Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Drost en Dekker-Abdulaziz over het bericht ‘Partners Code voor Kinderrechten teleurgesteld in aanpak ministerie’
Vragen van de leden Drost (ChristenUnie) en Dekker-Abdulaziz (D66) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Partners Code voor Kinderrechten teleurgesteld in aanpak ministerie» (ingezonden 24 februari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 14 april 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Partners Code voor Kinderrechten teleurgesteld in aanpak
ministerie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4 en 5
Bent u met ons van mening dat er vanuit het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde
Naties een verplichting bestaat voor de overheid om verantwoording te nemen in de
bescherming van kinderrechten online waarbij het belang van het kind voorop staat?
Bent u ervan op de hoogte dat het niet of niet voldoende waarborgen van online kinderrechten
grote maatschappelijke risico’s en effecten kan hebben, denkend aan het geval van
de toegang van de Chinese overheid in persoonsgegevens van TikTok-gebruikers? Zo ja,
bent u met ons van mening dat wij dit soort praktijken moeten proberen te voorkomen?
Bent u met ons van mening dat online rechten voor kinderen een belangrijk maatschappelijk
thema is dat voldoende aandacht en investeringen vanuit de overheid vereist, zeker
met het oog op het feit dat kinderen een kwetsbare groep in de samenleving zijn en
de online wereld een grote rol speelt in het leven van kinderen?
Bent u ervan op de hoogte dat de bescherming van kinderrechten niet alleen een juridische
aanpak vereist, maar er ook gekeken moet worden naar de gehele ontwikkeling van digitale
producten en diensten.
Antwoord 2, 3, 4 en 5
Ik realiseer mij terdege het belang van de bescherming van de rechten van kinderen
online. Dit heeft ook een prominente plek gekregen in de Werkagenda waardengedreven
digitaliseren. U leest in de Werkagenda dat ik breed inzet op de versterking van online
kinderrechten via wetgeving, beleid en toezicht.
Een voorbeeld van de versterking van wetgeving is de Europese Verordening digitale
diensten (Digital Service Act) die bepalingen bevat gericht op het beter beschermen
van de positie van minderjarigen. Ook versterken we de online positie van kinderen
via de verkenning door de Minister van Economische Zaken en Klimaat van een verbod
op loot boxes via de Europese Consumenten Richtlijnen. Ik draag bij aan de verkenning
en ontwikkeling van concrete instrumenten zoals een kinderrechten impact assessment,
een gamewijzer en een kinderrechten keurmerk. Ik initieer en steun pilots, bijvoorbeeld
op het terrein van leeftijdsverificatie. Gezien het belang van toezicht wordt ook
in kaart gebracht wat de witte vlekken zijn in het toezichtslandschap en hoe die kunnen
worden ingevuld.
Het beschermen van kinderrechten online doe ik niet alleen. Met mij werken vele andere
instanties en organisaties, nationaal en internationaal, aan het beschermen van kinderrechten
online. Samen met de Minister van Economische zaken en Klimaat kijk ik bijvoorbeeld
naar mogelijke risico’s en oplossingen voor beïnvloeding door online influencers.
Daarnaast volg ik de ontwikkelingen van de Better Internet for kids strategie van
de Europese Commissie, die onder meer werkt aan een gedragscode. Ook ben ik betrokken
bij de aanbevelingen die voortvloeien uit resolutie 2429 van de Parlementaire Assemblee
van de Raad van Europa (PACE).
U ontvangt binnenkort een brief met het overzicht van al het beleid met betrekking
tot kinderrechten online en de stand van zaken daarvan.
Vraag 6
Kunt u aangeven waarom u heeft gekozen voor een marktgedreven aanpak van kleine, versnipperde
aanbestedingen in plaats van een uitgebreid en integraal impactprogramma, zoals is
ontwikkeld door een breed consortium en ondersteund door 28 partijen?
Antwoord 6
Mijn aanpak is niet marktgedreven, maar wordt gedreven door de inhoud en door de wens
om de verwerving van producten en diensten rechtmatig en doelmatig te laten plaatsvinden.
Het door u genoemde impactprogramma kent een zeer grote financiële omvang waarmee
te weinig ruimte zou overblijven voor ander beleid op het onderwerp kinderrechten
in relatie tot digitalisering.
Vraag 7
Hoe rijmt u de gekozen aanpak met de aangenomen motie van de leden Ceder en Dekker-Abdulaziz
(Kamerstuk 36 200-VII, nr. 78) die vraagt om volledige uitwerking van de Code voor Kinderrechten?
Antwoord 7
In de brief met stand van zaken van het onlinekinderrechtenbeleid, die ik in mei aan
uw Kamer zal sturen, beschrijf ik op welke wijze ik met de Code voor Kinderrechten
online verder wil.
Kortgezegd komt dat neer op het omzetten van die Code in een praktisch instrument,
het in juridische zin updaten van de Code en het verkennen van een wettelijke verplichting
van de Code. Zoals hierboven al aangeven, houd ik ook zicht op Europese ontwikkelingen,
meer in het bijzonder waar het betreft een door de Europese Commissie te ontwikkelen
gedragscode. Ik vind het van het grootste belang om deze stappen te zetten ter bescherming
van kinderrechten online en kom daarmee ook tegemoet aan de genoemde motie.
Vraag 8
Bent u met ons van mening dat de nu gekozen marktgedreven aanpak kan leiden tot een
versplintering van bescherming van kinderrechten, waardoor het waarborgen van kinderrechten
moeilijker wordt?
Antwoord 8
Nee (zie de antwoorden bij de vragen 2–5 en bij vraag 6).
Vraag 9
Kunt u aangeven hoeveel geld u beschikbaar heeft gesteld voor de uitwerking en uitvoering
van de Code voor Kinderrechten?
Antwoord 9
Voor het ontwerpen van de oorspronkelijke Code voor kinderrechten online en een daaropvolgende
campagne heb ik ruim 100.000 euro beschikbaar gesteld. Met de doorontwikkeling van
de Code, zoals beschreven bij het antwoord op vraag 7, is ongeveer een zelfde bedrag
gemoeid. De opdracht tot doorontwikkeling is verstrekt. Door deze omvang komt de uitvoering
van de overige beleidsinitiatieven ter verbetering van de bescherming van kinderrechten
online niet in gevaar.
Vraag 10 en 11
Wat zegt het u dat de oorspronkelijke partners van de Code voor Kinderrechten de aanpak
van het ministerie als een teleurstelling zien en dat een aantal van hen niet voornemens
is mee te doen aan de aanbestedingen?
Bent u bereid om de door u gekozen aanpak te herzien en alsnog in te zetten op volledige
uitwerking en uitvoering van de Code voor Kinderrechten?
Antwoord 10 en 11
Ik realiseer mij dat het voor de oorspronkelijke partners een teleurstelling is dat
ze niet een opdracht van genoemde omvang hebben gekregen. Tegelijkertijd ben ik blij
dat de doorontwikkeling van de Code rechtmatig en doelmatig door een deskundige partij
in gang is gezet. In het licht van het voorafgaande zie ik zowel inhoudelijk als financieel
geen aanleiding om mijn aanpak te herzien.
Overigens blijf ik graag in gesprek met de oorspronkelijke partners omdat ik hun deskundige
inbreng zeer waardeer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.