Schriftelijke vragen : Geweld tegen jeugdzorgmedewerkers.
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over geweld tegen jeugdzorgmedewerkers (ingezonden 22 mei 2023).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht Jeugdzorgmedewerkers elke dag bedreigd: «Meer bezig
               met temperen agressie dan werk»1, 2, van de Telegraaf (16/05/23)?
            
Vraag 2
            
Kunt u analyseren waarom steeds meer ouders zich agressief/gewelddadig gedragen richting
               jeugdzorgmedewerkers en wat de rol van de problematiek in het systeem van de jeugdzorg
               daarbij is?
            
Vraag 3
            
Wat is de huidige procedure om hulp te krijgen voor hulpverleners die bedreigd worden
               en weten zij deze weg altijd goed te bewandelen? Kunnen alle jeugdzorgmedewerkers
               die hulp nodig hebben deze ook krijgen?
            
Vraag 4
            
Weet u hoeveel jeugdzorgmedewerkers er (permanent) uitvallen als gevolg van agressie
               en/of geweld in de werksituatie? Heeft u hierover cijfers en zo niet, bent u dan bereid
               om dit in kaart te brengen?
            
Vraag 5
            
Op welke manier wordt er opvolging gegeven aan meldingen van geweld tegen jeugdzorgmedewerkers?
               Worden deze meldingen intern bij jeugdzorg opgepakt en op welke manier?
            
Vraag 6
            
Aangezien de sector onlangs aangaf weliswaar blij te zijn met de werkdrukverlaging,
               maar wel te vrezen voor daardoor oplopende wachtlijsten, terwijl deze wachtlijsten
               juist worden aangewezen als (een van de) oorzaken van het geweld tegen jeugdzorgmedewerkers,
               hoe gaat u dan ondervangen dat deze problematiek de komende tijd toeneemt? Heeft u
               een impactanalyse gemaakt van de oplopende wachtlijsten ten opzichte van het geweld
               tegen medewerkers?
            
Vraag 7
            
Welke stappen gaat u ondernemen om het geweld tegen jeugdzorgmedewerkers terug te
               dringen? Heeft u een plan van aanpak, of komt dit er op korte termijn?
            
Vraag 8
            
Weet u of het geweld tegen jeugdzorgmedewerkers zich concentreert binnen groepen met
               specifieke problematiek en/of hulpvragen?
            
Vraag 9
            
Heeft u in kaart welke andere variabelen en/of factoren er spelen bij de ouders en
               kinderen die overgaan tot geweld? Ziet u binnen deze groep bijvoorbeeld veel echtscheidingsproblematiek,
               armoede of andere additionele problematiek die mede kan bijdragen aan de geweldsproblematiek?
               Indien u dit niet weet, kunt u dit dan in kaart brengen?
            
Vraag 10
            
Weet u hoeveel jeugdzorgmedewerkers te maken krijgen met trauma’s en/of Posttraumatische
               stressstoornis (PTSS) als gevolg van geweld en agressie op het werk en wat hier de
               gevolgen van zijn?
            
Vraag 11
            
Aangezien het toenemde geweld binnen de jeugdzorg al sinds 2019 op de kaart staat,
               kunt u concreet toelichten welke maatregelen er sindsdien zijn genomen om het geweld
               te laten afnemen en wat het effect is geweest van deze aanpak? Zijn er periodieke
               evaluaties geweest en zo ja, wat kwam daar uit?
            
Vraag 12
            
Naast een plan van aanpak om het geweld terug te dringen voor de lange termijn, hoe
               gaat u ervoor zorgen dat de veiligheid van jeugdzorgmedewerkers accuut wordt verbeterd?
               Welke concrete stappen gaat u daarvoor ondernemen?
            
Vraag 13
            
Kunt u reflecteren op het toenemende geweld onder/door jongeren in de maatschappij
               in het algemeen en de invloed die dat heeft op de jeugdzorg? Weet u bijvoorbeeld of
               de zogenaamde «aftuigvideo’s» die in toenemende mate worden gemaakt en verspreid invloed
               hebben op het gedrag van jongeren binnen de jeugdzorg?
            
Vraag 14
            
Kunt u analyseren wat de oorzaak is van het toenemende geweld onder/door jongeren
               in de samenleving en op welke manier gaat het kabinet dit aanpakken?
            
Vraag 15
            
Hoe reflecteert u in retrospectief op uw uitspraak in het interview in het Algemeen
               Dagblad, dat ouders hun kinderen te snel zouden «problematiseren» en dat dat mede
               een oorzaak is van het vastlopen van de jeugdzorgsector?3 Denkt u niet dat ouders terecht boos en gefrustreerd zijn dat zij niet de hulp krijgen
               die zij nodig hebben, of daar zo lang op moeten wachten dat problematiek binnen gezinnen
               dusdanig escaleert dat zij geen uitweg meer zien en zichzelf daardoor soms niet meer
               in de hand hebben?
            
Vraag 16
            
Welke mogelijke oplossingen en/of maatregelen heeft de sector zelf aangedragen voor
               het terugdringen van geweld tegen medewerkers en wat gaat u met die aanbevelingen
               doen?
            
Vraag 17
            
Welke consequenties zitten er op dit moment voor ouders en kinderen aan het plegen
               van geweld tegen jeugdzorgmedewerkers? Worden er bijvoorbeeld mediation trajecten
               opgestart, of doet jeugdzorg aangifte van geweldsincidenten?
            
Vraag 18
            
Krijgen jeugdzorgmedewerkers specifieke trainingen die gericht zijn op het omgaan
               met geweld op het werk en wat is daarvan het effect?
            
Vraag 19
            
Hoeveel geweldsincidenten binnen de jeugdzorg worden er jaarlijks gemeld en is dit
               een realistisch aantal, of blijven er veel incidenten onder de radar hangen? Op welke
               manier worden geweldsincidenten geregistreerd, welke criteria gelden hiervoor en hoe
               wordt dit gemonitord?
            
Vraag 20
            
Kunt u een overzicht geven van geweldsincidenten binnen de jeugdzorg sinds 2019 en
               de aard en toedracht daarvan?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
 F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- 
              
                  Gericht aan
 M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 
              
                  Indiener
 W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
