Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over het risico op genitale verminking en het aanzetten daartoe in een religieuze context
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Ministers voor Rechtsbescherming, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het risico op genitale verminking en het aanzetten daartoe in een religieuze context (ingezonden 2 maart 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en voor Primair en Voortgezet Onderwijs (ontvangen 20 april 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1986.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Voormalige docent As Soennah moskee vrijgesproken:
aanbeveling vrouwenbesnijdenis zet niet aan tot geweld»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte of het Openbaar Ministerie (OM) nog in cassatie gaat na deze uitspraak
in het hoger beroep?
Antwoord 2
Op het moment van schrijven overweegt het Openbaar Ministerie (hierna: OM) in cassatie
te gaan bij de Hoge Raad.
Vraag 3 en 4
Bent u het met de stelling eens dat het aanbevelen van vrouwenbesnijdenis wel degelijk
aanzet tot geweld tegen vrouwen, namelijk het genitaal verminken van vrouwen en dat
het in bredere zin de veiligheid van vrouwen in Nederland bedreigt en hun zelfbeschikkingsrecht
ondermijnt? Zo ja, bent u het ook eens dat dergelijke uitspraken de genitale verminking
van vrouwen juist normaliseert in plaats van veroordeelt? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Zo nee, waarom niet?
Bent u het ook met de stelling eens dat het aanbevelen van vrouwenbesnijdenis zich
niet verhoudt tot de vrije liberale waarden van de Nederlandse samenleving en dat
derhalve het aanbevelen van vrouwenbesnijdenis niet in Nederland thuishoort? Zo ja,
kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet? Welke rechtsingang acht u het meest geschikt
om dergelijke uitlatingen aan te vechten?
Antwoord 3 en 4
Vrouwelijke genitale verminking, oftewel vrouwenbesnijdenis, is een mensonterende
praktijk. Het is een van de meest gruwelijke aantastingen van de integriteit van het
vrouwenlichaam en vormt een inbreuk op de zelfbeschikking van meisjes en vrouwen.
De gevolgen kunnen desastreus zijn en het leven van meisjes en vrouwen op korte en
lange termijn ontwrichten doordat de kans op (chronische) lichamelijke, psychische
en seksuele klachten groot is. In sommige gevallen kan de ingreep zelfs leiden tot
de dood. Ieder meisje heeft recht op een gezonde en veilige ontwikkeling en verdient
bescherming en hulp wanneer dit niet kan worden gegarandeerd. Vrouwelijke genitale
verminking is in Nederland dan ook strafbaar als vorm van (zware) mishandeling (Artikel
300–303 van het Wetboek van Strafrecht).
Indien sprake is van het aanzetten tot geweld (artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht)
of opruiing (artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht), kan het OM strafrechtelijke
vervolging instellen. Het is vervolgens aan de strafrechter om te beoordelen of in
een individueel geval een strafbaar feit is gepleegd.
Uitlatingen over vrouwelijke genitale verminking die geen strafbaar feit opleveren,
worden beschermd door de vrijheid van meningsuiting, hetgeen is vervat in artikel
7 van de Grondwet en artikel 10 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van
de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Die bescherming strekt zich ook uit tot
uitlatingen die door een meerderheid als moreel afkeurenswaardig of choquerend kunnen
worden beschouwd. Daar waar uitingen de grenzen van het strafrecht overschrijden,
kan degene die de uitlating deed strafrechtelijk worden vervolgd. Het kabinet ziet
het strafrecht dan ook als de meest geëigende rechtsingang om tegen dergelijke uitlatingen
op te treden.
Vraag 5
Deelt u de mening dat uitlatingen die aanzetten tot geweld en die ingaan tegen het
zelfbeschikkingsrecht van vrouwen te allen tijde bestreden moeten worden, zeker wanneer
dit in een religieuze context wordt gedaan door een persoon met aanzienlijke autoriteit
en invloed binnen een gemeenschap? Zo ja, welke bestuursrechtelijke maatregelen zijn
er om dergelijke uitlatingen te bestrijden? Op basis van dit bestuurlijk arsenaal,
welke stappen bent u bereid te zetten en op welke termijn?
Antwoord 5
Uitlatingen die aanzetten tot geweld zijn strafbaar ongeacht de religieuze context
en kunnen strafrechtelijk vervolgd worden door het OM. Uitlatingen over vrouwelijke
genitale verminking die geen strafbaar feit opleveren kunnen niet door inzet van bestuursrechtelijke
maatregelen alsnog worden bestreden. De bevoegdheden van de burgemeester op grond
van hoofdstuk XI van de Gemeentewet kunnen in dergelijke gevallen niet worden toegepast,
omdat bij (het aanzetten tot) vrouwelijke genitale verminking geen sprake is van een
(dreigende) verstoring van de openbare orde.
