Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee, Kröger en Thijssen over het vermoeden van het afnemen van Russisch uranium door de Nederlandse kerncentrale in Borssele
Vragen van de leden Van der Lee, Kröger (beiden GroenLinks) en Thijssen (PvdA) aan de Staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat en de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Klimaat en Energie over het vermoeden van het afnemen van Russisch uranium door de Nederlandse kerncentrale in Borssele (ingezonden 26 januari 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
voor Infrastructuur en Waterstaat en de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 11 mei 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2022–2023, nr. 1508.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Exploitant kerncentrale Borssele ontkent Russische
oorlogskas te spekken» van 11 januari jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening, gezien het gegeven dat de Elektriciteits Produktiemaatschappij
Zuid-Nederland (EPZ) contractueel splijtstofelementen afneemt uit Lingen en opgewekt
uranium uit Borssele voor hergebruik bewerkt wordt in Rusland, een sterk vermoeden
doet creëren dat EPZ via deze weg de Russische oorlogskas ondersteunt? Zo ja, hoe
apprecieert u deze gegevens en het ontstane vermoeden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In het algemeen doet het kabinet geen uitspraken ten aanzien van bedrijfsvertrouwelijke
informatie. EPZ heeft echter via de pers kenbaar gemaakt op dit moment geen directe
zaken meer met Rusland te doen. Met het oog op de ontwikkelingen aangaande de Russische
agressie in Oekraïne evalueren zij nu de indirecte relatie met Rusland welke dateert
van voor de start van de oorlog in de Oekraine.2 Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is op dit onderwerp in contact met
EPZ.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat al het mogelijke moet worden gedaan om te voorkomen dat Nederlandse
bedrijven, vaak met aandelen in publieke handen, op directe dan wel indirecte wijze
handel in nucleaire brandstoffen verrichten met Rusland? Is er een alternatieve leveringswijze
voor dergelijke stoffen mogelijk, zo ja welke?
Antwoord 3
Het kabinet is op doorlopende basis in gesprek met partners binnen en buiten de EU
over het verhogen van de druk op Rusland met nieuwe sanctiemaatregelen. Wat het kabinet
betreft liggen alle opties voor nieuwe sanctiemaatregelen op tafel. EU-eenheid en
leveringszekerheid zijn belangrijk bij besluitvorming over nieuwe sancties. Rusland
levert nog aan westerse kerncentrales, die zich nu nog gebonden weten aan leveringscontracten
die zijn afgesloten voor 24 februari 2022; de start van de oorlog in Oekraïne. Opzeggen
van deze contracten kan vaak niet zonder nadelige consequenties voor de energievoorziening.
Urenco heeft via de pers laten weten te werken aan uitbreiding van de productiecapaciteit
voor verrijkt uranium3, zodat op termijn alternatieven beschikbaar komen.
Vraag 4
In hoeverre kunt u verifiëren of EPZ daadwerkelijk nog grondstoffen ontvangt van het
bedrijf Framatome en/of uranium voor bewerking naar Rusland zendt, nu of in de toekomst?
In hoeverre heeft u inzicht in de uit Rusland afkomstige vracht(schepen) voor nucleaire
brandstoffen en de inhoud en bestemming van de ladingen hiervan?
Antwoord 4
Zoals blijkt uit de gepubliceerde vergunningen4, ontvangt EPZ verse splijtstofelementen van ANF Lingen (Duitsland), onderdeel van
Framatome voor de productie van elektriciteit in de kerncentrale Borssele. Na gebruik
gaan de splijtstofelementen naar de opwerkingsfabriek van Orano in La Hague (Frankrijk).
Op grond van de Kernenergiewet is het verboden om zonder vergunning nucleair materiaal
van en naar een Nederlandse nucleaire inrichting te vervoeren. De Autoriteit Nucleaire
Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) is bevoegd gezag voor het verlenen van de
vergunningen op grond van de Kernenergiewet. De vergunning wordt alleen verleend,
indien het transport veilig kan plaatsvinden, de ontvanger gerechtigd is om het materiaal
te ontvangen en er geen sprake is van sancties. De vergunning schrijft onder andere
voor dat transporten 48 uur van tevoren gemeld dienen te worden bij een aantal instanties,
waaronder de ANVS. In de melding dient de vergunninghouder onder andere te vermelden
hoeveel materiaal er vervoerd gaat worden, met welk vervoermiddel het materiaal vervoerd
gaat worden, de afzender en ontvanger van het materiaal en welke route wordt gevolgd.
Er zijn momenteel geen vervoersvergunningen van kracht die het mogelijk maken om nucleair
materiaal uit Rusland te vervoeren naar EPZ of vice versa.
Vraag 5
Op welke manier draagt het toezicht uitgevoerd door Euratom / het Internationaal Atoomenergieagentschap
(IAEA) al dan niet bij aan het verzwakken van de Russische oorlogskas?
Antwoord 5
Euratom en het IAEA houden toezicht op het treffen van maatregelen gericht op niet-verspreiding
van splijtstoffen die kunnen worden gebruikt voor het ontwikkelen van een kernwapen.
Het IAEA heeft in het kader van het Nucleaire Non-Proliferatieverdrag aanvullende
afspraken gemaakt met lidstaten, onder andere gericht op het niet verspreiden van
kennis die nodig is om een kernwapen te maken. Het geheel aan controle op maatregelen
wordt nucleaire safeguards genoemd. Beide organisaties hebben echter geen rol in het
beheersen van de inkomsten van de Russische nucleaire industrie.
