Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krul over het bericht 'Hollands Kroon roept Minister op regels rond verlichting windmolens per 2024 aan te passen'
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Hollands Kroon roept Minister op regels rond verlichting windmolens per 2024 aan te passen» (ingezonden 14 april 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 30 mei 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van Regio Noordkop «Hollands Kroon roept Minister op
regels rond verlichting windmolens per 2024 aan te passen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de problematiek rondom obstakelverlichting en de effecten die deze
heeft op de nachtrust, onzekerheid, hinderbeleving, leefomgeving en het woongenot?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Zou u inzichtelijk willen maken op welke plekken in Nederland de problematiek rondom
obstakelverlichting nog meer speelt?
Antwoord 3
De problematiek van obstakelverlichting op windparken en de daarvan ervaren hinder
speelt op meerdere plaatsen in Nederland. Bij grote windparken wordt eerder hinder
ervaren door de grotere hoeveelheid obstakellichten dan bij kleine parken. Daarnaast
speelt ook het omgevingslicht bij een windpark een rol bij de ervaren hinder van obstakelverlichting.
Zo zal bijvoorbeeld de obstakelverlichting van een windpark in een verlicht havengebied
minder ervaren hinder met zich meebrengen dan een windpark in de duisternis van landelijk
gebied.
Vraag 4
Zou u inzichtelijk willen maken waarom aanpassing van de benodigde regelgeving gekoppeld
is aan de invoering van de Omgevingswet?
Antwoord 4
In het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Verdrag van Chicago, 7 december
1944, Trb. 1973, 109) zijn internationale afspraken gemaakt over het aanbrengen van obstakelverlichting
op hoge bouwwerken, waaronder windturbines. Om de veiligheid van de luchtvaart te
waarborgen moeten alle obstakels, waaronder windturbines, van 150 meter of hoger van
obstakelverlichting worden voorzien, waarmee piloten worden gewaarschuwd voor de aanwezigheid
van een hoog obstakel. Deze verdragsverplichting heeft geen rechtstreekse werking,
maar moet in de nationale wetgeving van de aangesloten staten worden geïmplementeerd.
De huidige Nederlandse luchtvaartwetgeving biedt geen juridische grondslag om obstakelverlichting
op windturbines voor te schrijven en daarbij het gebruik van naderingsdetectie mogelijk
te maken. Gelet op de thematiek ligt het voor de hand om dit in de wetgeving voor
de ruimtelijke ordening vast te leggen en daarom is er een koppeling met de ontwikkeling
van de Omgevingswet.
Het onderwerp obstakelverlichting en het reduceren van de ervaren hinder hiervan komt
aan de orde in de milieueffectrapportage (plan-mer) die ten behoeve van het opnieuw
vaststellen van landelijke windturbinebepalingen plaatsvindt. Op basis hiervan worden
regels voor obstakelverlichting en regels om het toepassen van naderingsdetectie mogelijk
te maken, meegenomen in de windturbinebepalingen die op dit moment in voorbereiding
zijn. Het uitgangspunt bij het toepassen van naderingsdetectie is dat de obstakelverlichting
alleen ingeschakeld hoeft te zijn als er een luchtvaartuig in de nabijheid van een
windpark wordt gedetecteerd. Hierdoor is de obstakelverlichting een groot deel van
de tijd uitgeschakeld en wordt de hinder hiervan sterk gereduceerd.
Vraag 5
Zou u inzichtelijk willen maken of aanpassing van de benodigde regelgeving ook zonder
koppeling met de invoering van de Omgevingswet kan?
Antwoord 5
In het antwoord bij vraag 4 is aangegeven dat de regels voor obstakelverlichting en
het toepassen van naderingsdetectie worden meegenomen in de windturbinebepalingen
die op dit moment in voorbereiding zijn. Er bestaat nu al de mogelijkheid om naderingsdetectie
bij windparken toe te passen vooruitlopend op de vaststelling van de formele regelgeving.