Vraag 6
Welke instrumenten en maatregelen kan het kabinet zelf inzetten op grond van de Tijdelijke
wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding? Welke andere handhavingsmogelijkheden
zoals een meldplicht, gebiedsverbod of contactverbod zijn er eventueel nog voor gemeenten
c.q. het Rijk? Bent u bereid om in samenwerking met de gemeente Den Haag de resterende
mogelijkheden te overwegen om handhavend op te treden en de Kamer daarover op korte
termijn te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Voor het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van de Tijdelijke
wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding dient aangetoond te worden dat
bij de betreffende persoon sprake is van (een samenspel van) concrete en actuele persoonlijke
gedragingen die in verband kunnen worden gebracht met (de ondersteuning van) terroristische
activiteiten, waaruit geconcludeerd kan worden dat er een bedreiging voor de nationale
veiligheid is. Omdat ik niet in kan gaan op individuele casuïstiek, kunnen geen uitspraken
worden gedaan over eventuele handhavingsmogelijkheden in de onderhavige casus. In
algemene zin kan wel worden aangeven dat, indien er signalen zijn van radicalisering,
alle ketenpartners in een lokaal casusoverleg zullen bezien welke interventiemogelijkheden
er in het kader van de persoonsgerichte aanpak van radicalisering en terroristische
activiteiten mogelijk zijn.
Zoals in het antwoord op vragen 3, 4 en 5 aangegeven kunnen uitlatingen over vrouwelijke
genitale verminking die geen strafbaar feit opleveren, niet door inzet van bestuursrechtelijke
maatregelen alsnog worden gesanctioneerd. De gemeente Den Haag blijft nadrukkelijk
inzetten op het voorkomen van vrouwelijke genitale verminking. Getracht wordt om middels
het geven van voorlichting de bewustwording over vrouwelijke genitale verminking te
vergroten, waaronder de reële gezondheidsrisico’s voor (potentiële) slachtoffers alsook
de strafbaarheid van (potentiële) daders. Dit wordt onder meer bewerkstelligd door
zelforganisaties, volwassenen en jongeren in te zetten die met de doelgroepen en eventueel
met de geestelijk leiders in gesprek gaan.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u voor de Taskforce problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse
beïnvloeding om een rol te spelen in het tegengaan van dergelijke antidemocratische
en schadelijke uitlatingen? Welke rol heeft de taskforce tot nu toe gespeeld in het
tegengaan van antidemocratische en anti-rechtstatelijke uitspraken? Wordt de taskforce
in het verdere besluitvormingsproces van de huidige casus betrokken om de relevante
kennis van de taskforce zo optimaal mogelijk te kunnen benutten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Op het gebied van concrete casuïstiek waarbij persoonsgegevens verwerkt worden kan
de Taskforce geen rol spelen. Zoals uw Kamer weet is de Taskforce sinds april 2021
gestopt met persoons- of organisatieduidingen vanwege het ontbreken van een juridische
grondslag hiervoor bij een aantal ketenpartners. Hier is uw Kamer eerder over geïnformeerd.2
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de lezing van de aangevoerde deskundige in het artikel, Maurits Berger,
waarin wordt gesteld dat het niet noodzakelijk is in het Islamitisch onderwijs om
in een theologisch betoog expliciet afstand te nemen van een voorgedragen, afkeurenswaardige
passage zoals vrouwenbesnijdenis?
Antwoord 8
De genoemde deskundige heeft op verzoek van het gerechtshof Den Haag onderzoek verricht
en verklaard over de traditie van het Islamitisch onderwijs. Het is niet gepast dat
bewindspersonen zich inhoudelijk uitlaten op dit punt dan wel de verklaring van de
deskundige hieromtrent recenseren. Wel staan wij uiteraard voor de ijkpunten en afspraken
binnen onze rechtsstaat en moet als een paal boven water staan dat vrouwelijke genitale
verminking strafbaar is. Wij zullen achter de zelfbeschikking van vrouwen staan.
Vraag 9 en 10
Deelt u de mening dat wanneer dit soort uitspraken worden gedaan binnen (informeel)
religieus onderwijs, in feite een gedachtegoed wordt verspreid en dat mensen daar
in zekere mate ontvankelijk voor kunnen zijn? Zo ja, bent u het met de stelling eens
dat dit soort aanbevelingen een gevaar kunnen vormen voor de democratische rechtsstaat?
