Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Artikel 1 provinciefondsBudgettaire gevolgen van beleid4 Bijlagen4.1 Overzicht decentralisatie-uitkeringen
36 350 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2022‒20223
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat voor het provinciefonds. Het in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.G.J.Bruins Slot
De Staatssecretaris van Financiën,M.L.A.van Rij
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2023. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt opgebouwd vanaf de stand van de vastgestelde begroting 2023.
Door wijzigingen in beleid van verschillende departementen kan worden overgegaan tot het beleggen of juist weghalen van taken bij provincies. Indien dit gepaard gaat met een toevoeging aan of een uitname uit het provinciefonds, wordt dit begrotingstechnisch verwerkt. In de tabel met belangrijkste mutaties worden de mutaties groter dan € 10,0 mln. weergegeven.
De extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen is niet opgenomen, vanuit de begroting van het provinciefonds worden in 2023 vooralsnog geen coronagerelateerde uitgaven gedaan.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties 2023 (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Uitgaven 2023
Uitgaven 2024
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Vastgestelde begroting 2023
2.996.423
2.982.821
2.857.823
2.755.918
2.640.285
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Bijstelling accres tranche 2023
21.087
21.087
21.087
11.611
11.145
2) Afrekening ruimte onder plafond BCF 2022
27.169
3) Financieringssystematiek
100.000
4) Overige mutaties
16.858
1.212
1.212
4.017
3.617
Stand 1e suppletoire begroting 2023
3.061.537
3.005.120
2.880.122
2.771.546
2.755.047
Toelichting
1. Bijstelling accres tranche 2023
Na verwerking van de voorjaarsbesluitvorming is de accrestranche 2023 voor het provinciefonds herberekend. Voor de periode 2023 t/m 2025 wordt de accrestranche 2023 herberekend op basis van de reguliere normeringssystematiek. Voor de jaren 2026 en 2027 wordt de accrestranche 2023 bijgesteld op basis van de verandering van de loon- en prijsontwikkeling in 2023.
2. Afrekening ruimte onder plafond BCF 2022
Provincies en gemeenten kunnen gedurende een begrotingsjaar de door hen betaalde BTW, onder voorwaarden, declareren bij het BTW-compensatiefonds (BCF). Het BCF kent jaarlijks een plafond. Wanneer er aan het eind van het jaar minder gedeclareerd is dan het vastgestelde plafond, dan wordt het restant naar rato toegevoegd aan het provinciefonds en gemeentefonds. Over 2022 hebben de provincies, ten opzichte van de voorlopige afrekening bij ontwerpbegroting 2023, aanvullend recht op € 27,2 mln.
3) Financieringssystematiek
Bij Miljoenennota 2023 heeft het kabinet aanvullend eenmalig € 100 mln. voor provincies beschikbaar gesteld voor 2026, vooruitlopend op de nieuwe financieringssystematiek. Dit bedrag komt nu vanaf 2027 structureel beschikbaar.
Daarnaast wordt het Provinciefonds vanaf 2027 geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. Dit zal worden verwerkt in de Miljoenennota 2024.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1 provinciefonds
In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 1 provinciefonds (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting (3=1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5=3+4)
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
2.996.423
0
2.996.423
65.193
3.061.616
22.299
22.299
15.628
114.762
Uitgaven
2.996.423
0
2.996.423
65.114
3.061.537
22.299
22.299
15.628
114.762
Financiering provincies
Bijdragen aan medeoverheden
Algemene uitkering
2.943.285
0
2.943.285
62.263
3.005.548
22.049
22.049
15.378
114.512
Decentralisatie-uitkeringen
53.038
0
53.038
2.934
55.972
250
250
250
250
Kosten Financiële verhoudingswet
Opdrachten
Onderzoeken verdeelsystematiek
100
0
100
‒ 83
17
0
0
0
0
Ontvangsten
2.996.423
0
2.996.423
65.114
3.061.537
22.299
22.299
15.628
114.762
Toelichting
Algemeen
Het aandeel juridisch verplicht bedraagt bij het provinciefonds 100%.
Bijdragen aan medeoverheden
Algemene uitkering
Dit betreft de uitkering aan alle provincies, die ten goede komt aan de algemene middelen van de provincies. De uitkering is gebaseerd op de artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet. Een toelichting op de belangrijkste mutaties is opgenomen in paragraaf 2.1.
Decentralisatie-uitkeringen
Naast de algemene uitkering kent het provinciefonds ook decentralisatie-uitkeringen. De decentralisatie-uitkeringen zijn gebaseerd op de artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet. Een toelichting op de belangrijkste mutaties is opgenomen in paragraaf 2.1. Een overzicht van de decentralisatie-uitkeringen is opgenomen in paragraaf 4.1.
Opdrachten
Onderzoeken verdeelsystematiek
Dit betreft het budget dat elk jaar is gereserveerd voor de uitvoering van onderzoeken op het vlak van de omvang en verdeling van het provinciefonds en het onderhoud van het betaalsysteem.
4 Bijlagen
4.1 Overzicht decentralisatie-uitkeringen
Tabel 3 Overzicht decentralisatie-uitkeringen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Uitgaven 2023
Uitgaven 2024
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
DINGtiid
29
Drugsdumpingen
1.000
1.000
Fries in het MBO
100
Fryske Akademie
1.559
1.559
1.559
1.559
1.559
Gebiedsbiografie Noord-Holland
41
Hergebruik stedelijk afvalwater
250
250
250
250
250
Monumenten
20.000
20.000
20.000
20.000
20.000
Na-ijlende effecten mijnbouw
647
647
647
647
647
Natuurtop
20
Omgevingsveiligheid
675
675
RES regio's
2.619
Waddenfonds
28.878
28.878
28.878
28.878
Wettelijke Friese taal
150
Wijziging betalingsverloop 2022
4
Totaal:
55.972
53.009
51.334
51.334
22.456
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.