Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en Markuszower inzake de lage straf voor het doodrijden van Shana Leurs
Vragen van de leden Wilders en Markuszower (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de lage straf voor het doodrijden van Shana Leurs (ingezonden 23 december 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 3 april 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2022–2023, nr. 1240.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Mohamed L. zes maanden de cel in voor doodrijden
Shana (22)»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Heeft u begrip voor het feit dat de ouders van Shana deze straf te laag en onrechtvaardig
vinden?
Antwoord 2
Wij hebben vanzelfsprekend begrip voor de positie van de nabestaanden. Een ernstig
verkeersongeval waarbij iemand overlijdt, leidt bij nabestaanden tot ongelofelijk
veel pijn en verdriet. Geen straf zal in dergelijke zaken hoog genoeg zijn om het
leed bij de familie van het slachtoffer weg te kunnen nemen. Wij wensen te benadrukken
dat wij zeer meeleven met het verlies van de familie.
Echter kan ik, zoals u weet, als Minister van Justitie en Veiligheid niet ingaan op
individuele gevallen, zeker niet in gevallen waarbij de zaak nog onder de rechter
is en er dus geen onherroepelijk vonnis ligt. Dit opdat het OM zelfstandig beslissingen
moet kunnen nemen om zo zijn rol in het strafproces optimaal te kunnen vervullen.
Daarnaast moet voorkomen worden dat ik mij als Minister van Justitie en Veiligheid
met uitlatingen over een concrete zaak begeef op het terrein van de rechter.
Vraag 3
Wat staat er in de richtlijnen van het Openbaar Ministerie (OM) over de strafeisen
bij een dodelijke aanrijding waarbij een bestuurder veel te hard rijdt?
Antwoord 3
De strafeisen in de richtlijn van het Openbaar Ministerie (OM) in geval van een dodelijke
aanrijding waarbij geen sprake is van alcohol- of drugsgebruik lopen uiteen. De standaard
strafeis is afhankelijk van de mate van schuld van de verdachte aan het ongeluk en
de gevolgen daarvan. Het wegenverkeersrecht kent vier oplopende gradaties van schuld:
Voor de lichtste vorm van schuld, aanmerkelijke schuld, geldt er een standaard strafeis van een taakstraf van 240 uur in combinatie met
een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van één jaar.
In geval van ernstige schuld volgt een standaard strafeis van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden
met een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van twee jaar. Als er sprake
is van een zeer hoge mate van schuld aan de kant van de verdachte is de standaard strafeis een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
van acht maanden met een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van drie
jaar.
De vierde en zwaarste mate van schuld vormt roekeloosheid, waarvoor maximaal zes jaar gevangenisstraf en vijf jaar ontzegging van de rijbevoegdheid
– die ingaat na de gevangenisstraf – kan worden opgelegd. Voor deze zwaarste categorie
is in de OM richtlijn geen standaard strafeis geformuleerd, maar er wordt altijd een
hogere straf geëist dan bij de in de hiervoor beschreven gradaties.
Wanneer er bij de verdachte ook sprake is van alcohol- of drugsgebruik liggen de standaard
strafeisen in de richtlijn hoger, evenals de mogelijke maximumstraffen. Zo is de maximale
straf bij roekeloosheid op negen jaar gevangenisstraf gesteld.
Voor meer informatie over de richtlijn voor strafvordering verkeersongevallen van het OM verwijzen wij u naar: https://www.om.nl/onderwerpen/beleidsregels/richtlijnen-voor-strafvorde….
Vraag 4
Kunt u aangeven, waarom als bewezen is dat iemand veel te hard rijdt binnen de bebouwde
kom, er volgens de rechtspraak geen sprake is van roekeloos rijden?
Antwoord 4
We begrijpen dat situaties waar een straf voor het gevoel van betrokkenen te laag
zou zijn, moeilijk te aanvaarden kunnen zijn. Het is in strafzaken uiteindelijk aan
de rechter om op basis van het geheel aan feiten en omstandigheden in een individuele
zaak te oordelen of een bepaald strafbaar feit bewezen kan worden verklaard. Daarnaast
heeft het openbaar ministerie in de zaak waar uw vraag op ziet hoger beroep ingesteld
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het is niet aan mij als Minister van
Justitie en Veiligheid om op deze zaak, en andere individuele zaken, in te gaan.
Wat in dit geval ook belangrijk is om in aanmerking te nemen, is dat roekeloosheid
in juridische zin is iets anders dan wat men in de volksmond roekeloos rijgedrag noemt.
Ten aanzien van roekeloosheid in de zin van de Wegenverkeerswet kan ik aangeven dat
er hier recent aanscherpingen zijn geweest: met de Wet aanscherping strafrechtelijke
aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten is sinds 1 januari 2020 een nieuw artikel 5a
in de Wegenverkeerswet is toegevoegd. Het artikel noemt een aantal concrete schendingen
van verkeersregels die – indien zij opzettelijk in ernstige mate worden geschonden
en indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander
te duchten is – roekeloosheid kunnen opleveren. Het gaat daarbij onder andere om gevaarlijk
inhalen, niet verlenen van voorrang, overschrijden van de maximumsnelheid, door rood
licht rijden, tegen de verkeersrichting inrijden en tijdens het rijden een mobiel
elektronisch apparaat vasthouden. Daarnaast is in artikel 175 Wegenverkeerswet bepaald
dat bij ernstige verkeersongevallen van de zwaarste schuldvorm van roekeloosheid in
ieder geval sprake is wanneer het rijgedrag dat heeft geleid tot het ongeval kan worden
aangemerkt als een overtreding van artikel 5a Wegenverkeerswet. Deze wetswijziging
geeft de rechtspraktijk meer handvatten om in zaken naar aanleiding van ernstige verkeersongevallen
tot een bewezenverklaring van roekeloosheid te komen. Daarnaast bevat de genoemde
wet verschillende andere wijzigingen waarmee daders van ernstige verkeersdelicten
steviger kunnen worden aangepakt.
Vraag 5
Bent u bereid te regelen dat daders van dit soort misdrijven altijd een rijontzegging
krijgen?
Antwoord 5
De mogelijkheid om in dergelijke gevallen een rijontzegging op te leggen, staat al
in de wet. De Wegenverkeerswet stelt al dat iemand die wordt veroordeeld voor – kort
samengevat – een ernstig verkeersdelict gedurende lange tijd de bevoegdheid te ontzeggen
om een motorrijtuig te besturen. Het is aan de strafrechter om in een individueel
geval te beslissen of het opleggen van een dergelijke rijontzegging geboden is en
zo ja, voor welke duur de rijontzegging wordt opgelegd. Bij die beslissing kan de
strafrechter alle relevante omstandigheden meewegen. We hechten aan die rechterlijke
vrijheid en willen daaraan vasthouden. Daarom zijn we er geen voorstander van dat
automatisch een rijontzegging wordt opgelegd indien iemand voor bepaalde misdrijven
wordt veroordeeld.
Het standaard opleggen van een rijontzegging voegt ook niet veel toe: uit de praktijk
blijkt dat in vrijwel alle zaken waarbij sprake was van overtreding van artikel 6
Wegenverkeerswet – schuld aan verkeersongeval met letsel – een ontzegging van de rijbevoegdheid
werd opgelegd2.
Vraag 6
Hoeveel dodelijke aanrijdingen zijn er per jaar? In hoeveel gevallen is bewezen dat
de maximumsnelheid in ernstige mate is overschreden? Hoe vaak is er sprake van roekeloosheid?
Wat is de gemiddelde straf die door rechters in deze gevallen is opgelegd?
Antwoord 6
In 2021 waren er 371 door de politie geregistreerde verkeersongevallen met dodelijke
afloop, waarbij de eenzijdige ongevallen buiten beschouwing zijn gelaten. De cijfers
van de in 2022 door politie geregistreerde verkeersongevallen met dodelijke afloop
komen na de zomer beschikbaar.
Uit cijfers van het Openbaar Ministerie blijkt dat er in 2022 440 personen werden
gedagvaard voor het veroorzaken van een ernstig ongeval met schuld als bedoeld in
artikel 6 Wegenverkeerswet. De oorzaken van aanrijdingen worden in het algemeen door
de politie niet separaat geregistreerd. Er is geen recent onderzoek of overzicht waaruit
blijkt bij hoeveel ongevallen er sprake was van een (ernstige) overschrijding van
de maximumsnelheid of roekeloosheid en wat de gemiddeld opgelegde straf was indien
er vervolging is ingesteld. Ook het Openbaar Ministerie heeft deze aantallen niet
voorhanden. Het CBR heeft in 2022 1964 keer een cursus «Educatieve Maatregel Gedrag»
opgelegd. Deze cursus wordt door het CBR opgelegd naar aanleiding van een melding
van de politie van zwaar overtredend gedrag van een verkeersdeelnemer.
Vraag 7
Bent u bereid ervoor te zorgen dat daders van dit soort misdrijven een minimumstraf
opgelegd krijgen die substantieel hoger ligt dan de aan Mohamed L. opgelegde straf?
Antwoord 7
In ons rechtsstelsel is het aan de rechter om een oordeel te vellen over welke straf
passend is. Deze moet daarbij alle relevante omstandigheden – zowel verzwarende als
verzachtende – betrekken. Het introduceren van minimumstraffen past hier niet bij.
Hierbij moet ook overwogen worden dat het verkeersrecht een ingewikkeld rechtsgebied
is, met vele soorten ongevallen, daders en slachtoffers, waarbij de mate van schuld
aan de kant van de dader zelden in verhouding staat tot de gevolgen voor het slachtoffer.
Zo kan een kleine verkeersfout bij een aanrijding tot enorme gevolgen voor het slachtoffer
leiden, terwijl een grove verkeersovertreding van een ander zonder ernstige gevolgen
blijft. Het verkeersrecht moet voor al die gevallen een passende bestraffing bieden.
Ook in dat licht is een minimumstraf niet passend.
We zien in de praktijk al dat er zwaarder wordt gestraft naar mate de schuld aan de
kant van de dader en de gevolgen voor het slachtoffer groter zijn. Wanneer er sprake
is van artikel 6 Wegenverkeerswet kan er dus een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
van meerdere jaren volgen.
Vraag 8
Indien u niet bereid bent minimumstraffen voor dit soort misdrijven in te voeren,
bent u dan bereid te kijken naar andere mogelijkheden om de strafmaat te verhogen
voor daders van dit soort misdrijven?
Antwoord 8
Afgelopen december is de motie3 van de leden Koerhuis en Alkaya aangenomen waarin de regering wordt verzocht uw Kamer
te informeren over de mogelijkheden tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 om
aan bestuurders die zware overtredingen hebben begaan een levenslange rijontzeggingen
op te kunnen leggen. Tijdens het begrotingsdebat heeft de Minister van IenW aangegeven
de motie breder te interpreteren en te onderzoeken wat er gedaan kan worden om roekeloos
rijgedrag beter aan te pakken en hierover ook met de Minister van Justitie en Veiligheid
in gesprek te gaan. De Kamer zal over de uitwerking van deze motie naar verwachting
in het tweede kwartaal van dit jaar geïnformeerd worden.
Met de eerder aangehaalde Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelictenuit 2020 is er daarnaast reeds voor gezorgd dat daders van ernstige verkeersdelicten
steviger kunnen worden aangepakt. Zie ook het antwoord op vraag 4. Indien de rechtbank
bewezen acht dat er sprake is van roekeloosheid wordt overtreding van artikel 6 Wegenverkeerswet
waarbij het slachtoffer is komen te overlijden gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie. Dit kan oplopen tot een
gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren wanneer blijkt dat de verdachte onder
invloed was ten tijde van het ongeval. Dit zijn naar mijn mening forse strafmaxima
die het mogelijk maken dat daders van verkeersdelicten ook in de meest ernstige zaken
stevig kunnen worden gestraft. De eerste ervaringen van deze aanscherping uit de praktijk
zijn gunstig, maar de effecten van de wet zullen in volle omvang blijken uit de evaluatie
van de wet in 2025.
Vraag 9
Bent u bereid om samen met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek
te gaan met de ouders van het slachtoffer, Shana Leurs?
Antwoord 9
De vader van het slachtoffer heeft reeds contact opgenomen en verzocht om een gesprek
met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Justitie en Veiligheid. Dit
gesprek heeft inmiddels op ambtelijk niveau plaatsgevonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.