Zo nee, waarom niet?
Welke mogelijkheden en instrumenten zijn er om het verspreiden van dit soort gedachtegoed
tegen te gaan binnen de context van informeel onderwijs en in het bijzonder informeel
religieus onderwijs? Welke instrumenten bent u hier bereid in te zetten?
Antwoord 9 en 10
Het aanzetten tot geweld, zoals vrouwelijke genitale verminking, hoort in geen enkele
vorm van onderwijs thuis. Ook binnen het (informeel) religieus onderwijs blijft dit
strafbaar en kan door de politie en het OM strafrechtelijk worden opgetreden. Mocht
dit leiden tot een strafzaak dan is het uiteindelijk aan de rechter om hier een uitspraak
over te doen.
Met name kinderen zijn ontvankelijk voor alles wat zij leren, zowel binnen als buiten
ons reguliere onderwijsstelsel. Onderwijs heeft invloed op de manier waarop kinderen
de wereld tegemoet treden. Informele onderwijsinstellingen helpen kinderen ook bij
het ontwikkelen van een eigen identiteit. Soms kunnen uitspraken door informele onderwijzers
of lesmateriaal op gespannen voet staan met de vrije, liberale democratische waarden
van ons land.
Om duidelijkheid te creëren waar de grenzen liggen bij informeel onderwijs werkt de
Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs momenteel aan een wetsvoorstel om in
te kunnen grijpen bij informele onderwijsinstellingen en hun vertegenwoordigers wanneer
zij anti-integratief, antidemocratisch of antirechtsstatelijk opereren. Dit is een
complexe taak. Het doel van dit wetsvoorstel is om kaders te creëren om sneller in
te grijpen bij (informele) onderwijsinstellingen en hun vertegenwoordigers die anti-integratief,
antidemocratisch of anti-rechtsstatelijk opereren. De Minister voor Primair en Voortgezet
Onderwijs is voornemens de contouren van het wetsvoorstel in het tweede kwartaal van
2023 met de Kamer te delen.
Vraag 11
Hoeveel meldingen en gevallen van vrouwenbesnijdenis zijn er (vermoedelijk) jaarlijks
in Nederland? Hoe heeft dit aantal zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Is er sprake
van een stijging? Hoeveel vrouwen en meisjes lopen het risico om hier in Nederland
of in het buitenland besneden te worden? Hoe beoordeelt u dit aantal?
Antwoord 11
In 2019 heeft Pharos in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport een onderzoek uitgevoerd naar de vraag hoeveel meisjes uit Nederland risico
lopen slachtoffer te worden van vrouwelijke genitale verminking. Uit dit onderzoek
blijkt dat in Nederland ongeveer 38.000 meisjes wonen in de leeftijd van 0 tot 19
jaar met tenminste één ouder uit één van de 29 landen waar vrouwelijke genitale verminking
voorkomt en waar prevalentiecijfers beschikbaar zijn. Van deze 38.000 meisjes lopen
ongeveer 4.200 meisjes het risico besneden te worden in de komende 20 jaar. Hoeveel
gevallen van vrouwelijke genitale verminking er jaarlijks plaatsvinden, weten wij
niet omdat dit niet landelijk wordt geregistreerd en deze vorm van verminking moeilijk
aan het licht komt. Om deze reden kunnen we niet de vergelijking met voorgaande jaren
maken. Omdat ieder slachtoffer één te veel is, blijft het kabinet inzetten op het
voorkomen van vrouwelijke genitale verminking met de maatregelen genoemd in de antwoorden
op de vragen 12 en 13.
Vraag 12
Welke concrete maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat meisjes en vrouwen
worden meegenomen naar het buitenland om genitaal verminkt te worden? Worden inmiddels
de aan ons toegezegde extra controles uitgevoerd op Schiphol bij risicovluchten? Zo
ja, hoe vaak gebeurt dit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Samen met de betrokken partijen waaronder luchthaven Schiphol, NIDOS en de Koninklijke
Marechaussee (hierna: KMar) is besloten om de alertheid te verhogen bij vluchten naar
het buitenland waarbij meisjes het gevaar lopen om slachtoffer te worden van vrouwelijke
genitale verminking. Door Veilig Thuis worden indicatoren opgesteld voor het grenspersoneel
van Schiphol om mogelijke slachtoffers van vrouwelijke genitale verminking tijdig
te signaleren en (potentieel) slachtofferschap van vrouwelijke genitale verminking
te voorkomen. Na signalering bij Veilig Thuis kunnen op basis van hun risicotaxatie
ook de Raad voor de Kinderbescherming of het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd
Geweld (LEC EEG) van de politie worden ingeschakeld. De verwachting is dat de indicatoren
in het tweede kwartaal van dit jaar gedeeld worden met de KMar, zodat deze kunnen
bijdragen aan de verhoogde alertheid en informatiegestuurd werken. Dit biedt grenspersoneel
een handelingsperspectief bij vermoedens van vrouwelijke genitale verminking. Een
jaar na de inzet van de indicatoren evalueren wij deze verhoogde alertheid en informeren
wij uw Kamer hierover.
