Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de miljarden aan kosten voor de pensioenen van militairen en politieke ambtsdragers waarvoor geen voorziening is getroffen is en waardoor er geld bijgestort zal moeten worden
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Ministers voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de miljarden aan kosten voor de pensioenen van militairen en politieke ambtsdragers waarvoor geen voorziening getroffen is en waardoor er geld bijgestort zal moeten worden (ingezonden 15 mei 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) mede
            namens de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (ontvangen 26 mei
            2023).
         
Vraag 1
            
Klopt het dat in de voorjaarsnota een reservering van 8,5 miljard euro is opgenomen
               om de militaire pensioenen van voor 2001 af te financieren, wanneer het nieuwe pensioenstelsel
               wordt ingevoerd en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) besluit in te varen?
            
Antwoord 1
            
Het klopt dat er in de Voorjaarsnota 2023 een reservering is opgenomen, die betrekking
               heeft op pensioenaanspraken die militairen hebben opgebouwd vóór 1 juni 2001. Met
               de reservering is het mogelijk om een budgetneutrale omzetting van begrotingsgefinancierde
               pensioenen naar kapitaaldekking te realiseren voor de begrotingsgefinancierde pensioenaanspraken
               van militairen.
            
In de huidige situatie is het zo dat aanspraken op ouderdomspensioen, die door militairen
               zijn opgebouwd vóór 1 juni 2001, worden betaald vanuit de begroting van Defensie (begrotingsgefinancierde
               pensioenen). In het nieuwe pensioen-stelstel (Wtp) is het uitgangspunt dat de waarde
               van bestaande pensioen-aanspraken collectief worden ingebracht in de nieuwe pensioenregeling
               («invaren»). Invaren is alleen mogelijk voor pensioenen die kapitaalgedekt zijn. Een
               deel van de militaire pensioenen (van voor 2001) is nu echter nog begrotingsgefinancierd.
               Wanneer sociale partners van de sector Defensie besluiten om de begrotingsgefinancierde
               pensioenen in te varen, zal Defensie in één keer alle reeds opgenomen budgetten op
               de begroting ter dekking van de begrotingsgefinancierde pensioenen moeten «affinancieren».
               Met affinancieren wordt bedoeld het volledig met kapitaal dekken van de begrotingsgefinancierde
               pensioenen bij de pensioenuitvoerder (het ABP), door middel van het betalen van een
               inkoopsom. Omdat de budgetten voor uitkering van de militaire pensioenen van voor
               1 juni 2001 reeds op de begroting opgenomen zijn, is er geen sprake van extra uitgaven.
            
Vraag 2
            
Kunt u aangeven hoeveel het bij benadering zou kosten als de pensioenregeling voor
               politici (Algemene Pensioen- en uitkeringswet Politieke Ambtsdragers (APPA)) de ABP-regeling
               gaat volgen en de huidige aanspraken, waarvoor geen spaarpot is, in een keer ingekocht
               moeten worden en afgestort?
            
Antwoord 2
            
In het feitenonderzoek van 2013 is de benodigde overdrachtswaarde voor pensioenen
               die zijn opgebouwd bij Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen geraamd op 1,32
               miljard.
            
De precieze omvang van de financiering van de overgang van begrotings-gefinancierde
               pensioenaanspraken naar kapitaalgedekte pensioenaanspraken is nu nog niet bekend.
               Er is een onderzoek uitbesteed naar de overdrachtswaarde binnen een bandbreedte van
               verschillende dekkingsgraden die per bestuurslaag dient te worden betaald indien de
               eerder opgebouwde pensioenaanspraken worden ingekocht bij een bestaand pensioenfonds.
               De daadwerkelijke kosten van de transitie zijn echter pas duidelijk op het moment
               van overgang. De benodigde overdrachtswaarde is namelijk afhankelijk van de dan actuele
               rekenregels.
            
Indien er voor wordt gekozen de Appa-pensioenen te financieren vanuit een pensioenfonds,
               dan is de consequentie dat alle pensioenaanspraken en -rechten die door politieke
               ambtsdragers zijn opgebouwd gelijk moeten worden afgefinancierd. Vanaf het moment
               dat in één keer de benodigde overdrachtswaarde in het pensioenfonds is gestort, besparen
               Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de toekomstige jaarlijkse betaling en
               uitvoerings-kosten van pensioenen uit de begroting. Vanaf dat moment is er voor toekomstige
               opbouw pensioenpremie verschuldigd.
            
