Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over de verblijfplaats van ‘Bolle Jos’
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over de verblijfplaats van «Bolle Jos» (ingezonden 23 maart 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 april
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Wie is voortvluchtige Bolle Jos. Cokekoning van Antwerpse
Haven.»1 en «Politie komt met recordbeloning voor gouden tip die naar Bolle Jos leidt.»2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom wordt een recordbeloning uitgeloofd in de zoektocht naar Jos L., terwijl duidelijk
is dat hij in Turkije verblijft?
Antwoord 2
Op grond van art. 1 sub a, 3, ix van de Circulaire Bijzondere Opsporingsgelden is
het mogelijk om tipgeld toe te kennen voor inlichtingen die hebben geleid tot de aanhouding
van gezochte en/of gesignaleerde personen. Hiervoor geldt een door het Landelijk Parket
van het Openbaar Ministerie (OM) bepaald richtlijnbedrag (tipgeld) waarvan kan worden
afgeweken indien de noodzakelijkheid van de aanhouding in combinatie met de ernst
van het gepleegde misdrijf of te plegen feiten daartoe aanleiding geven. De verdenkingen
die tegen Jos L. zijn gerezen, zowel waar het gaat om reeds gepleegde feiten, als
waar het gaat om de actuele dreiging, zijn dermate ernstig dat dit een substantiële
verhoging van het tipgeld rechtvaardigde. Indien de verblijfplaats van een gezochte
en/of gesignaleerde persoon bekend is, wordt er uiteraard geen tipgeld uitgeloofd.
Vraag 3
Klopt het dat Jos L. ten minste één keer is aangehouden in Turkije, maar de Turkse
autoriteiten hem vrij hebben gelaten?
Antwoord 3
Uw vraag ziet op een individuele zaak. Over lopende strafrechtelijke procedures kan
ik geen uitspraken doen. Daarnaast kan ik niet inhoudelijk ingaan op vragen die zien
op mogelijke (strafrechtelijke) acties die wel of niet zijn uitgevoerd in een ander
land.
Vraag 4 en 5
Hoe gaat u bewerkstelligen dat voortvluchtige Nederlandse verdachten daadwerkelijk
door Turkije, waar Nederland een uitleveringsverdrag mee heeft, worden aangehouden,
vastgehouden en uitgeleverd?
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat Nederlandse voortvluchtige verdachten, zeker
die op de Nationale Opsporingslijst staan, ongeacht het land waarin zij verblijven
ook daadwerkelijk worden uitgeleverd?
Antwoord 4 en 5
Het voorkomen van straffeloosheid acht ik van groot belang en hiervoor blijf ik mij
ook inzetten. Uitlevering is in dit kader een belangrijk instrument. Zeker wanneer
het gaat om de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, is internationale
samenwerking van groot belang. Het is bovendien een gedeeld belang van landen wereldwijd
om middels de inzet van internationale samenwerking straffeloosheid te voorkomen.
Uitlevering kan enkel plaatsvinden op grond van een verdrag tussen twee of meer staten.
Tussen Nederland en Turkije is het Europees Verdrag betreffende uitlevering (EUV)
van kracht. Op grond van dit verdrag zijn verdragsstaten in beginsel verplicht, overeenkomstig de regels en voorwaarden in het verdrag, tot uitlevering over te
gaan ten behoeve van vervolging van een strafbaar feit of ten behoeve van de tenuitvoerlegging
van een straf of maatregel. Uiteraard kan aan deze verplichting alleen worden voldaan
als vast is komen te staan dat de voortvluchtige persoon zich daadwerkelijk in het
aangezochte land bevindt en indien de uitlevering conform alle gestelde regels en
voorwaarden kan plaatsvinden.
In het algemeen kan ik opmerken dat mijn ministerie als centrale autoriteit in nauw
contact staat met centrale autoriteiten in andere landen, om zaken onder de aandacht
te brengen en om er voor te zorgen dat de juiste informatie bij de juiste autoriteit
beschikbaar is. Bij uitleveringsprocedures is tijdige informatiedeling en het delen
van de juiste documenten met de buitenlandse autoriteiten essentieel. In de praktijk
werken de Nederlandse politie, het OM, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en mijn
ministerie nauw samen om dit te bewerkstelligen. Het is aan de autoriteiten van het
aangezochte land om de nationale (gerechtelijke) procedures te volgen, waarbij het
uitleveringsverzoek wordt getoetst en wordt uitgevoerd als aan alle regels en voorwaarden
is voldaan.
Daarnaast kan ik het volgende aangeven over de aanloop naar een eventuele uitlevering.
Indien er sprake is van een voorvluchtige Nederlandse verdachte, heeft het Openbaar
Ministerie de mogelijkheid om deze persoon op de Nationale Opsporingslijst te zetten.
Daarnaast is het mogelijk om een internationaal opsporingsbevel uit te vaardigen.
Indien er aanwijzingen zijn dat een voorvluchtige Nederlandse verdachte zich in het
buitenland bevindt en Nederland met dit land een uitleveringsverdrag heeft, dan kan
Nederland overgaan tot het uitvaardigen van een uitleveringsverzoek aan het desbetreffende
land. In het uitleveringsverzoek zal Nederland het betreffende land verzoeken om over
te gaan tot aanhouding van de persoon om vervolgens een uitleveringsprocedure te starten
ten behoeve van uitlevering van deze persoon aan Nederland. Mijn ministerie als centrale
autoriteit zal in dit proces nauw contact onderhouden met de centrale autoriteit van
het aangezochte land. Hierbij zal regelmatig worden gevraagd naar de stand van zaken
met betrekking tot eventueel gestarte (strafrechtelijke) procedures, tot het moment
waarop de feitelijke uitlevering heeft plaatsgevonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.