Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tjeerd de Groot over het bericht 'Grote stalbrand in Sint Oedenrode, 9000 varkens omgekomen'
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Grote stalbrand in Sint Oedenrode, 9.000 varkens omgekomen» (ingezonden 12 april 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 mei
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Grote stalbrand in Sint Oedenrode, 9.000 varkens omgekomen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat er drastische veranderingen nodig zijn om het ernstige leed
wat met stalbranden gaat gepaard te verminderen, gezien het feit dat er daardoor gemiddeld
143.000 dieren per jaar overlijden?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe kijkt u tegen dit probleem aan?
Antwoord 3
Ieder dodelijke dierlijke slachtoffer is er één teveel. Ik zet mij daarom in voor
een verstevigde aanpak voor stalbranden met als doel een halvering van het aantal
dodelijke stalbranden en het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers in 20262. Ook de brand in Reusel van afgelopen dinsdag bevestigt dat deze aanpak nodig is.
Vraag 4
Welke stappen neemt u om het leed en het aantal doden bij een stalbrand te verminderen?
Antwoord 4
Zoals bij uw Kamer bekend heeft mijn voorganger op 8 oktober 2021 een verstevigde
aanpak van stalbranden gepresenteerd3 om het aantal dodelijke stalbranden en dodelijke dierlijke slachtoffers te halveren
in 2026. Ik onderstreep het belang hiervan. Om te komen tot goed uitvoerbare en effectieve
regelgeving is een zorgvuldig proces nodig, wat tijd kost. Met het ontwerpbesluit
tot wijziging van het Besluit houders van dieren in verband met het stellen van brandveiligheidsvoorschriften
voor het houden van dieren voor productie, wordt beoogd te voorzien in nieuwe brandveiligheidsvoorschriften.
Het besluit is op 24 april jl. in internetconsultatie gebracht. Deze internetconsultatie
staat vier weken open en sluit op 29 mei. Meer informatie over deze stappen vindt
u in de verzamelbrief dieren in de veehouderij, die vandaag naar de Kamer gezonden
wordt.
Vraag 5
Deelt u de mening dat staldieren een vluchtroute zouden moeten hebben om bij brand
of andere calamiteiten te kunnen ontsnappen aan een wrede dood?
Antwoord 5
In algemene zin geldt dat in gesloten stalsystemen de kans om te ontsnappen aan een
stalbrand klein is. De kans om te ontsnappen aan een stalbrand in open stalsystemen
is groter, omdat dieren gewend zijn aan de buitenlucht, en eventueel aanwezige vluchtrouten
voor de dieren meer bekend zijn. Eerder is de Kamer geïnformeerd4 dat de Wageningen University & Research (WUR) de opdracht heeft gekregen om onderzoek
uit te voeren naar mogelijkheden om de overlevingskans van dieren bij brand te vergroten.
Dit wordt meegenomen in hetzelfde onderzoek van de WUR naar of en hoe de verplichte
brandcompartimentering van de technische ruimte voor alle bestaande stallen vorm kan
krijgen en wat de impact is van deze verplichting is. Ik zal de Kamer informeren als
dit onderzoek gereed is naar verwachting voor het zomerreces.
Vraag 6
Hoe kijkt u aan tegen het gegeven dat gemeenten en provincies weinig mogelijkheden
hebben om eisen te stellen aan, en toezicht te houden op, de brandveiligheid door
gebrek aan wet- en regelgeving zoals beschreven in een rapport van de Onderzoeksraad?5
Antwoord 6
Brandveiligheidseisen voor stallen zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. In 2014 zijn
daar nieuwe brandveiligheidseisen, zoals de verplichte brandcompartimentering van
de technische ruimte aan toegevoegd. Voor stallen vergund vóór 2014 gelden deze aanvullende
eisen niet. Daarom wordt in het eerder aangehaalde onderzoek door de WUR onderzocht
of en hoe compartimentering van de technische ruimte ook in deze stallen verplicht
gesteld kan worden. Verder is het is aan gebouweigenaren om te zorgen dat hun gebouwen
veilig zijn en ten minste voldoen aan het Bouwbesluit. Het is aan de gemeente om als
bevoegd gezag toezicht te houden op de naleving ervan.
Vraag 7
Deelt u de mening dat, gezien de toename in stalbrandslachtoffers en de ernst van
het leed, vrijwilligheid niet genoeg is om onnodig leed te voorkomen en dat er meer
daadkracht nodig is?
Antwoord 7
Zeker, ik deel die mening. Daarom ben ik, mede aan de hand van het rapport van de
Onderzoeksraad voor veiligheid (OvV), bezig met een verstevigde aanpak om het aantal
dodelijke stalbranden en het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers dat daarbij valt
te verminderen6. Onderdeel van die aanpak zijn niet-vrijwillige maatregelen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat er daarom een grondslag aan de Wet dieren moet worden toegevoegd
om brandveiligheidseisen aan stallen te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ja, deze mening deel ik. Het stellen van brandveiligheidseisen is onderdeel van de
verscherpte aanpak stalbranden, waarover ik de Kamer binnenkort informeer middels
de Kamerbrief «Dieren in de veehouderij». Daarbij heeft de Kamer reeds een amendement
op de Wet dieren aangenomen, waarmee er een grondslag is in de Wet dieren (in artikel
2.2., tiende lid) om bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur (AMvB) verplichtingen
te stellen voor brandveiligheid. Met dit amendement is tevens invulling gegeven aan
de aanbeveling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) om een wettelijke grondslag
te creëren in de Wet Dieren om brandveiligheidsmaatregelen te kunnen nemen. De grondslag
wordt gebruikt om de nieuwe brandveiligheidsvoorschriften op te nemen in het Besluit
houders van dieren, zie ook het antwoord op vraag 4.
Vraag 9
Hoe reageert u op de aanbeveling van de Onderzoeksraad om het voortouw te nemen bij
het substantieel en structureel verminderen van het aantal dieren dat overlijdt als
gevolg van stalbranden?
Antwoord 9
Ik heb dit voortouw genomen door mij in te zetten voor de verstevigde aanpak stalbranden
om het aantal dodelijke stalbranden en het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers
te verminderen. Zie ook de uitgebreide reactie op het rapport van de OvV en deze aanbeveling7.
Vraag 10
Welke concrete stappen gaat u zetten om gehoor te geven aan de aanbeveling van de
Onderzoeksraad en om het leed als gevolg van stalbranden te verminderen?
Antwoord 10
Zie hiervoor mijn antwoord bij vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.