Vraag 3
            
Om welke reden is er wel een reservering gemaakt voor de niet-afgefinancierde defensiepensioenen
               maar geen reservering gemaakt voor de niet-afgefinancierde APPA-pensioenen?
            
Antwoord 3
            
De reden is dat de sociale partners van het Sectoroverleg Defensie (SOD) reeds in
               2023 moeten kunnen starten met de onderhandelingen over de nieuwe pensioen-regeling.
               Met het oog hierop is het voor sociale partners van het SOD nodig te weten of de begrotingsgefinancierde
               pensioenen, net als de pensioenen vanaf 1 juni 2001 die al wel kapitaalgedekt zijn,
               «meegenomen» kunnen worden naar de nieuwe pensioenregeling (invaren).
            
Voor de Appa geldt een afwijkend pad. Omdat voor Appa de omvang van de benodigde financiering
               nu nog niet voldoende adequaat kan worden ingeschat, is er nu nog geen reservering
               voor APPA getroffen. Op een later moment komt dat aan de orde bij het wetgevingsproces.
               Wel is op grond van het eerder genoemde feitenonderzoek (zie vraag1 helder dat het om een lager bedrag gaat dan de reservering voor de begrotingsgefinancierde
               pensioenen van militairen.
            
Vraag 4
            
Waarom is er geen raming van deze gevolgen (defensie en APPA) opgenomen in de memorie
               van toelichting van de Wet toekomst pensioenen, terwijl wel gesteld wordt dat de gevolgen
               voor de rijksbegroting beschreven worden?2
Antwoord 4
            
In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2021/22 36 067, nr. 3, p. 256) is uiteengezet dat bij de inwerkingtreding wordt bezien of en zo ja welke
               aanvullende en of compenserende maatregelen nodig zijn om ook, indien daartoe besloten
               wordt, de transitie mogelijk te maken voor de begroting gefinancierde pensioenaanspraken
               van politieke ambtsdragers (Appa) en Defensie.
            
Voor de militaire pensioenen heeft het kabinet eind vorig jaar besloten de transitie
               van de begrotingsgefinancierde pensioenaanspraken voor militairen mogelijk te maken.
               Met het verschijnen van de Voorjaarsnota 2023 is dit besluit budgettair verwerkt en
               daarmee kan een budgetneutrale omzetting van begrotingsgefinancierde pensioenen naar
               kapitaaldekking worden gerealiseerd voor de begrotingsgefinancierde pensioenaanspraken
               van militairen.
            
Het affinancieren van de Appa-pensioenen betekent voor het Rijk, de provincies, gemeenten
               en waterschappen een verschuiving van uitgaven in de tijd. De al opgebouwde pensioenen
               leiden in de huidige systematiek tot een uitgave op het uitkeringsmoment uit de begroting.
               Bij affinancieren stoppen deze uitkeringen en wordt in plaats daarvan de verwachte
               waarde van deze aanspraken met een eenmalige kapitaalstorting overgedragen aan een
               pensioenfonds. Het pensioenfonds betaalt daarna de uitkeringen.
            
Het is de intentie van het kabinet om een wetsvoorstel bij de Kamer in te dienen om
               alle eerder opgebouwde Appa-pensioenen in te varen in het nieuwe pensioenstelsel.
               Hiervoor zal een afzonderlijk wetgevingstraject worden gevolgd, waarbij een 2/3 meerderheid
               van de Tweede en Eerste Kamer nodig is om de wijziging te aanvaarden. De inhoud van
               dat wetsvoorstel moet tevens nog moet worden afgestemd met de provincies, gemeenten
               en waterschappen en het ABP.
            
