Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Vestering, Van Esch en Wassenberg over mogelijk illegale afvalinjecties door de NAM in de Noordzee en het Waddengebied
Vragen van de leden Vestering, Van Esch en Wassenberg (allen PvdD) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof, van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid over mogelijk illegale afvalinjecties door de NAM in de Noordzee en het Waddengebied (ingezonden 13 februari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
12 april 2023).
Vraag 1
Kent u het bericht «OM kijkt of strafrechtelijk onderzoek nodig is naar handelen NAM
op Waddenzee»?1
Antwoord 1
Ja, ik ken het bericht.
Vraag 2
Is het strafrechtelijk onderzoek naar mogelijk illegale afvalinjecties al afgerond?
Zo nee, kunt u de resultaten met de Kamer delen wanneer deze beschikbaar zijn?2
Antwoord 2
Het onderzoek wat beteft het handelen van NAM op de Waddenzee loopt nog. Het kabinet
kan daar nu geen nadere mededelingen over doen omdat het onderzoek door het OM wordt
gedaan.
Het onderzoek naar het handelen van NAM met betrekking tot de verwerking van afvalstromen
afkomstig van aardgaswinning op de Noordzee is afgerond3. Op 21 maart 2023 heb ik uw Kamer over de bestuurlijke rapportage van dit onderzoek
nader geinformeerd4.
Vraag 3
Deelt u het inzicht dat artikel 9 van de Mijnbouwwet eist dat bedrijven een «intrinsieke
verantwoordelijkheidszin» hebben en dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)
deze verantwoordelijkheidszin mist? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Volgens artikel 9 van de Mijnbouwwet kan ik een vergunning voor het opsporen en winnen
van delfstoffen weigeren op grond van een gebrek aan (maatschappelijke) verantwoordelijkheidszin.
Ik kijk hiernaar bij iedere aanvraag voor een winnings- of opsporingsvergunning. Daarbij
maak ik gebruik van de adviezen van onder andere het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM),
de Mijnraad en TNO. Ik heb op dit moment nog geen vergunning geweigerd op basis van
een gebrek aan verantwoordelijkheidszin.
Vraag 4 en 5
Is er onderzoek gedaan naar de veiligheid van het injecteren van gevaarlijke afvalstromen,
met onder meer kwik, in de diepe ondergrond? Zo ja, door welke instantie is dat onderzoek
verricht en wat zijn de conclusies? Zo nee, bent u bereid dit te laten onderzoeken?
Is er onderzoek verricht naar de gevaren van het injecteren van gevaarlijke afvalstromen,
met onder meer kwik, in de diepe ondergrond voor de natuur en de gezondheid van mensen
en dieren, en naar de mogelijke gevaren en risico’s wanneer het kwik vrij komt uit
de ondergrond? Zo ja, door welke instantie is dat onderzoek verricht en wat zijn de
conclusies? Zo nee, bent u bereid dit te laten onderzoeken?
Antwoord 4 en 5
Bij een vergunningsaanvraag dient de aanvragende partij informatie te overleggen om
aan te tonen dat waterinjectie veilig kan plaatsvinden in het betreffende reservoir.
Er wordt daarvoor altijd onderzoek uitgevoerd. Er wordt pas een vergunning verleend
als uit het onderzoek is gebleken dat de waterinjectie veilig kan plaatsvinden. SodM
adviseert mij hierover.
Het kwik waar het hier om gaat zit van nature in de diepe ondergrond en komt mee met
het geproduceerde olie/gas. In de diepe ondergrond komt kwik al miljoenen jaren voor,
en is het geen «vreemde» stof. Voor het bij de olie- of gaswinning geproduceerde afvalwater
geldt dat injecteren (terugbrengen) in de diepe ondergrond de gebruikelijke wijze
van verwerking is5.
Om te voorkomen dat productiewater dat wordt geïnjecteerd in aanraking kan komen met
de mensen of het milieu, ziet SodM er op toe dat de risico’s van waterinjectie zo
klein mogelijk zijn. Om die reden moeten operators voldoen aan strikte voorwaarden
voordat zij de activiteit van waterinjectie mogen uitvoeren. In Nederland moeten alle
operators injecteren middels een dubbele verbuizing zodat er, bij het eventueel falen
van een van de buizen, altijd een tweede barrière is, waardoor er geen lekkage kan
optreden naar de omgeving.
Mijnbouwondernemingen, waaronder de NAM, moeten voorts een adequaat Put Integriteits
Management Systeem hebben waarmee de risico’s van lekkage worden beheerst. Het regelmatig
uitvoeren van wanddiktemetingen is een van deze beheersmaatregelen. Daarnaast zijn
operators verplicht om de annulaire druk, dat is de druk tussen de binnenste en de
buitenste buis in de put, te monitoren. Een verandering van deze druk kan een indicatie
zijn voor een lekkage van de verbuizing. Er is dan nog geen sprake van lekkage naar
de omgeving, omdat bij een lek in één van de verbuizingen er nog een tweede afschermende
buis aanwezig is die nog intact is. Deze monitoring stelt de operator ertoe in staat
om, indien nodig, tijdig in te grijpen. SodM ziet erop toe dat deze monitoring goed
wordt uitgevoerd.
Vraag 6
Acht u het aannemelijk dat het verwerkingsproces dat de NAM toepast op afvalstromen
uit de aardgaswinning hetzelfde is voor alle gasboringen in de Noordzee en de Waddenzee?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om een (strafrechtelijk) onderzoek te laten
instellen inzake de afvalstromen van gasboringen op de Wadden (waaronder afvalstromen
gerelateerd aan «schuin» boren vanaf Moddergat, Vierhuizen, Lauwersoog, Wierum en
Blije)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het verwerkingsproces dat de NAM toepast op de waterstromen uit de aardgaswinning
is voor gasboringen in de Noordzee en de Waddenzee vergelijkbaar. De waterstromen
van de Noordzee leggen echter een andere route af dan die vanaf de Waddenzee.
Het is niet aan mij om een strafrechterlijk onderzoek in te stellen. Uit de berichtgeving
blijkt dat het Openbaar Ministerie (OM) zich op dit moment beraadt of er aanknopingspunten
zijn voor een onderzoek. Het OM heeft aangegeven dat dit nog enige maanden kan duren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.