Vraag 13
Welke maatregelen worden breder gezien, genomen om genitale verminking van vrouwen
en meisjes uit gesloten gemeenschappen te voorkomen? Binnen welke sectoren wordt actief
preventiebeleid gevoerd? Wordt dit onderwerp ook expliciet in de inburgeringscursus
en het examen behandeld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
De rijksoverheid zet zich op verschillende manieren in voor het voorkomen van vrouwelijke
genitale verminking. Zo is een extra impuls gegeven aan de aanpak van schadelijke
praktijken waaronder ook vrouwelijke genitale verminking via de Actieagenda Schadelijke
Praktijken waarover uw Kamer in 2020 is geïnformeerd. In 2021 en 2022 hebben in opdracht
van het Ministerie van VWS gerichte communicatie-acties plaatsgevonden, onder andere
via sociale media, radio en via posters op Schiphol. Hiermee is aandacht gevraagd
voor signalering van schadelijke praktijken en zijn potentiële slachtoffers gewezen
op de adviesfunctie van Veilig Thuis. Momenteel loopt er een campagne over Schadelijke
Praktijken van Pharos in opdracht van het Ministerie van VWS. Deze online voorlichtingscampagne,
«Het recht op nee», heeft als doel bewustwording over schadelijke praktijken, waaronder
vrouwelijke genitale verminking, te creëren bij potentiële slachtoffers en handelingsperspectief
te bieden.
Bij de uitvoering van de actieagenda schadelijke praktijken is ook gewerkt aan het
versterken van signalering van (dreigende) schadelijke praktijken door professionals
in de zorg. Dit is onder andere gedaan door middel van e-learnings voor zorgprofessionals
en het verspreiden van de leidraad «Medische zorg voor vrouwen en meisjes met vrouwelijke
genitale verminking».
Daarnaast is er de verklaring tegen meisjesbesnijdenis, een document dat families
mee kunnen nemen naar het buitenland, waarin wordt uitgelegd dat vrouwelijke genitale
verminking strafbaar is in Nederland en wat de gevolgen zijn van het uitvoeren van
vrouwelijke genitale verminking. Dit document is bedoeld om aan naasten in het buitenland
te laten zien, als men sociale druk voelt om de dochter te laten besnijden. De verklaring
wordt dit jaar voorzien van een update.
Verder is de inzet van sleutelpersonen heel belangrijk. Dit wordt landelijk gefinancierd.
Er wordt gewerkt met personen en zelforganisaties uit migrantengemeenschappen. Sleutelpersonen
komen uit gemeenschappen waar schadelijke praktijken voorkomen en hebben daarmee een
belangrijke ingang en positie binnen deze gemeenschappen. Ditzelfde geldt voor zelforganisaties
uit migrantengemeenschappen. De sleutelpersonen en zelforganisaties uit migrantengemeenschappen
voeren huiskamergesprekken en geven voorlichtingsbijeenkomsten over schadelijke praktijken.
Doel hiervan is het creëren van bewustwording en het aansporen tot zoeken van hulp
indien vrouwelijke genitale verminking dreigt. Zij bespreken onder andere de gezondheidseffecten
en strafbaarheid van schadelijke praktijken en de normen en waarden die daaraan gerelateerd
zijn.
Tot slot komt de voorlichting over het zelfbeschikkingsrecht terug in het participatieverklaringstraject
en als onderdeel van de eindtermen van het examen Kennis Nederlandse Maatschappij
(KNM). Dit zijn belangrijke onderdelen van het inburgeringstraject. In de eindtermen
van KNM is opgenomen dat geweld bij wet strafbaar is. Hierbij wordt vrouwelijke genitale
verminking expliciet benoemd. Het participatieverklaringstraject wordt door gemeenten
of onder regie van gemeenten uitgevoerd. Het is aan gemeenten en uitvoeringspartijen
of zij in de voorlichting het voorkomen van vrouwelijke genitale verminking expliciet
adresseren. Femmes for Freedom heeft in opdracht van SZW voorlichtingsmateriaal over
zelfbeschikking ontwikkeld voor onder meer vrouwen, lhbtiq+-personen en nieuwkomersgroepen
algemeen. De gratis materialen, waarin ook informatie over vrouwelijke genitale verminking
is opgenomen, kunnen door gemeenten breed worden ingezet in het inburgeringstraject.