Vraag 5
            
Herinnert u zich het feitenonderzoek naar de financiering van politieke pensioenen
               bij gemeentes, provincies, waterschappen en het Rijk, waaruit bleek dat er grote tekorten
               waren in de financiering?3
Antwoord 5
            
Ja, het feitenonderzoek waar u naar verwijst is mij bekend.
Vraag 6
            
Hoe groot zijn de tekorten nu in de financiering en welke afspraken zijn daarover
               gemaakt met medeoverheden?
            
Antwoord 6
            
Appa-pensioenen worden, zoals wettelijk is bepaald, betaald uit de lopende begrotingen
               van het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Er zijn mij geen voorbeelden
               bekend van niet betaalde pensioenuitkeringen van politieke ambtsdragers. Strikt genomen
               zijn er dus geen tekorten in de financiering en betaling van deze pensioenen.
            
Het feitenonderzoek zag op de verplichting van provincies en gemeenten op grond van
               artikel 44, vierde lid, van het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) om een voorziening
               in te stellen voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het jaarlijkse
               bedrag geen gelijk volume heeft. Pensioenen van politieke ambtsdragers vallen onder
               deze omschrijving. Zij kunnen namelijk sterk fluctueren als gevolg van de mogelijkheid
               voor gewezen ambtsdragers om alle opgebouwde pensioenrechten tussentijds op te eisen
               ten behoeve van een individuele waardeoverdracht. Deze door provincies, gemeenten
               en waterschappen opgebouwde voorzieningen kunnen ook worden benut bij een collectieve
               waardeoverdracht.
            
In een circulaire van 19 november 2011 heb ik provincies, gemeenten en waterschappen
               opgeroepen een toereikende voorziening voor Appa-pensioenen te vormen. Mede naar aanleiding
               van de uitkomsten van het feitenonderzoek herhaal ik deze oproep vanaf 1 januari 2016
               jaarlijks in de reguliere Appa-circulaire aan provincies, gemeenten en waterschappen
               om een toereikende voorziening op te bouwen. In het kader van de mogelijke aanstaande
               overgang naar het nieuwe pensioenstelsel is deze oproep herhaald in een brief van
               5 november 2021 waarin ik de decentrale overheden heb geïnformeerd over de mogelijke
               gevolgen van het nieuwe pensioenstelsel. In de brief is benadrukt dat het helpt voor
               de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel als een overheidsinstelling een toereikende
               voorziening heeft voor de op dat moment al opgebouwde Appa-pensioen-aanspraken.
            
In de loop van dit jaar zal ik samen met de medeoverheden het feitenonderzoek herhalen
               naar de al getroffen voorzieningen op de begrotingen. Over de uitkomsten zal ik de
               Tweede Kamer informeren.
            
Vraag 7
            
Zijn er nog meer grote wijzigingen voor de begrotingen of andere zaken die volgen
               uit de Wet toekomst pensioenen die nog niet aan de Kamer zijn meegedeeld?
            
Antwoord 7
            
De zaken die volgen uit de Wet toekomst pensioenen zijn, voor zover op dit moment
               bekend, gedeeld met de Tweede Kamer. Daarbij dient opgemerkt te worden dat in de memorie
               van toelichting (Kamerstukken II 2021/22 36 067, nr. 3, p. 256) de financiële gevolgen voor de overheid reeds zijn toegelicht. Zo is in
               de memorie van toelichting aangegeven dat bij de inwerkingtreding wordt bezien of
               en zo ja welke aanvullende en of compenserende maatregelen nodig zijn om ook, indien
               daartoe besloten wordt, de transitie mogelijk te maken voor de begroting gefinancierde
               pensioenaanspraken van politieke ambtsdragers (APPA) en Defensie. Voor de volledigheid
               dient hierbij opgemerkt te worden dat voor de wijziging van de APPA-regeling, indien
               daar sprake van is, een afzonderlijk wetgevingstraject wordt gevolgd, waarbij een
               2/3 meerderheid van de Tweede en Eerste Kamer nodig is om de wijziging te aanvaarden.
            
Vraag 8
            
Kunt u deze vragen voor 26 mei aanstaande beantwoorden, aangezien de Eerste Kamer
               voornemens lijkt om op 30 mei over deze wet te stemmen?
            
Antwoord 8
            
Ik heb deze vragen beantwoord op 26 mei.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- 
              
                  Mede namens
 C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
