Schriftelijke vragen : De geblokkeerde herbenoeming van klokkenluiders bij het College voor de Rechten van de Mens
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de geblokkeerde herbenoeming van klokkenluiders bij het College voor de Rechten van de Mens (ingezonden 17 mei 2023).
Vraag 1
Kunt u aangeven wat uw afwegingen zijn geweest om wél te oordelen dat er sprake is
van klokkenluiders binnen het College voor de Rechten van de Mens (hierna: het College),
maar niet te voorzien in hun bescherming? Kunt u uw antwoord toelichten?1
Vraag 2
Erkent u dat het blokkeren van de herbenoeming van de klokkenluiders als leden van
het College gezien moet worden als het benadelen van de klokkenluiders? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Vraag 3
Kunt u stap voor stap aangeven wat u heeft gedaan om de klokkenluiders van de maatschappelijke
misstand bij het College te erkennen en beschermen in hun positie?
Vraag 4
Kunt u aangeven wie nu verantwoordelijk is voor de bescherming van de klokkenluiders?
Erkent u dat dit onmogelijk de voorzitter van het College kan zijn en ook niet de
Raad van Advies die de herbenoeming heeft geblokkeerd?
Vraag 5
Bent u bereid om per ommegaande het besluit om de herbenoeming van de melders te blokkeren
ongedaan te (laten) maken, teneinde het College te behoeden voor leegloop? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Wanneer bent u geïnformeerd over de maatschappelijke misstand? Wanneer heeft u hierover
contact gehad met de Raad van Toezicht en hoe heeft u het onderzoek door mevrouw Sorgdrager
aangekondigd? Kunt u een heldere tijdlijn geven?
Vraag 7
Erkent u dat de Raad van Toezicht kennis had van de meldingen en ook van wie de meldingen
had gedaan op het moment dat zij besloten de herbenoeming van melders te blokkeren?
Kunt u dit besluit buiten de orde verklaren?
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe u tot het onderzoek door mevrouw Sorgdrager bent gekomen en waarom
de Kamer hierover niet is geïnformeerd? Waarom oordeelt u dat de meldingen ernstig
genoeg zijn om onderzoek te laten doen, maar dat dit niet ernstig genoeg is om de
Kamer in te lichten?
Vraag 9
Vindt u het wenselijk dat na uw bemoeienis de situatie zo is dat de klokkenluiders
hun positie verliezen, maar dat degene waar het onderzoek zich nu op richt nog vol
in functie is? Kunt u uw antwoord toelichten?
Indieners
-
Gericht aan
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Gericht aan
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.