In het voorlichtingsboekje staat informatie over wat je rechten zijn in Nederland
en waar je terecht kunt als je hulp nodig hebt.
Vraag 14
Bent u bereid om in gesprek te gaan met Nederlandse moslimbelangenorganisaties en
betrokken organisaties zoals Femmes for Freedom en Pharos om samen in actie te komen
tegen vrouwenbesnijdenis en andere vormen van genitale verminking van vrouwen? Bent
u ook bereid om organisaties zoals Femmes for Freedom en Pharos, gezien hun relevante
expertise en kennis, actief te betrekken in het verdere proces? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Ja. Pharos, Femmes for Freedom en het Inspraakorgaan Turken (IOT) zijn gesprekspartners
van de rijksoverheid als het gaat om de aanpak van schadelijke praktijken. Pharos
voor wat betreft vraagstukken rondom vrouwelijke genitale verminking en Femmes for
Freedom op het gebied van inclusie en emancipatie van meisjes en vrouwen met een biculturele
achtergrond. Het Inspraakorgaan Turken (IOT) is gesprekspartner namens het Consortium
Zelfbeschikking. Het Consortium Zelfbeschikking bestaat uit het Inspraakorgaan Turken
en de belangenorganisaties Stichting Kezban, Federatie van Somalische associaties
in Nederland, Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders, Stichting Landelijke
Werkgroep Mudawwanah, HTIB (Turkse arbeidersvereniging in Nederland) en Vluchtelingen
Organisaties Nederland.
Vraag 15
Bent u bekend met het bericht «GGD’s waarschuwen richting krokusvakantie voor meisjesbesnijdenis
in he buitenland»?3
Antwoord 15
Ja.
Vraag 16
Hoe beoordeelt u het feit dat gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD’s) waarschuwen
voor het feit dat Nederlandse meisjes dreigen genitaal verminkt te worden in het buitenland
in de krokusvakantie?
Antwoord 16
Het kabinet ondersteunt acties om vrouwelijke genitale verminking tegen te gaan en
blijft zich inzetten voor de bestrijding hiervan. Het is goed dat de GGD’s aandacht
besteden aan het risico op meisjesbesnijdenis tijdens schoolvakanties.
Voor de krokusvakantie heeft de Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs – in
reactie op waarschuwingen vanuit de GGD – scholen gevraagd alert te zijn op schadelijke
praktijken, specifiek vrouwelijke genitale verminking.
Vraag 17
Hoeveel Nederlandse meisjes lopen naar schatting het risico om genitaal verminkt te
worden in het buitenland?
Antwoord 17
Zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 18
Bent u het met de stelling eens dat we er alles aan moeten doen om te voorkomen dat
Nederlandse meisjes in een vakantie genitaal verminkt zullen worden in het buitenland?
Zo ja, bent u bereid om alles op alles te zetten om deze Nederlandse meisjes te beschermen
en welke maatregelen en instrumenten bent u bereid hiervoor in te zetten? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 18
Vrouwelijke genitale verminking is een schadelijke praktijk die niet past bij de normen
en waarden waar wij als samenleving voor staan. Of dit nu in Nederland gebeurt of
in het buitenland, ieder slachtoffer is er één te veel. Zoals in het antwoord op vraag
16 aangegeven, heeft de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs daarom voor
de krokusvakantie scholen opgeroepen om alert te zijn op signalen, na een waarschuwing
van de GGD.
Het kabinet blijft zich inzetten voor de bestrijding van vrouwelijke genitale verminking.
In de beantwoording van vraag 13 wordt een overzicht gegeven van de maatregelen die
worden ingezet.
Vraag 19
Kunt u de Kamer spoedig informeren over de stand van zaken van de uitvoering van coaltieakkoordafspraken
om een meldplicht in te voeren in de zorg en het onderwijs en om een preventief gerechtelijk
dwangbevel mogelijk te maken?
Antwoord 19
Het kabinet werkt momenteel samen met de betrokken partijen aan een vervolg op de
actieagenda schadelijke praktijken (2020–2022) en de uitvoering van de coalitieakkoordafspraken.
Uw Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd over de voortgang hiervan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.