Antwoord schriftelijke vragen (nader) : Nader antwoord op van de leden Klaver, Kuiken, Ouwehand, Azarkan, Dassen en Sylvana Simons over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (Kaderrichtlijn Water (KRW))
Vragen van de leden Klaver (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Ouwehand (PvdD), Azarkan (DENK), Dassen (Volt) en Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister-President en de Ministers van Financiën, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Infrastructuur en Waterstaat, van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (ingezonden 9 februari 2023).
Nader antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 22 mei
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1757. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2171. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2504. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2573. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2611. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2612. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2615. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2617.
Vraag 1
Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:
a. 60% CO2-reductie, maar in elk geval 55% CO2-reductie;
b. Halvering van de stikstofuitstoot;
c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (& een Europees doel van 25%);
d. 50% minder grondstoffengebruik;
e. 100% schoon water in 2027 (Kaderrichtlijn Water);
Antwoord 1
a., b., c., d. en e.
De doelstelling van de KRW is het bereiken en beschermen van een goede ecologische
en chemische toestand van het oppervlaktewater, en een goede chemische en kwantitatieve
toestand van het grondwater. Dit wordt bepaald door vele parameters. Per waterlichaam
is voor elke parameter een toetsbare, kwantitatieve norm bepaald, die verschilt per
type water. Uiterlijk in 2027 moet aan al deze doelen zijn voldaan, tenzij een beroep
op uitzonderingsgronden kan worden gedaan. Zie ook de Kamerbrief over de KRW van 11 april
jl. naar aanleiding van de motie Minhas c.s.1
Vraag 2
Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030
(door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze
prognose is gemaakt?
Antwoord 2
In de bovengenoemde Kamerbrief van 11 april jl. is ook ingegaan op de verwachting
of Nederland in 2027 kan voldoen aan de KRW en is tevens het KRW-impulsprogramma aangekondigd:
De waterkwaliteit in Nederland is verbeterd de afgelopen jaren, maar er ligt nog een
grote opgave om overal aan de Europese eisen te kunnen voldoen. Daarom moeten we alles
op alles zetten om de waterkwaliteit verder te verbeteren zodat we in 2027 wél kunnen
voldoen aan de eisen van de KRW. Het Rli-advies van 11 mei jl.2 onderstreept de urgentie hiervan.
Om te kunnen voldoen aan de KRW moeten we ervoor zorgen dat:
• Alle afgesproken maatregelen tijdig worden uitgevoerd;
• De transitie in het landelijk gebied en de overige aanvullende maatregelen tijdig
gerealiseerd worden; en
• Waar de doelen niet bereikt worden, moet een terecht beroep op afwijkingen worden
gedaan om aan de KRW te kunnen voldoen. Dit moet worden gemotiveerd binnen de ruimte
die de KRW biedt.
Dit is een complexe opgave met ook in de uitvoering nog stevige hobbels. Daarom starten
Rijk en regio gezamenlijk een KRW-impulsprogramma om met een versterkte inzet op het
uitvoeren van de benodigde verbeteracties voor de waterkwaliteit en het grondwaterbeheer
te kunnen voldoen aan de eisen van de KRW. In aanloop naar het Commissiedebat Water
van 7 juni zal de Kamer nader worden geïnformeerd over het RLi-advies en de vormgeving
van dit KRW-impulsprogramma.
In de Stroomgebiedbeheerplannen 2022–20273 is eveneens een prognose gegeven van het doelbereik voor 2027 op basis van de toentertijd
voorziene maatregelen (zie paragraaf 5.5
Prognose van effecten van maatregelen). Echter, zoals toegelicht in de brief van 11 april jl. zijn er sinds de publicatie
van de Stroomgebiedbeheerplannen op 18 maart 2022 een aantal maatregelen geconcretiseerd
en zijn nieuwe maatregelen toegevoegd. Deze ontwikkelingen zullen worden meegenomen
in de tussenevaluatie KRW die in 2024 een actueel beeld zal geven van het doelbereik
en eventueel aanvullend handelingsperspectief.
Vraag 3
Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling
te bereiken?
Antwoord 3
Zie antwoord 2.
Vraag 4
Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden
omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor
gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk
gehaald gaat worden?
Antwoord 4
Niet van toepassing.
Vraag 5
Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest
actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt
gaat worden? (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen);
Antwoord 5
Niet van toepassing.
Vraag 6
Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden, zeker gelet op het
feit dat deze vragen al eerder zijn ingediend, maar de Minister-President ze niet
heeft beantwoord?
Antwoord 6
Helaas is het niet gelukt om de beantwoording binnen de termijn van drie weken te
beantwoorden. Beantwoording had meer tijd nodig in verband met afstemming tussen departementen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.