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om toezicht te versterken op de leveringsketen van nucleaire
brandstoffen van en naar Borssele?
Antwoord 6
De ANVS is verantwoordelijk voor het toezicht op de veiligheid binnen nucleaire installaties
in Nederland. Bij de ANVS zijn er geen signalen bekend over eventuele onregelmatigheden
in de leveringsketen van nucleaire brandstoffen van en naar kerncentrale Borssele.
Op dit moment bestaat er daarom geen aanleiding om het toezicht op de leveringsketen
van nucleaire brandstoffen van en naar Borssele te versterken.
Vraag 7
Hoe verhoudt dit bericht zich tot de situatie uit 2020, toen bekend was dat er verarmd
uranium via Nederland naar Rusland werd geëxporteerd en niet kon worden uitgesloten
dat de nucleaire stof uitsluitend voor civiele doeleinden werd gebruikt?2 Wat verandert de huidige oorlogssituatie met Oekraïne aan de onzekerheid over de
afkomst van het uranium voor Borssele en de levering van uranium voor hergebruik naar
Rusland, aangezien het altijd moet gaan om vreedzaam gebruik zoals gesteld door het
Non-Proliferatie Verdrag (NPV)?
Antwoord 7
Vanuit Nederland is sinds 24 februari 2022 geen uranium geëxporteerd naar of geïmporteerd
uit Rusland. Er zijn wereldwijd voldoende uraniumvoorraden en er is diversiteit aan
leveranciers. Hiernaast is het mogelijk om uranium geruime tijd op te slaan zonder
degradatie van het materiaal.
In algemene zin is uranium onderworpen aan een uitgebreid stelsel van vergunningen
en (internationaal) toezicht om veiligheid en civiel eindgebruik van het uranium te
waarborgen en proliferatie te voorkomen. Dit is onverminderd van kracht.
Vraag 8 en 9
Hoe garandeert u dat de verarmd uraniumtails, welke in Rusland achterblijven na het verrijken van opgewerkt uranium van EPZ, uitsluitend
civiel, en niet militair worden ingezet?
In hoeverre is er wat dit bericht betreft inzicht in het rechtvaardig verlopen van
het vergunningstelsel van het exportcontroleregime de Nuclear Suppliers Group (NSG)?
Antwoord 8 en 9
Een exportvergunning voor (verarmd-)uranium kan alleen worden verleend ten behoeve
van civiele doeleinden. De vergunningen worden slechts afgegeven onder strikte voorwaarden.
Zo worden de vergunningen uitsluitend verstrekt nadat de overheid van het ontvangende
land voorafgaand aan de export formele overheidsgaranties heeft gegeven omtrent dit
civiel eindgebruik. Deze werkwijze vloeit voort uit de richtlijnen van het exportcontroleregime
de Nuclear Suppliers Group (NSG) en uit de EU dual-useverordening. Deze overheidsgaranties
zijn formeel bindend. Het materiaal valt bovendien onder het systeem van toezicht
van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA).
Vraag 10, 11 en 12
Hoe apprecieert u het gegeven dat de levering van nucleaire brandstoffen nog niet
onder de Europese sancties jegens Rusland valt? Welke positie neemt Nederland in Brussel
in bij gesprekken over eventuele Europese sancties op Russisch nucleair?
Acht u het wenselijk dat op grond van EU-verordening 833/2014 van 31 juli 2014 deze
internationale sancties voor een exportverbod van en/of naar Rusland wel worden ingesteld,
nu er daadwerkelijk sprake is van een oorlogssituatie? Zo nee, waarom niet?
Welke mogelijkheden ziet u om dergelijke sancties en/of sancties specifiek opgelegd
aan het Russische Rosatom in te stellen?
Antwoord 10, 11 en 12
Het kabinet is op doorlopende basis in gesprek met partners binnen en buiten de EU
over het verhogen van de druk op Rusland met nieuwe sanctiemaatregelen. Voor maatregelen
tegen de import van uranium uit Rusland is op dit moment onvoldoende draagvlak binnen
de EU. Wat het kabinet betreft liggen alle opties op tafel, waarbij oog gehouden dient
te worden voor leveringsze-kerheid en EU-eenheid. Het kabinet kan niet ingaan op de
onderhandelingspositie van individuele lidstaten.
Vraag 13
Indien Europese sancties ervoor zouden zorgen dat EPZ / Framatome niet langer van
de diensten van Rosatom gebruik zouden kunnen maken, zou er dan sprake zijn van «overmacht»
waardoor EPZ / Framatome niet gehouden zouden zijn een schadevergoeding aan Rosatom
te voldoen?
Antwoord 13
Indien er sprake is van een sanctiemaatregel en/of bedrijven die op de sanctielijst
worden geplaatst waardoor het bedrijven in de EU niet langer toegestaan is gebruik
te maken van bepaalde diensten, zijn bedrijven in de EU beschermd tegen boetes, schadeclaims
en schadevergoedingen overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 833/2014
indien zij de relevante overeenkomsten opschorten, aanpassen of beëindigen. Dit zou
ook het geval zijn indien Rosatom op de lijst geplaatst zou worden.
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.