Om dit mogelijk te maken zijn in 2020 door de betrokken organisaties, waaronder het
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Nederlandse WindEnergie Associatie
(NWEA), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, het Ministerie van Defensie, het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT), in de Landelijke Projectgroep Obstakelverlichting vereisten voor het gebruik
van naderingsdetectie opgesteld. Deze vereisten zijn aan de windenergiebranche bekend
gemaakt via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland2. De ILT moet om de veiligheid van de luchtvaart te waarborgen met het gebruik van
naderingsdetectie bij een windpark hebben ingestemd. Op basis van deze bepalingen
hebben de exploitanten van windpark Fryslân in het IJsselmeer en windpark Krammer
in Zeeland reeds instemming van de ILT om naderingsdetectie toe te passen. Er zijn
op dit moment nog vier andere exploitanten van windparken in Nederland die een verzoek
voor toestemming tot het gebruik van naderingsdetectie bij de ILT hebben ingediend
en drie exploitanten van windparken die contact met de ILT hebben opgenomen over de
eisen van het proces. Voor het windpark Wieringermeer, dat wordt genoemd in het bericht
van Regio Noordkop, is een aanvraag voor het gebruik van naderingsdetectie bij de
ILT ingediend.
Vraag 6
Bent u bekend met het feit dat eigenaren van windparken welwillend lijken te zijn
om de beschreven aanpassing aan obstakelverlichting toe te passen, maar dit pas zullen
doen op het moment dat er zekerheid is in de vorm van vastlegging in regelgeving.
Antwoord 6
Ja. De wens om naderingsdetectie toe te passen is aanwezig bij veel exploitanten van
windparken en de brancheorganisatie NWEA. Daarom is ook het initiatief genomen om
vooruitlopend op formele regelgeving alvast vereisten hiervoor te ontwikkelen met
alle betrokken partijen en deze bekend te stellen. Bij meerdere windparken wordt naderingsdetectie
toegepast of is een verzoek daartoe bij de ILT ingediend. De exploitant van het windpark
Wieringermeer heeft ook een verzoek tot instemming ingediend bij de ILT.
Het gebruik van naderingsdetectie brengt kosten met zich mee voor de windparkeigenaren,
wat ertoe kan leiden dat het gebruik van naderingsdetectie niet voortvarend tot stand
gaat komen. Vooral bij kleinere windparken kan dit spelen. Daarom is de Minister voor
Klimaat en Energie in gesprek met NWEA en provincies en gemeenten om de ervaren lichthinder
te beperken. Het is duidelijk dat dit maatwerk vergt.
Het is de bedoeling dat in een aantal provincies die hiermee aan de slag willen (met
de mogelijkheid dat andere provincies later aansluiten) een kader wordt opgesteld
voor bestaande windparken die een SDE+3 beschikking hebben ter ondersteuning in het toepassen van naderingsdetectie. Uitgangspunt
is dat de windsector (in casu de windparkeigenaar) een deel van de kosten van een
dergelijk systeem voor haar rekening neemt en het restant in gelijke delen wordt bekostigd
door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de desbetreffende provincie.
Bij nieuw te realiseren windparken speelt dit vraagstuk niet, aangezien het dan onderdeel
kan uitmaken van de totale businesscase en de daaraan gerelateerde SDE++4-parameters.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de benodigde aanpassing van de regelgeving het liefst eerder
en anders uiterlijk tegelijk met de invoering van de Omgevingswet gerealiseerd zou
moeten zijn en in werking zou moeten treden, zodat windparken deze aanpassing aan
de obstakelverlichting uiterlijk op de ingangsdatum van de Omgevingswet direct kunnen
uitvoeren?
Antwoord 7
Het is wenselijk dat de formele regelgeving met betrekking tot obstakelverlichting,
hinderbeperking en het gebruik van naderingsdetectie zo snel mogelijk vastgesteld
wordt. Deze onderwerpen worden meegenomen in de windturbinebepalingen die op dit moment
in voorbereiding zijn. Het gebruik van naderingsdetectie zal naar verwachting begin
2024 verankerd worden onder de Omgevingswet. Het is echter mogelijk om vooruitlopend
op het formele regelgevingstraject na instemming van de ILT al naderingsdetectie bij
een windpark toe te passen.
Vraag 8
Zou u een stappenplan willen opstellen en deze met de Kamer willen delen over hoe
de regelgeving zo aangepast wordt dat per invoering van de Omgevingswet windparken
dit kunnen doen.
Antwoord 8
Windparken kunnen nu de aanpassing van de obstakelverlichting al direct uitvoeren
en naderingsdetectie toepassen na instemming van de ILT. Er wordt aan gewerkt om dit
proces zo snel als mogelijk in formele regelgeving te verankeren onder de Omgevingswet
en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten.
Vraag 9
Zou u in dit gehele proces nauw willen samenwerken met de gemeente Hollands Kroon
en haar hierover informeren.
Antwoord 9
Ja. De gemeente Hollands Kroon, alsmede de provincie Noord-Holland, zal worden geïnformeerd
over de stand van zaken met betrekking tot het toepassen van naderingsdetectie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.