.
2. Op verzoek van de betrokkene wordt de aanvullende compensatie van de werkelijke schade,
bedoeld in artikelen 2.9a, lid 1a, of 2.9b, lid 1a, betrokken bij de persoonlijke
bijstand.
3. Tijdens de persoonlijke bijstand coördineert een persoonlijk zaakbehandelaar van
de Belastingdienst/Toeslagen de procedure en fungeert voor de betrokkene tevens als
aanspreekpunt.
Artikel 4a.3 Persoonlijk gesprek
1. In het kader van de persoonlijke bijstand, bedoeld in artikel 4a.2, eerste lid, vindt
tussen de betrokkene en de Belastingdienst/Toeslagen een persoonlijk gesprek plaats,
waarbij de persoonlijk zaakbehandelaar eveneens aanwezig is.
2. Het persoonlijk gesprek ziet in ieder geval op:
a. uitleg over de regelingen;
b. uitleg over de mogelijkheden voor ondersteuning als bedoeld in artikel 4a.2, eerste
lid;
c. advies over het gebruik van de regelingen waar de betrokkene recht op heeft, indien
de betrokkene dit wenst.
3. Bij de ondersteuning, bedoeld in artikel 4a.2, eerste lid, onder b, betreft het persoonlijk
gesprek eveneens:
a. het door de betrokkene overleggen van informatie met betrekking tot de aanvraag; en
b. het invullen van het door de Belastingdienst/Toeslagen ter beschikking gestelde aanvraagformulier.
Artikel 4a.4 Zorgplicht persoonlijke behandeling
De Belastingdienst/Toeslagen draagt zorg voor een goede afhandeling van de persoonlijke
behandeling, bedoeld in artikel 4a.2, eerste lid, en zorgt tevens dat hierover afstemming
plaatsvindt met andere personen of organen, voor zover de verantwoordelijkheid voor
de uitvoering hiervan bij die personen of organen ligt en voor zover afstemming het
belang van de betrokkene dient.
Artikel 4a.5 Mandaat Belastingdienst/Toeslagen
Onze Minister verleent mandaat aan de Belastingdienst/Toeslagen om een beschikking
als bedoeld in artikelen 2.9a, lid 1a, of 2.9b, lid 1a, te nemen, indien de betrokkene
een verzoek als bedoeld in artikel 4a.2, derde lid, heeft gedaan dat ook betrekking
heeft op een dergelijke beschikking.
Artikel 4a.6 Samenvoegen beschikkingen
Op verzoek van de betrokkene voegt de Belastingdienst/Toeslagen voor zover mogelijk
alle beschikkingen op grond van deze wet die de betrokkene betreffen samen tot één
beschikking, die bestaat uit één of meer besluitonderdelen.
III
Na artikel I, onderdeel NN, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
NNa
Na artikel 6.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.2a Beslistermijn bij persoonlijk gesprek
De Belastingdienst/Toeslagen neemt een besluit op de door betrokkene ingediende aanvragen
tijdens het persoonlijk gesprek, bedoeld in artikel 4a.3. Indien dit niet mogelijk
is, besluit de Belastingdienst/Toeslagen op de door de betrokkene ingediende aanvragen
binnen een redelijke termijn na afloop van het persoonlijk gesprek. De Belastingdienst/Toelslagen
bevestigt dit besluit schriftelijk.
IV
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL Ia
1. Onze Minister zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze Minister van Binnenlandse
zaken, binnen één jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal
een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
2. Naar aanleiding van de evaluatie van deze wet kan bij algemene maatregel van bestuur
de kring van betrokkenen op wie hoofdstuk 4a van deze wet van toepassing is, worden
uitgebreid.
Toelichting
Dit amendement regelt dat na toekenning van een voorziening voor nabestaanden de zogenaamde
«wasstraat-procedure» mogelijk wordt. Indiener beoogt hiermee te voorkomen dat de
nabestaanden in het herstelmoeras van de integrale behandeling van UHT worden gezogen.
Dit amendement maakt een ander herstelproces mogelijk voor nabestaanden die namens
een overleden aanvrager compensatie aanvragen. Tevens maakt dit voorstel mogelijk
om deze werkwijze bij succes uit te breiden naar andere doelgroepen binnen herstel
toeslagen. Via dit voorstel wordt mogelijk om via een gesprek te komen tot de compensatie,
waarmee de afdoening persoonlijker en sneller wordt. Indiener is ervan overtuigd dat
dit meer zeggenschap biedt voor nabestaanden en dat dit uiteindelijk ook goedkoper
zal zijn. In dit nieuwe proces doet de gedupeerde een aanvraag aan de UHT, die beoordeelt
of iemand een gedupeerde is. Daarna volgt het forfaitair bedrag van € 30.000 voor
nabestaanden van overleden gedupeerden. De UHT plant dan een gesprek in met de nabestaanden
om tot een besluit voor compensatie en schade te komen. Bij dit gesprek is alle benodigde
informatie om tot een besluit te komen verzameld en beschikbaar. De nabestaande mag
bij dit gesprek adviseurs van eigen keuze meenemen. Het is de bedoeling om de nabestaande
de regie te geven en aan te laten geven of het gesprek te besluiten om de beschikking
uit te stellen. Ook regelt dit amendement dat de betrokkenen een wettelijk recht op
een persoonlijk zaakbehandelaar hebben.
Dit amendement regelt tevens een evaluatiebepaling van deze werkwijze een jaar na
inwerkingtreding van deze wet. Op grond van die evaluatie kan worden besloten of en
voor welke doelgroepen de persoonlijke bijstand wordt uitgebreid.
Leijten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid