Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over demonstraties door Extinction Rebellion
Vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over demonstraties door Extinction Rebellion (ingezonden 31 maart 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 mei
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2345.
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over het bericht: OM worstelt met
namen Schiphol-betogers: «Ze hadden geen ID bij zich»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Kunt u aangeven of de circa 400 aangehouden personen inmiddels door de politie geïdentificeerd
zijn?
Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Op basis
van welk artikel of artikelen zijn deze aanhoudingen verricht en waarom is hiervoor
gekozen?2
Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3 en 4
Het identificatieproces heeft tot dusver 182 geïdentificeerde personen opgeleverd.
Het strafrechtelijk onderzoek is primair gericht op de personen die vastgeketend zijn
geweest aan vliegtuigen en die betrokken waren bij het knippen van de hekken en het
eroverheen klimmen. Dat onderzoek heeft zeven personen opgeleverd die als verdachte
zijn aangemerkt. Mogelijk worden gaandeweg nog meer personen geïdentificeerd. Het
onderzoek naar de zeven personen is door de Koninklijke Marechaussee afgerond en het
dossier is ingeleverd bij het Openbaar Ministerie. Het dossier zal worden beoordeeld,
waarna beslissingen zullen volgen over de afdoening. Over het overig deel van de groep
(ca. 175 personen) zal later eveneens een afdoeningsbeslissing worden genomen. De
personen worden verdacht van een of meerdere strafbare feiten uit het Wetboek van
Strafrecht, de Luchtvaartwet en/of de Algemene Plaatselijke Verordening. U kunt hierbij
bijvoorbeeld denken aan artikel 352 van het Wetboek van Strafrecht (vernieling/onbruikbaar
maken luchtvaartuig), artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht (overtreden noodverordening),
artikel 62 a van de Luchtvaartwet (wederrechtelijk betreden luchthaventerrein) of
artikel 2:1C APV Haarlemmermeer in verband met verstoring van de openbare orde. Gelet
op de aard van de zaken, het grote aantal te identificeren personen en uit te voeren
onderzoekshandelingen is de toepassing van snelrecht niet aan de orde geweest.
Vraag 5, 6 en 7
Klopt het dat er bij de demonstratie op de A12 van zaterdag 28 januari 2023 circa
650 mensen aangehouden zijn? Hoeveel van deze aangehouden personen zijn door de politie
geïdentificeerd?
Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Welk artikel
ligt ten grondslag aan deze zaken en waarom is hiervoor gekozen?3
Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6 en 7
Er zijn 768 personen aangehouden. Het overgrote deel van deze personen kon direct
worden geïdentificeerd. Van de overige personen die geen ID-bewijs bij zich hadden
en waarvan een deel de vingers had afgeplakt is een foto genomen.
De meeste personen zijn aangehouden op grond van artikel 11 van de Wet openbare manifestaties
(het houden van of deelnemen aan een samenkomst waarvoor de vereiste kennisgeving
niet is gedaan of waarvoor een verbod is gegeven). Deze personen dienden op last van
de burgemeester verwijderd te worden van de A12, nu de burgemeester geen toestemming
had gegeven om daar te demonstreren. Het belangrijkste doel was het vrijmaken van
de A12. Deze personen worden niet vervolgd. Daarnaast is een aantal personen als verdachte
aangemerkt wegens verdenking van voorbereidingshandelingen voor een wegblokkade (art.
162 Wetboek van Strafrecht) en er is een persoon aangehouden voor het overtreden van
een opgelegd gebiedsverbod. Deze zaken zijn nog in behandeling bij het Openbaar Ministerie.
Snelrecht houdt in dat een verdachte die na inverzekeringstelling in bewaring wordt
gesteld, binnen zeventien dagen voor de politierechter moet verschijnen. Het gaat
daarbij meestal om zaken als openlijk geweld, vernielingen, brandstichting en geweld
tegen personen met een publieke functie. Het Openbaar Ministerie, de rechter en de
verdediging moeten kunnen beschikken over een compleet dossier. Complexere zaken waarin
aanvullend onderzoek nodig is (zoals bij grote ordeverstoringen) komen in het algemeen
niet in aanmerking voor snelrecht. In de meeste gevallen wordt iemand dan heengezonden,
maar blijft hij of zij wel verdachte. Dat is hier ook het geval. Alle verdachten zijn
op dezelfde dag of kort daarna heengezonden. Er is dus geen snelrecht toegepast.
Vraag 8, 9 en 10
Klopt het dat er bij de demonstratie op de A12 van zaterdag 11 maart 2023 circa 700
personen aangehouden zijn? Zijn deze personen inmiddels allemaal geïdentificeerd?
Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Welk artikel
of artikelen liggen ten grondslag aan deze zaken en waarom is hiervoor gekozen?
Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8, 9 en 10
Op 11 maart 2023 zijn 700 aanhoudingen verricht, waarvan het overgrote deel op grond
van artikel 11 van de Wet openbare manifestaties. Enkele aanhoudingen vonden plaats
op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor belediging en verzet bij aanhouding.
Van de 700 zijn 184 personen niet geïdentificeerd. Hier speelden vergelijkbare omstandigheden,
waarbij op last van de burgemeester personen moesten worden verwijderd, als genoemd
bij het antwoord op de vragen 5 tot en met 7. Er is in deze zaken nog geen vervolgingsbeslissing
genomen. Er is dus ook geen snelrecht toegepast.
Vraag 11, 12, 13 en 14
Hoeveel aanhoudingen zijn er bij het betreden van verboden terrein van Eindhoven Airport
door demonstranten van Extinction Rebellion op 25 maart 2023 verricht?4 Hoeveel van de demonstranten die aangehouden zijn, zitten er op dit moment nog vast?
Zijn de aangehouden personen inmiddels allemaal geïdentificeerd?
Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Welk artikel
of artikelen liggen ten grondslag aan deze zaken en waarom is hiervoor gekozen?
Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11, 12, 13 en 14
Er zijn 105 aanhoudingen verricht op grond van artikel 62a van de Luchtvaartwet (wederrechtelijk
betreden luchtvaartterrein). Reden hiervoor is gelegen in de omstandigheid dat het
een niet voor het publiek toegankelijk en daarmee verboden terrein betrof. Alle aangehouden
personen zijn op dezelfde dag of kort daarna weer in vrijheid gesteld. Van de 105
aangehouden personen zijn 62 personen geïdentificeerd en 44 personen niet geïdentificeerd.
Een besluit over de vervolging van de aangehouden verdachten is nog niet genomen.
Er is geen snelrecht toegepast om dezelfde redenen als genoemd bij het antwoord op
de vragen 5 tot en met 7.
Vraag 15
In uw antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Michon-Derkzen over de Schiphol-betogers
geeft u aan dat het een verplichting is om een ID-bewijs te tonen als de politie hierom
vraagt. Het niet kunnen tonen van een geldig legitimatiebewijs kan leiden tot een
boete. U noemt dat, op grond van wet, regelgeving en jurisprudentie, er geen mogelijkheden
zijn om iemand te dwingen om zijn of haar identiteit prijs te geven. De politie stelt
dat de afname van vingerafdrukken kan worden afgedwongen in het geval de verdachte
in verzekering wordt gesteld voor een strafbaar feit waarop voorlopige hechtenis is
toegestaan. Waarom is dat hier niet het geval? Als dat niet het geval is, kan, volgens
de politie, de onderzoekstijd worden verlengd. Waarom gebeurt dit niet?
Antwoord 15
Het klopt dat het afnemen van vingerafdrukken kan worden afgedwongen in het geval
de verdachte in verzekering wordt gesteld voor een strafbaar feit waarop voorlopige
hechtenis is toegestaan. Het afnemen van vingerafdrukken leidt echter niet in alle
gevallen tot het vaststellen van een identiteit. Daarnaast bewerken sommige betogers
soms hun vingers, waardoor het nemen van vingerafdrukken niet mogelijk is.
Vraag 16
Wat is er mogelijk om identificatie alsnog mogelijk te maken wanneer de vingertoppen
van een aangehouden verdachte opzettelijk zijn bewerkt, zodat het afnemen van vingerafdrukken
niet lukt?
Antwoord 16
In dat geval kan de politie of de Koninklijke Marechaussee op andere manieren, bijvoorbeeld
aan de hand van de genomen gelaatsfoto, proberen de identiteit vast te stellen. De
foto kan worden vergeleken met de gelaatfoto’s die zijn opgenomen in de databanken
van de strafrechtketen waartoe de politie of KMar toegang heeft.
Vraag 17
Vervolgt het Openbaar Ministerie (OM) tot dusver de natuurlijke personen en de organisaties
die oproepen tot dit soort orde verstorende acties, waarbij snelwegen worden geblokkeerd
en terreinen van vliegvelden worden bezet? Worden zij schuldig bevonden aan opruiing?
Antwoord 17
Het mogelijk juridisch relevante kader in dit verband omvat opruiing, oftewel het
oproepen tot het plegen van strafbare feiten of tot gewelddadig optreden. Dit is strafbaar
gesteld in artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht. Het is aan het Openbaar Ministerie
om te beoordelen in welke gevallen strafrechtelijke vervolging opportuun is en dit
is uiteraard sterk afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. Of een
verdachte schuldig wordt bevonden aan een strafbaar feit, zoals bijvoorbeeld opruiing,
is aan de rechter om te beoordelen. Ten aanzien van de betoging op Schiphol verwijs
ik naar mijn antwoord op de vragen 2 tot en met 4. Er is in dit geval geen sprake
van vervolging door het Openbaar Ministerie wegens opruiing. Ten aanzien van de betoging
op de A12 worden er acht verdachten vervolgd voor opruiing ter zake van het oproepen
tot het blokkeren van de A12. Deze verdachten zijn niet tijdens de demonstratie aangehouden.
De organisatie is geen verdachte. Of deze acht verdachten schuldig worden bevonden
aan opruiing is aan de rechter, die vraag ligt daar nu voor. Ten aanzien van de betoging
bij Eindhoven Airport was naar het oordeel van het Openbaar Ministerie van opruiing
geen sprake.
Vraag 18
De burgemeester van Den Haag stelde naar aanleiding van de demonstraties van 11 maart
20235: «Het blokkeren van een weg voor onbepaalde tijd met mensen of materieel is geen
acceptabele manier van demonstreren, maar een blokkade. Dat vind ik een ontwrichting
van de openbare orde.» Erkent u het onderscheid tussen een demonstratie en een ontwrichting
van de openbare orde?
Antwoord 18
Een demonstratie mag schuren, maar het recht op betoging is geen vrijbrief voor het
plegen van strafbare feiten. De bescherming van het demonstratierecht geldt in principe
alleen voor vreedzame betogingen die gericht zijn op gezamenlijke meningsuiting. Wanneer
er sprake is van een demonstratie, heeft de burgemeester op grond van de Wet openbare
manifestaties (Wom) de bevoegdheid om een demonstratie te beperken of in het uiterste
geval zelfs te verbieden. Dit mag alleen als dit noodzakelijk is in het kader van
drie doelcriteria:
• Ter bescherming van de gezondheid,
• In het belang van het verkeer of
• Ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Het begrip «wanordelijkheden» is bewust gekozen omdat het een hogere grens stelt dan
«openbare orde», dus een kleine verstoring van de openbare orde is nog geen grond
voor het beperken van een demonstratie.
De beoordeling of een bepaalde protestactie valt binnen de grenzen van het demonstratierecht
is primair een lokale bevoegdheid. Het is dus niet aan mij om een oordeel te vellen
over een specifieke demonstratie zoals die van 11 maart, maar aan de burgemeester.
In algemene zin vind ik dat een burgemeester moet kunnen optreden tegen een demonstratie
die niet meer gaat om het gezamenlijk uitdragen van een mening, maar om (fysieke)
dwang.
Vraag 19
Ziet u de afgelopen paar jaar een toename van belemmeringen en of blokkeren van het
verkeer en andere ontwrichtingen van de openbare orde?
Antwoord 19
Ik beschik niet over landelijke cijfers, maar duidelijk is wel dat in de afgelopen
jaren het aantal demonstraties is toegenomen6. De wijze waarop wordt gedemonstreerd varieert. Er hebben de afgelopen jaren vele
vreedzame demonstraties plaatsgevonden, maar er waren ook uiteenlopende demonstratievormen
waarbij de grenzen van het recht werden opgezocht en strafbare feiten werden gepleegd.
Vraag 20
Deelt u de mening dat er een duidelijker onderscheid moet komen tussen demonstraties
enerzijds en anderzijds, acties die gericht zijn op ontwrichting van de openbare orde
door dwangmiddelen in te zetten?
Antwoord 20
Of sprake is van een demonstratie, of juist niet meer, hangt elke keer opnieuw af
van de specifieke omstandigheden van het geval. Het is daarom niet goed mogelijk om
op voorhand van bepaalde protestvormen te stellen dat die niet worden beschermd door
het demonstratierecht. Dat is – per actie – primair ter beoordeling aan de burgemeester.
Duidelijk is wel dat demonstraties die niet zijn gericht op een gezamenlijke meningsuiting,
maar op dwang, in beginsel niet onder de bescherming van het demonstratierecht vallen.
Bovendien is een demonstratie geen vrijbrief voor strafbare feiten. Zoals blijkt uit
het antwoord op voorgaande vragen zijn de betogers die strafbare feiten pleegden dan
ook aangehouden en zijn wanneer noodzakelijk demonstraties voortijdig beëindigd.
Vraag 21
Hoe gaan andere landen binnen de Europese Unie om met dergelijke ontwrichtingen van
de openbare orde, die zich presenteren als een demonstratie?
Antwoord 21
Ik ben niet bekend met alle verschillende manieren waarop binnen de Europese Unie
met dergelijke demonstraties wordt omgegaan. Dat zou nader onderzoek vergen. Wel wordt
opgemerkt dat het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting niet alleen nationaal,
maar ook internationaal stevig zijn verankerd, zoals in het Europees Verdrag tot bescherming
van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Handvest van
de grondrechten van de Europese Unie. Andere (ons omringende) landen, waaronder de
landen van de Raad van Europa, zijn daarmee ook internationaalrechtelijk gebonden
aan de vergaande bescherming die het demonstratierecht en het recht op vrije meningsuiting
genieten. Voor het overige geldt dat andere landen binnen de bandbreedte van het internationale
recht de vrijheid hebben eigen keuzes maken die aansluiten bij hun eigen rechtscultuur.
In alle landen van de Europese Unie wordt het recht op betoging dus erkend, waarbij
ieder land in nationale wetgeving in een nadere uitwerking daarvan voorziet. Dat kan
per land verschillen en keuzes zijn soms (sterk) historisch bepaald.
Vraag 22, 23, 24 en 25
Volstaat het huidig juridisch instrumentarium, bestuurlijk en strafrechtelijk, bij
dergelijke ontwrichtingen van de openbare orde?
Bent u bekend met de Public Order Bill in het Verenigd Koninkrijk?7
Welke onderdelen hiervan zijn ook opportuun voor de Nederlandse situatie?
Deelt u de mening dat het zelfstandig strafbaar zou moeten worden om jezelf vast te
ketenen of te lijmen (lock-on) en het op andere wijze ernstig belemmeren van transport,
infrastructuur en bedrijfsvoering?
Antwoord 22, 23, 24 en 25
Het recht op betoging, zoals nationaal en internationaal beschermd, acht ik een groot
goed. Het recht op betoging mag echter geen vrijbrief zijn om strafbare feiten te
plegen. Zoals blijkt uit de antwoorden op de hiervoor gestelde vragen zijn de betogers
die strafbare feiten pleegden aangehouden en zijn demonstraties die in strijd met
de regelgeving plaatsvonden voortijdig beëindigd. Afhankelijk van de ernst van het
gepleegde strafbare feit worden de aangehouden personen vervolgd.
Uiteraard volg ik de ontwikkelingen in het buitenland en ben ik bekend met de Public
Order Bill. Zoals ook blijkt uit de antwoorden hiervoor verschillen de juridische
methoden per land en zijn keuzes soms (sterk) historisch bepaald.
Zoals ik in een brief van 12 januari 2023 heb aangegeven, stuur ik samen met de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de zomer een brief over het demonstratierecht8. In deze brief wordt onder andere uitvoering gegeven aan de motie Michon-Derkzen,
waarin – kort gezegd – wordt gevraagd te onderzoeken of het huidige instrumentarium
van de Wet openbare manifestaties wel voldoet9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.